maandag 3 juli 2023

Fietsen langs de frontlinie en de Somme.


Waarom ik nog niet elektrisch fiets? Ik krijg de vraag wel eens, maar waarom zou ik? Hoe sneller je fietst, hoe meer focus je moet leggen op de weg en hoe minder je om je heen kan kijken. Bovendien neem je een zware elektrische fiets niet zo makkelijk mee op de trein of op trappen in stations. En na vijf tot zeven jaar is je batterij reeds aan vervanging toe. Een batterij om recreatief wat rondjes te rijden is ecologisch geen goede zaak. Een elektrische fiets levert pas milieuwinst op als hij een auto vervangt. Nee, nog geen elektrische fiets voor mij zolang het fysiek niet nodig is. Ik heb van de wind geprofiteerd om vlotjes langs de frontlinie van de Eerste Wereldoorlog van Nieuwpoort tot Péronne en vervolgens langs de Somme tot haar monding bij Saint-Valery-sur-Somme te fietsen. Dankzij -J- de klimaatverandering hebben we langere periodes hetzelfde weer. Het werd een heerlijke fietsvakantie zonder regen, met veel zon en een meewindje uit het noordoosten. Mijn reisgezel, de fietsgids ‘Fietsen in de Frontstreek’ geschreven door Carl F.J. Ooghe had ik beter op voorhand gelezen. Het bevat naast de routebeschrijving vele bladzijden geschiedkundige verhalen en anekdotes, onontbeerlijk om de betekenis van de militaire begraafplaatsen en monumenten te begrijpen. De graven boden troost aan de nabestaanden van de gesneuvelde soldaten terwijl de monumenten de boodschap NOOIT MEER OORLOