woensdag 13 augustus 2025

OP REIS NAAR PARIJS

 

Tunnel des Tuileries, Paris

Al jaren fiets ik bijna altijd alleen. Dat heeft zo z’n voordelen: vrijheid, rust, eigen tempo. Maar dit jaar is het anders. Enkele keren had ik het gezelschap van Mohannad, een Syriër, die ik leerde kennen bij Babbelonië, een praatgroep van anderstaligen en Nederlandstaligen. De voorbije maanden fietsten we naar Brussel, Brugge en Gent. Waarom dan niet eens naar Parijs? Een grotere uitdaging dan een daguitstap. Het proberen waard. Precies twintig jaar geleden maakte ik de tocht al eens, samen met Joris. We volgden toen het gidsboekje Fietsen naar Parijs van Benjaminse. Vijf dagen en een afwisselend pittig parcours: Leuven, Namen, Mariembourg, Laon, Pierrefond, Abbaye de Chaalis en langs het Canal de l’Ourcq tot in hartje Parijs. De route overdoen is een optie, een korter en vlakker traject een betere keuze. Het mag fysiek niet te zwaar zijn. Voor Mohannad wordt het zijn eerste meerdaagse fietstocht. Google Maps stelt een alternatief voor: Zottegem, Ath, Valenciennes, Cambrai, Péronne, Noyon, Compiègne, Senlis en Parijs. Ik zoom in en zie bekende waterwegen opduiken: de Dender, de Schelde, het Canal du Nord, de Somme, de Oise en opnieuw het Canal de l’Ourcq. Dat ziet er veelbelovend uit. Meer voorbereiding heeft de reis niet gekost. Onze eerste overnachting is geboekt in Valenciennes en de weersvoorspellingen zijn gunstig. We vertrekken!     


27/07/2025: Zottegem – Wijnhuize – Ophasselt – Schendelbeke – Geraardsbergen – Lessines – Ath – Bernissart – Condé-sur-l’Escaut – Valenciennes. (langs de Dender van Schendelbeke tot Ath, langs het Canal Ath-Blaton tot voorbij Stambruges, langs de gekanaliseerde Schelde  van Condé-sur-l’Escaut tot Valenciennes.)

We hebben voorlopig geen GPS nodig. Ik ken de route tot Stambruges. We zijn nog maar net vertrokken en hebben al een eerste ontmoeting: op de Pijpketel wil Denise net op haar fiets stappen wanneer we bij haar aankomen. Een buurman maakt een foto van ons drietjes: de eerste van de reis. Denise is 88 en doet bijna dagelijks boodschappen met de fiets. Een voorbeeld voor de jeugd! Vroeger maakte ze grotere tochten met haar koersfiets. Ik ken haar al vele jaren en breng bijna wekelijks karnemelk en yoghurt van de Speiboerderij. Volgende vrijdag niet, want we fietsen naar Parijs. Ze kan het nauwelijks geloven. Ik beloof haar na de reis een bewijs te bezorgen. We rijden langs het kerkje van Wijnhuize, beklimmen de Gapenberg in Ophasselt, passeren het Moenebroek en de kerk van Schendelbeke. Via Nederboelare, Geraardsbergen, Overboelare, Deux-Acren en Lessines volgen we de Dender tot Ath, waar we op de markt een langere pauze nemen. We vervolgen onze route langs het Canal Ath-Blaton (Kanaal Blaton-Aat - Wikipedia) tot voorbij Stambruges. We verlaten het kanaal aan de Rue de Condé en nemen de RaVel-Ligne-78A over het Canal Nimy-Blaton-Péronnes (Kanaal Nimy-Blaton-Péronnes - Wikipedia) tot Bernissart. In dit voormalig mijnwerkersdorpje worden we verwelkomd door de Iguanodon van Bernissart, (Iguanodon bernissartensis-beenderlagen - Wikipedia , De Iguanodons van Bernissart in een oogopslag | Instituut voor Natuurwetenschappen), een kopie van één van de tientallen dinosauriërs die  hier in 1878 op een diepte van ruim 300 meter in de Sint-Barbaramijn werden opgegraven. Het Musée de l’Iguanodon (Musée de l'Iguanodon) vertelt het verhaal van de opgravingen en toont naast de Iguanodon ook mineralen en fossielen. Het bezoek was de omweg zeker waard, al blijft het bij een korte kennismaking die misschien de aanzet geeft tot een grondiger studie. We passeren ongemerkt de Belgisch-Franse grens en fietsen door het landelijk gebied tot een tientallen meters hoge schachtbok van Fosse Ledoux opduikt, een herinnering aan het mijnverleden van de streek, (Fosse Ledoux — Wikipédia). Van 1905 tot 1989 werd hier steenkool ontgonnen tot op een diepte van 820 meter. Langs het verzakkingsmeer Étang Chabaud-Latour (Étang de Chabaud-Latour — Wikipédia) fietsen we richting Condé-sur-l’Escaut. We hebben 70 kilometer op de teller en moeten er zeker nog 15 doen. Het is zwaarbewolkt en bijna 17h. Genoeg redenen om ons bezoek aan het stadje kort te houden. We passeren het Château de Nicolas d’Avesnes, dat eerder op een stadspoort lijkt, de naburige Moulin de Croy, en op de Place Verte het Château de Bailleul en de Église Saint-Wasnon. Ten zuiden van het stadje sluiten we aan op de gekanaliseerde Schelde. We volgen het jaagpad op linkeroever en steken de rivier over bij de Pont de Bruay-sur-Escaut. Het jaagpad op rechteroever eindigt als Rue du Noir Mouton op de Avenue de Dunkerque (D169). Het monumentale station (Gare de Valenciennes — Wikipédia) ligt vlakbij en is het startpunt naar ons hotel in de Rue du Rempart. We worden vriendelijk en vlot ontvangen. De fietsen mogen in het restaurant van het hotel overnachten. Ze hebben het beter dan wij. In onze kamer hangt een wansmakelijk chemisch geurtje. Het raam gaat meteen open. We hebben nog genoeg eten en picknicken op de kamer. Mijn plan om de stad te verkennen stel ik een uurtje uit, maar zodra het ophoudt met regenen, wil ik naar buiten. Mohannad heeft geen zin om mee te gaan. Ik geniet van de frisse buitenlucht tijdens een korte wandeling door de stad, langs de Place d’Armes tot aan de Basilique Notre-Dame du Saint-Cordon. Ik ben er toevallig verzeild geraakt en zou zonder GPS de weg naar het hotel niet gemakkelijk terugvinden. Ik kies de kortste route terug. Het is zwaarbewolkt. Af en toe valt een druppel. 


Mohannad, Denise, Johan.

Steenhuize gezien vanaf Moenebroek.

Hôpital Notre-Dame à la Rose, Lessines, (Accueil - Hôpital Notre-Dame à la Rose - Lessines). 

Rue Chemin de Scamps langs het kanaal Ath-Blaton.

Canal Ath-Blaton.

RaVel-ligne-78A.

Musée de l'Iguanodon de Bernissart.

La Fosse Ledoux.

Château de Bailleul, Condé-sur-l'Escaut.

  De gekanaliseerde Schelde, Bruay-sur-l'Escaut 

Het stadhuis van Valenciennes aan de Place d'Armes.

28/07/2025: Valenciennes – Denain – Neuville-sur-Escaut – Bouchain – Le Bassin Rond – Thun-l’Évecque – Ramillies – Cambrai – Cantaing-sur-Escaut – Flesquières – Metz-en-Couture – Équancourt – Moislains – Allaines – Mont Saint-Quentin – Péronne. (langs het Canal de l’Escaut van Denain tot Cambrai, langs het Canal de Saint-Quentin van Cambrai tot Cantaing-sur-Escaut, langs het Canal du Nord van Moislains tot Allaines.)

Geen ontbijt! Geen receptionist! “Hallo?”, en nog eens “Hallo?”. Een jonge man komt tevoorschijn. “La ‘machine’ est en panne;”. Geen excuses, geen uitleg, geen oplossing. Zijn arrogantie irriteert me. Hij laat ons in het ongewisse, loopt naar de balie en trekt zijn jas aan. Pas wanneer ik boos word, zegt hij dat hij brood gaat halen. De ontbijthoek oogt alsof niemand gereserveerd heeft: geen gedekte tafels, enkele stoelen staan nog op hun tafel. Volgens mij was dat ventje gewoon te laat op zijn werk. Er komen geen andere gasten. Het ontbijt is minimaal: een paar stukken stokbrood, een croissant, boter en confituur. Terwijl we eten, rookt hij buiten rustig een sigaret. Ik gun hem geen blik bij ons vertrek. We halen boodschappen en verlaten de stad via de D169, noordwestwaarts richting Scheldelinkeroever. In La Sentinelle passeren we aan het einde van de Rue Gabriel Péri een fietstunneltje onder de A23. La Sentinelle (La Sentinelle - Wikipedia) was oorspronkelijk de naam van een mijnschacht die in 1818 opende. Rondom ontstond een gehucht met mijnwerkershuizen. De mijn sloot in 1830, en twintig jaar later werd een oud mijngebouw omgevormd tot de Église Sainte-Barbe. De bijzondere ontstaansgeschiedenis van het dorp ontdek ik pas later online, terwijl ik uitzoek of we de gekanaliseerde Schelde hadden kunnen volgen. Via de Rue Gustave Delory fietsen we door Hérin, langs een spoorweg door Oisy, en dwars door Denain tot het blij weerzien met het Canal de l’Escaut. Na een tiental kilometer onbezorgd fietsen, jaagt Google Maps GPS ons terug de weg op. We mogen een stukje langs een beekje fietsen, dat achteraf de Schelde blijkt te zijn. In het dorp Le Bassin Rond keren we terug naar het jaagpad op linkeroever van het kanaal. Een pittoresk wandelpaadje leidt ons verder, met een mooi zicht op Estrun. Bij sluis 5 verlaten we het kanaal tot Thun-l’Éveque waar we bij sluis 4 het jaagpad op rechteroever weer volgen tot aan de Chapelle des Martyrs du 19 mai 1940. De Avenue Albert I brengt ons tot de Porte Notre-Dame, een van de stadspoorten van Cambrai. We hebben geen idee wat er in de stad te zien is en zoeken het ook online niet op. Bij de Église Saint-Géry vraag ik naar het centrum. We belanden op de Place Aristide Briand, nemen een paar foto’s en trekken met een pakje friet naar het stadspark, gekocht aan de Place Robert Leroy. We verlaten Cambrai langs de Porte de Paris, fietsen door het Réserve Naturelle Régionale de l’Escaut en volgen het Canal de Saint-Quentin van sluis 1 tot sluis 2. We verlaten het kanaal en fietsen de rest van de dag tot Péronne door een glooiend, verkeersvrij landschap, grotendeels over grind- en veldwegen. Één keer is het zelfs makkelijker over een geoogst graanveld te rijden. De veldweg, overgroeid met hoge grassen, is onberijdbaar. Een andere keer zijn de bramen langs het bospad een marteling voor Mohannads benen. Ik draag altijd een lange broek en heb er nauwelijks last van. We fietsen door dorpjes zoals Containg-sur-Escaut en Flesquières. Het museum Cambrai Tank 1917 wil ons herinneren aan de oorlog, (Centre d'Interprétation Cambrai Tank 1917 - Communauté d'Agglomération de Cambrai). Maar hoe kan ik een oorlog herinneren die ik niet hebt meegemaakt? We gaan niet verder dan de inkomhal en gebruiken het sanitair. Mohannad is de oorlog in Syrië ontvlucht. We spreken er niet over, ook niet over wat een oorlogsmuseum voor hem betekent. Zuidelijker rijden we nog steeds door heuvelend landschap, tussen Havrincourt en Tresault. De grindwegen zijn lastiger dan de zon, die zich meestal verschuilt achter  witte en grijze wolken. Op hellingen stappen we soms af. Mohannad heeft pijn in zijn knie, vooral bij het fietsen bergop. Gisteren had hij al zadelpijn. Dat is normaal als je niet gewoon bent te fietsen. Ik zie dat hij soms staand fietst, misschien om de zadelpijn te vermijden, maar wat nu misschien kniepijn veroorzaakt. Zadelpijn, kniepijn, .... ik was vergeten dat ook jongeren hun kwaaltjes hebben. Na Metz-en-Couture duiken tientallen windmolens op tussen de lage heuvels. Equancourt, met nog geen 300 inwoners, ligt er vredig bij. Het is halfvijf en er is geen verkeer! Niet dat de Fransen minder autorijden, maar als er geen mensen zijn, is er ook geen verkeer! Een paradijs om te fietsen al stuurt Google Maps ons soms langs lastige wegen. De meeste dorpjes hier halen geen 500 inwoners. De bevolkingsdichtheid van de streek is heel laag. Vredig en rustig? Aan de horizon stijgt een kolkende zwarte rookpluim op. Eerst denk ik aan een woningbrand, maar dichterbij blijkt het een hoop brandend afval aan de rand van een veldweg op een geoogst graanveld. In de buurt ligt een grote stapel strobalen. Niet verstandig om hier een vuurtje te stoken! We houden onze adem in om door de rook te rijden. Niet veel later picknicken we langs het Canal du Nord (Canal du Nord - Wikipedia) ter hoogte van Rue du Canal in Moislains. Het kanaal ligt een stuk lager dan de omgeving, onze fietsen staan boven. Mohannad ligt in het gras, Céline Dion zingt, en ik kijk mijmerend over het water. Tot we worden opgeschrikt door een roepende man bovenaan de steile kanaalberm. Ik begrijp nauwelijks wat hij roept. Het klinkt beschuldigend. “Wat is het probleem?”, roep ik terug, uiteraard in het Frans. Hij beweert dat we het maar al te goed weten en wordt kwaad omdat ik doe alsof ik van niets weet. Maar ik heb geen flauw benul waar hij het over heeft. Hij blijft brullen, tot ik mijn geduld verlies en terugbrul. Natuurlijk is dat olie op het vuur! Hij gooit de fietsen om. Verdomme! Straks kunnen we niet verder. Ik loop naar boven, Mohannad volgt. Buiten adem vraag ik opnieuw wat er aan de hand is. Hij loopt naar zijn auto, haalt een stok uit zijn koffer en komt dreigend naar ons toe. Mohannad herkent de auto: het is de man van het vuur. De man zwaait met zijn stok in de lucht, bedenkt zich, keert terug naar zijn auto en verdwijnt. Oef! Ik heb even de schrik te pakken en moet bekomen. Was hij de man bij het vuur? Mohannad is zeker en toont een foto van de brandstapel en de witte auto. Nu hoor ik hem in mijn herinnering “pompier” roepen en begrijp wat er moet gebeurd zijn. Iemand heeft de brandweer gebeld. Toen hij hier onze fietsen zag staan, moet hij gedacht hebben de daders te hebben. Misschien heeft hij gezien dat we foto’s namen? Was ik maar meteen naar boven gegaan ..... Maar ja, zo’n brulaap!, wie is daar nu happig op? We rapen de fietsen op. Geen schade, ze rijden nog! Tijdens het fietsen, merk ik dat mijn spiegeltje verdwenen is. Zinloze kosten door die onnozelaar! Ter hoogte van de D184 kunnen we voor een kort stuk het jaagpad op, maar bij de écluse n°10 moeten we er weer af. We fietsen door het dorp Allaines, recht naar het zuiden, richting Péronne. Hoog tijd dat we op onze bestemming zijn. Mohannad heeft veel pijn, wil rusten en heeft geen zin om mee op stap te gaan. Ik zoek in het stadje de herinneringen aan mijn fietstocht van twee jaar geleden. 


 'Ugolin et ses fils' de Jean-Baptiste Carpeaux,
Place de la Gare, Valenciennes. 

Canal de l'Escaut, Pont de Bouchain.

Canal de l'Escaut.


Porte Notre Dame, Cambrai.

Place Aristide Briand, Cambrai.

Place Robert Leroy.


 Porte de Paris gezien vanaf de Boulevard de la Liberté, Cambrai.

Canal Saint-Quentin, écluse n°2.

Musée Cambrai Tank 1917, Rue du Calvaire, Flesquières.







Canal du Nord, Moislains.

Canal du Nord, Moislains.

Allaines. 

Stadhuis van Péronne, Place du commandant Louis Daudré.

Historial de la Grande Guerre.

Porte de Bretagne, Péronne. 

29/07/2025: Péronne – Éterpigny – Briost – Épénancourt – Pargny – Béthencourt-sur-Somme – Rouy-le-Petit – Campagne – Haudival – Noyon. (langs het Canal de la Somme en  Canal du Nord van Péronne tot Noyon.)

Heb jij al eens dubbel geboekt? Mij is het dus overkomen. Gisterenmorgen activeerde ik mijn smartphone en kreeg meteen een foutmelding van Booking of iets in die aard. Ik dacht dat mijn hotelreservering van de avond voordien mislukt was. Dus checkte ik de website van Booking. De kamer die ik zogezegd geboekt had, bleek nog beschikbaar. Ik reserveerde ze meteen. Pas daarna dacht ik eraan mijn reservaties in de app te controleren ..... en zag dat ik twee kamers geboekt én betaald had! Hoe stom van me! Weer zoiets waarvan ik dacht: dat overkomt mij nooit. Die foutmelding kwam waarschijnlijk omdat ik de website van Booking de avond voordien niet correct had afgesloten. ... Weet ik veel wat er precies misliep. Ik belde meteen Booking om de situatie uit te leggen. Enfin, ‘meteen’, ... eerst het juiste nummer zoeken en dan geduldig wachten tot je iemand aan de lijn krijgt. Dat duurt wel even. Ze toonden begrip voor mijn onhandigheid, maar het is het hotel dat beslist of ze de foute boeking annuleren en terugbetalen. Gelukkig garandeerde de hotelreceptioniste gisterenavond de terugbetaling. We kunnen opgelucht vertrekken. Mohannad heeft nog steeds last van zijn knie. Zoiets heeft zijn tijd nodig. Opgeven komt niet over zijn lippen. In de Action halen we fysiotape, een verkoelende gel en castorolie. Ik vertrouw het niet helemaal. Voor pijnbestrijding en kwaliteitsproducten zou ik eerder bij de apotheker aankloppen. Mohannad denkt daar anders over. In elk geval: een pak goedkoper dan bij de apotheek. Wat ook helpt, is een kniesparende vlakke rit langs kanalen. De route van vandaag, van Péronne naar Noyon, is er zo ééntje! En hoe zit het met de wind? De voorbije twee dagen was hij ons zeer gunstig gezind, maar vandaag komt hij eerder uit het westen. We fietsen stroomopwaarts langs het Canal de la Somme (Canal de la Somme — Wikipédia) parallel aan de rivier tot aan de aansluiting met het Canal du Nord ten noordoosten van Rouy-le-Grand. De Somme en haar kanaal gaan oostwaarts, maar wij moeten zuidwaarts en nemen het jaagpad langs het Canal du Nord tot Campagne, een dorpje met 150 inwoners. Slechts één onderbreking! Iets ten zuiden van Libermont vraagt Google Maps ons het kanaal te verlaten. Niet begrijpend waarom zoomen we in op de kaart. De blauwe lijn is onderbroken: een kanaaltunnel dus! “Kom, we fietsen tot aan de tunnel. Waarom niet? Heen en terug is maar één extra kilometer.” Mohannad is niet enthousiast. Ik dring aan. Zo’n tunnel, niets bijzonders maar toch speciaal, moet je gezien hebben! We picknicken en rusten uit bij de noordelijke ingang van de tunnel. Een binnenschip komt traag aangevaren en past precies in de tunnelopening. (Souterrain de Panneterie: Canal du Nord (France) — Wikipédia , Tunnel Panneterie | Binnenvaart in Beeld). “De tunnel eet het schip op”, zegt Mohannad. Wij kunnen er niet door en moeten de heuvel over. Google Maps toont de weg en stuurt ons na enkele kilometers door een aardappelveld! Ongelovig kijken we naar de kaart en het veld waar geen weg te bespeuren is. We sleuren onze fietsen over het denkbeeldige pad tussen bos en veld. Google Maps bevestigt dat we goed bezig zijn! Mohannads benen worden gegeseld door bramen en takken. Vol schrammen en bloederig overleeft hij het avontuur. Uiteindelijk bereiken we opnieuw het kanaal. En dan klinkt er Arabische muziek naast mij, misschien om de jeuk van insectenbeten en schrammen te vergeten. Mohannad zet af en toe een gezellig muziekje op. Het gemak van de smartphone. Bij Campagne gaan we terug de weg op tot Haudival, en dan weer langs het water tot Noyon. Geen hotel vandaag, maar een gezellig huisje vlak bij de kathedraal, in de Rue Saint-Antoine. Mohannad wil koken. We verkennen te voet de stad en halen boodschappen voor vanavond en morgen. Één aardappel vind ik wat weinig! Ik leg een tweede in het mandje. De aardappelen worden in heel kleine blokjes gesneden en gegaard in een pan, met fijngesneden ui en tomaat erbij. Tenslotte nog vijf eieren. Wat zout en peper -andere kruiden vinden we niet in de keukenkast- en klaar! Eenvoudig en lekker! Deze keer gaat Mohannad wel mee op avondwandeling. De kathedraal, de vroeg zestiende eeuwse houten Bibliothèque du Chapitre, (La bibliothèque du chapitre à Noyon, un trésor médiéval à préserver), de Place Bertrand Labarre met het stadhuis en de Fontaine du Dauphin, maar vooral straten vol prachtige oude huizen. Een gezellig, rustig stadje.


Canal de la Somme.

Splitsing van Canal de la Somme en Canal du Nord ten zuiden van Béthencourt-sur-Somme.


Souterrain de la Panneterie, Canal du Nord.



Campagne.

Vakantiehuisje, Rue Saint-Antoine, Noyon.


Bibliothèque du Chapitre, Noyon.

Rue Sainte-Godeberthe, Noyon.

Place Bertrand Labarre, Mairie de Noyon. 

30/07/2025: Noyon – Pont-l’Évêque – Sempigny – Ourscamp – Pimprez – Bailly – Saint-Léger-aux-Bois – (Forêt Domaniale de Laigue) – Choisy-au-Bac – Compiègne – Verberie – Saint-Vaast-de-Longmont – La Bordé – Raray – Senlis. (langs een stukje van de Aine van Choisy-au-Bac tot de monding in de Oise, langs de Oise tot Compiègne en verder tot Verberie.)

Na Pont-l’Évêque kruisen we het Canal Latéral à l’Oise en de gelijknamige rivier. We fietsen door Sempigny en komen aan een splitsing met veel richtingsborden! Ik heb ze amper gezien, maar wel de kleine EuroVélo-3-sticker op een van de palen. Heel Europa wordt doorkruist door EuroVelo-routes, veilige, grotendeels bewegwijzerde fietsroutes, die langs interessante plekken voeren. (EuroVelo , Cycling tourism: Pilgrims cycle route - EuroVelo - EuroVelo , Accueil | EuroVélo 3). Ik heb er nog nooit één gereden maar ben wel vertrouwd met hun bestaan. “Stop Mohannad.” Snel even googelen! De EuroVelo-3 loopt naar Parijs! Als ik alleen zou fietsen, was de beslissing al genomen nog voor ik erover nadacht. Mohannad heeft nog nooit van deze routes gehoord. Ik moet alles uit de kast halen om hem te overtuigen Google Maps te laten voor wat het is en de EuroVelo-3 te volgen. Dat heeft gevolgen. Ik word gids en moet voorop rijden. De 3-sticker leidt ons naar de Abbaye d’Ourscamp, (Abbaye d’Ourscamp - Serviteurs de Jésus et de Marie). De ruïnes, van ver zichtbaar tussen de bomen, doen me denken aan de abdij van Villers in Wallonië. Maar hier is meer dan alleen steen. De abdij leeft! Er wonen 16 monniken en er wordt volop gerestaureerd. Voor enkele euro’s krijgen we toegang tot het domein met ruïnes en enkele in gebruik zijnde gebouwen, waaronder een gebedsruimte. Er is zelfs mogelijkheid om te overnachten. De monnik bij de accueil vertelt dat ze eigenlijk religieuzen zijn en geen monniken. Hij schetst de lange abdijgeschiedenis. Ik vrees dat het een even lang verhaal wordt. Het verveelt me snel, en Mohannad nog meer, want hij begrijpt helemaal geen Frans. Het lukt me de monnik ertoe te bewegen op de foto te gaan met Mohannad. Een abdij, ook voor Europeanen steeds meer een wereldvreemd iets, is voor Mohannad toch iets bijzonders, ook al heeft hij Syrische christenen onder zijn vrienden. De EuroVelo-3 volgt niet het jaagpad langs het Canal latéral à l’Oise of de rivier zelf, maar gaat door dorpen als Pimprez, Bailly, Saint-Léger-aux-Bois, en voert  ons kilometers ver door het heerlijke Forêt Domaniale de Laigue. In Montmacq ontbreekt elk spoor van de EuroVelo-3. Heb ik een bordje gemist? Mohannad zoekt de schaduw op terwijl ik uitpluis waar het fout liep. Ik ben tenslotte de gids nu! Ik fiets terug het bos in en ontmoet vier twintigers uit Antwerpen. Ze zijn onderweg naar Parijs! Hoeveel toeval en geluk in één keer! We staan op het kruispunt waar ik en Mohannad verkeerd reden, maar er is hier geen sticker of bordje te bekennen. De Antwerpenaren volgen de gedownloade versie van de route op hun smartphone en zijn zeker van hun weg. Terug op het juiste pad duiken de EuroVelo-bordjes en stickers weer op. Na Choisy-au-Bac fietsen we langs de Aisne en de Oise Compiegne binnen. We beseffen niet dat we op een straat na het Château de Compiègne met zijn uitgestrekte park missen. Echt waar! Het kasteel ligt op een boogscheut van de rivier, en toch hebben wij het niet gezien! Compiègne is niet groot. Ter hoogte van de Pont Louis XV, ben je vlak bij de Place de l’Hôtel de Ville, een knus plein met veel groen. We picknicken met zicht op het stadhuis met centraal in de gevel een standbeeld van Louis XII te paard. De Euro-Velo-3-bordjes zijn we inmiddels uit het oog verloren. We vertrouwen opnieuw op Google-Maps, en Mohannad is opnieuw kapitein. De Oise stroomt zuidwaarts en maakt bij Verberie een scherpe bocht naar het westen. Water is lui, zoekt de makkelijkste weg en stroomt nooit bergop. Zo zijn wij niet! Het begint lichtjes te stijgen tot aan de kerk van Saint-Vaast-de-Longmont, en dan komt de verrassing: een steil bospad! We moeten onze fietsen letterlijk met gestrekte armen voor ons uit duwen. Het zweet gutst van mijn lijf. Om de tien meter moet ik op adem komen. Ik overdrijf niet. De Oise zou nooit zo gek zijn om omhoog te stromen, maar kent dan ook het plezier van de heuvels niet. De route via Google Maps zorgt wel voor een rijke variatie aan wegen. Liever een bospad dan een drukke onveilige expresweg. Nog een twintigtal kilometer tot Senlis. We rijden door een vrij vlak landbouwlandschap. Het lijkt wel Vlaanderen. En daar hoort een veldweg langs de autostrade bij, de A1 van Rijsel naar Parijs. We logeren in het industriegebied tussen de A1 en het dorp Senlis. De nabijheid van Parijs is voelbaar. De gemeente telt 15.000 inwoners. Dat klinkt druk en ongezellig, maar het hotel is dat allerminst: een knus salon en restaurant met de kamers in een apart gebouw. 20h, het is al laat. Voor het eerst blijf ik ook op de kamer. Er is nog werk te doen. Ik boek de twee volgende nachten in de buurt van Gare du Nord in Parijs. 


Abbaye d'Ourscamp.


Abbaye Notre-Dame d'Ourscamp — Wikipédia

Abbaye d'Ourscamp.

Abbaye d'Ourscamp.

Abbaye d'Ourscamp, Mohannad en een monnik.


Forêt Domaniale de Laigue.

Langs de Oise vlak voor Compiègne.

Place de l'Hôtel de ville, Compiègne.

Mohannad langs de Oise.

Saint-Vaast de Longmont. 


Château de Raray.



31/07/2025: Senlis – Villemétrie – (Forêt Domaniale d’)Ermenonville – Beaumarchais – Thieux – Compans – Gressy –– Paris. (Langs het Canal de l’Ourcq van Gressy tot centrum Paris.)

We genieten met volle buik nog even na in het kleurrijke huiselijke salon van hotel Campanile. Bij een buffetontbijt eet je al snel wat meer dan gewoonlijk. Dat scheelt een halve middagmaaltijd, J. Het stadje Senlis, (Senlis (Oise) - Wikipedia) bezoeken we niet, hoewel er best wat te zien is: een indrukwekkende kathedraal, het Château Royal, een kunst- en archeologiemuseum, een priorij, manoirs en herenhuizen en zelfs restanten van een Romeins amphitheater, ....... Enfin, te veel om op te noemen. Wandel een keer met Street View door het stadje, dan zie je het zelf wel. Wij hebben geen tijd. Parijs wacht!. Mohannad neemt plaats achter het stuur. We rijden richting Villemétrie en steken het riviertje Nonette over. Gelukkig neem ik af en toe een foto, want anders had ik pas veel later gemerkt dat mijn smartphone verdwenen was. Denk nooit: “Dat overkomt mij niet”. Het gebeurt in een onbewaakt moment, soms onder bijzondere omstandigheden, .... Aan het brugje over de Nonette -We waren daar even gestopt- vroeg Mohannad mijn smartphone. Ik keek wat rond, kwam terug en dacht al niet meer aan de smartphone. Mohannad had hem argeloos op het muurtje gelegd, onbewust, bezig zijnde, .... Hoe gaat dat? We vertrekken. ...... Een kilometertje verder voel ik een lege broekzak. Een secondje paniek. We haasten ons terug! De smartphone ligt te zonnen op het brugje. Het voorval is snel vergeten, overweldigd als we zijn door het Forêt Domaniale d’Ermenonville. Zulke uitgestrekte bossen hebben we niet in Vlaanderen! Wij houden meer van beton! We zullen het ons ooit nog beklagen. Kilometers fietsen door het groen zoals gisteren door het Forêt Domaniale de Laigue. Voorbij Beaumarchais, een landelijk gebied met veel veldwegen en wat bos, komen we aan een grote stortplaats. Het lijkt wel of hier enkele huishoudens zijn gedumpt. Een paradijsje voor mij om in te snuisteren maar een schande voor de mensheid! Als ik al een artistieke gave heb, dan is het rommel organiseren tot een kunstwerk. De foto maakt een grote kans op een ereplaats in het Gentse SMAK. De drie kerstballen uit de vuilnisbelt, waaronder een prachtige blauwe, hangen nu als herinnering in mijn appartement. Misschien wonen de daders verderop. Her en der in de bossen staan groepen caravans, mogelijk Roma. Het zijn miserabele rommelkampen, althans zo komt het over. Maar een foute beschuldiging is snel gemaakt en misschien zit ik fout. Opgelet met vooroordelen. Roma zijn gastvrije en vriendelijke mensen althans, degenen die ik in juli 2004 ontmoette. Ik had mezelf drie weken gegeven om naar Oloron-Sainte-Marie aan de voet van de Pyreneeën te fietsen. Na twee weken was ik er al, en installeerde me voor een week op een spotgoedkope gemeentecamping in Lasseube, in afwachting van Dirk en Filip, die me een week later zouden oppikken voor een reis naar Portugal. Ik was de enige kampeerder. Maar toen ik de volgende dag terugkwam van een tocht naar de Col d’Aubisque en de Col du Soulor, stond de camping plots vol! Zware auto’s: Mercedessen en Audi’s, met grote caravans, bijna woonwagens. Alles zag er een beetje hetzelfde uit. Terwijl ik het besefte, kreeg ik het even benauwd. Het waren Roma! Toch besloot ik kennis te maken met mijn buren. Ze bleken bijzonder vriendelijk en boden me zelfs elektriciteit aan om mijn gesm op te laden. De dag erna vertrok ik voor een uitstap naar Pau. Onderweg had ik geluk met het weer, maar in Lasseube was het de hel geweest: een zwaar onweer met hagelstenen zo groot als eieren. Toen ik ’s avonds laat terugkwam toonden de Roma de schade aan hun auto’s en caravans, en foto’s van de hagelstenen. Mijn tent stond onder water, alles nat! Ze zagen mijn miserie, maakten een camionette leeg, gooiden er een matras in, en daar mocht ik slapen! Roma, gastvrije en vriendelijke mensen. We blijven fietsen door landelijk gebied, tussen verschillende dorpen door, steken via een brug de N2 over en rijden via Rue Closme het dorpje Thieux binnen. De overvliegende vliegtuigen eisen onze aandacht op. In Compans zou ik echt niet willen wonen. Je kunt er bijna de belettering op de vliegtuigen lezen. Mohannad kondigt elk vliegtuig aan via Flightradar24. (Flightradar24: Live Flight Tracker - Real-Time Flight Tracker Map). Om de twee minuten! Wat een hels lawaai! Als toerist is het eventjes leuk om een terrasje te doen bij de patissier, maar wonen..... nee, bedankt. Ten zuiden van Gressy bereiken we Canal de l’Ourcq, de groene ader die ons tot hartje Parijs brengt. Nog 25 kilometer tot Quai de Valmy. Ik herinner me mijn verbazing van twintig jaar geleden om Parijs nagenoeg verkeersvrij binnen te fietsen. We herhalen de rit niet volledig. In Pantin ruilen we het kanaal in voor de drukke Avenue Jean Lolive die overgaat in de Avenue Jean Jaurés. Steeds rechtdoor, het kanaal over, tot aan de Gare du Nord. Vlakbij, in een verkeersvrij stukje van de Rue de Dunkerque, vinden we de St Christopher’s Inn. Er is veel volk. Het inchecken verloopt vlot. We mogen de fietsen meenemen naar de kamer. De lift is kapot, dus de trap op naar de eerste verdieping. De kamer is piepklein met een stapelbed. Langzaam dringt het door dat dit eerder een hostel is. Ik maak me wat zorgen over het muziekgedreun dat opstijgt uit de bar op de binnenkoer, onder een glazen koepel waar we op uitkijken. Het besef dat de tocht erop zit, komt nog langzamer. Voor een culinaire afsluiter liggen onze eetgewoonten te ver uit elkaar. Een vegetarische pizza zou een mooi compromis zijn, maar Mohannad ligt al op het bovenste bed, ook wel door ruimtegebrek in de kamer. Hij moet nog wat administratie doorworstelen voor zijn mama en weet nog niet of hij zin heeft om de stad te verkennen. Misschien komt hij nog. Ik picknick op de kamer en trek er alleen op uit. Ik ben benieuwd naar de Quai Valmy, twintig jaar later. De herinnering aan de verkeersvrije kade langs het kanaal lijkt nog vers, zoveel indruk maakte het toen op mij, misschien omdat het in schril contrast stond met mijn beeld van Parijs toen. Ik verken Gare de l’Est, wandel door de Jardin Villemin tot de kade. Overal zijn er mensen: liggend, zittend, slenterend, ..... Ik ga op in de sfeer tot Mohannad belt. Hij komt. Hopelijk wordt zijn hart warm van Parijs en wil hij meer dan alleen de fietstocht ernaartoe. 

Hotel Campanile, Senlis.

Villemétrie.

Forêt Domaniale d’Ermenonville.

Forêt Domaniale d’Ermenonville.


Salon de thé. Bienvenue ! 


de N2.

Rue Closme, Thieux.

Wat poept zo'n grote vogel op ons uit? 


Château de Compans.

Teatime met frisdrank en taart in Compans.

Canal de l'Ourcq.

Canal de l'Ourcq.

Canal de l'Ourcq.

Canal de l'Ourcq.


Gare del'Est, Paris.

Jardin Villemin.


Jardin Villemin.


Quai de Valmy, Paris. 

Quai de Valmy, Paris.

01/08/2025: Paris – Zottegem. 

Het muziekgedreun van gisterenavond bleef maar doorgaan, ondanks de belofte van de hotelreceptioniste dat het om 23h30 zou stoppen. Pas om 1h ’s nachts keerde de stilte terug. Nog een nacht blijven is onmogelijk, zeker omdat de muziek in het weekend nog langer doorgaat. Als Mohannad Parijs écht wil zien, boek ik voor vannacht een ander hotel. Ik heb de grote monumenten van Parijs al meerdere keren gezien. Voor mij hoeft het niet. Maar Mohannad kaatst de bal terug. Als Booking de verloren nacht terugbetaalt, mag ik een ander hotel reserveren. Hoewel het vrijwel zeker is dat er geen terugbetaling komt, stel ik toch de vraag aan Booking. Het plan loopt al snel vast want het hotel moet akkoord gaan. Helaas, zo meldt de telefoniste, reageert het hotel niet haar oproep. Ik probeer het rechtstreeks aan de balie. Terugbetaling is uitgesloten, zelfs het ontbijt morgen wordt niet vergoed, hoewel dat niet via Booking is besteld. Schandalig! Zo flexibel is de jeugd niet! Ik zeg tegen Mohannad dat we nu dubbel zoveel gaan ontbijten ter compensatie. Maar de vraag of hij Parijs wil zien, blijft onbeantwoord. We trekken naar het nabijgelegen Gare du Nord om treintickets te reserveren. Ik heb de terugreis met fiets al eerder gedaan en vraag meteen tickets voor twee personen en twee niet-demonteerbare fietsen via Amiens naar Lille. De loketbediende schuift me een QR-code toe om de fietsplaatsen online te reserveren. Ironisch: ik kom net naar het station om onlinegedoe te vermijden, en nu dit. Tot mijn verbazing moeten we sinds 6 juli wél reserveren voor de fietsen terwijl dit eerder in juni niet moest. Ik probeer de online reservering met QR-code maar het lukt niet. De loketbediende neemt het van mij over en slaagt er ook niet in! Haar collega merkt op dat de trajecten Paris-Amiens en Amiens-Lille afzonderlijk gereserveerd moeten worden. Het lukt haar wel maar er is vandaag geen fietsplaats meer beschikbaar “Et demain?”, vraag ik. Ze zoekt verder, vraagt opnieuw assistentie. Haar collega wijst erop dat er vandaag om 17h30 wél nog een trein naar Amiens rijdt waarvoor geen fietsreservatie nodig is. Tiens! Die trein heb ik niet gezien op de SNCF-app. Ik beslis: we nemen die trein. Niet veel later spuwt een printer onze tickets uit. We hebben nog zes uur om Paris à vélo te verkennen. We halen onze fietsen van de hotelkamer. Ik stel één voorwaarde: ik wil een foto bij de Eiffeltoren, zoals twintig jaar geleden. Onderweg naar de fotosessie claimt het 19de eeuwse Magasins du Printemps (Printemps Haussmann — Wikipédia , Printemps.com - Mode homme, femme et beauté de luxe) met zijn rijkelijk versierde koepels alle aandacht. We bezoeken het winkelcentrum niet, maar onze nieuwsgierigheid gaat naar de zwarte Griekse tempel aan het einde van een zijstraat. La Madeleine, (Église de la Madeleine — Wikipédia) aan de Place de la Madeleine. De voorgevel van de kerk is kraaknet, vrij van alle roet en vuil. De witheid doet pijn aan de ogen in volle zon. Van hieruit is de Obélisque de Louxor, (Obélisque de Louxor — Wikipédia) op de Place de la Concorde te zien. Bij de fonteinen nemen we foto’s en publiceren ze op Polarsteps. Het is logisch dat we daarna door de Jardin des Tuileries wandelen tot het Musée du Louvre. We steken nadien de Seine over tot de Cathédrale Notre-Dame. Het plein staat vol, de wachttijd voor een bezoek is lang. Maar het is ook niet onze bedoeling Parijs grondig te leren kennen. Een uitnodigende indruk voor een volgend bezoek volstaat.  We zijn niet de enigen die Parijs per fiets ontdekken. Een gegidst groepje Nederlanders op rode Hollandse fietsen houdt halt. Wij zetten onze tocht verder langs het Hôtel de Ville en naar Place des Vosges. De tijd dringt, keuzes moeten gemaakt worden. Mohannad heeft al van de Champs-Élysèes gehoord, maar weet niet wat hij zich erbij moet voorstellen. En de Eiffeltoren is nog steeds niet afgevinkt. Aan de Pont Notre Dame dalen we de trap af naar de verkeersvrije kade Voie Georges Pompidou, pal aan de Seine. Heerlijk om hier te fietsen. De kade is een oase van rust. Na de Pont Neuf en vóór de Pont des Arts duiken we een vroegere autotunnel in. De Tunnel des Tuileries is nu exclusief voor fietsers en voetgangers. Het 800 meter lange street-art parcours, ondergedompeld in het blauwig tunnellicht is bijzonder. (Tunnel des Tuileries - Wikipedia , À Paris, le tunnel des Tuileries devient un géant parcours de Street Art). Parijs is duidelijk fietsvriendelijker geworden. Veel straten hebben brede fietspaden (piste cyclable) met twee rijrichtingen. Ter hoogte van de sierlijke Pont Alexandre III verlaten we de kade en begeven ons naar de Champs-Élysées. “Waar zijn de winkels?” vraagt Mohannad. We rijden richting Arc de Triomphe en gaan te voet verder zodra de luxewinkels met brede trottoirs opduiken. Rond de Arc de Triomphe fietsen, doe ik geen tweede keer. Het is levensgevaarlijk gekkenwerk. We keren rechtsom, nemen de Avenue George V en steken de Seine over naar de Tour Eiffel voor een derde fotosessie: het symbolische einde van onze fietstocht. Er rest ons niet veel tijd meer. Mijn stress neemt toe. We zetten koers richting Gare du Nord, moeten nog eten en de bagage ophalen in het hotel. Ik ben aangenaam verrast door het Syrisch restaurant Brocart in de Rue de Maubeuge, een keuze van Mohannad. Terwijl ik de fietsen vastzet, bestelt hij falafel en shoarma. Om tijd te winnen haal ik voor de treinreis bananen en fruitsap bij Carrefour City aan de overkant (Sorry, Mohammed, als je dit leest). We eten haastig. Ik ben altijd bang dat er iets misloopt en we de trein missen. Maar alles verloopt vlot, ook het ophalen van de bagage. En was er niet zoveel volk in en rond Gare du Nord, dan hadden we vanop straat de trein kunnen binnenrijden! Op de trein worden we door de SNCF verwelkomt in het Nederlands. In België is dat door de taalwetten iets complexer. 17h30: Het station beweegt, we zijn vertrokken richting Amiens. Ook hier hebben we geen (rol)trappen of liften nodig. De eerste keer dat we onze fietsen moeten optillen is in Lille-Flandres, om op de Belgische trein te stappen. 22h45: aankomst in Zottegem.  


Magasins du Printemps, Parijs.

Magasins du Printemps.


La Madeleine, Parijs.

La Madeleine. 

La Place de la Concorde, Parijs.

Jardin des Tuileries.

Jardin des Tuileries, Arc de Triomphe du Carrousel.

Musée du Louvre.

La Seine.

La Place des Vosges.

La Voie Georges Pompidou.

Le Tunnel des Tuileries: vroeger een autotunnel, nu een fiets- en voetgangerstunnel.

Le Pont Alexandre III.

Le Tour Eiffel.  Johan en Mohannad.


Voor reacties: vanhecke1965@skynet.be 

1 opmerking: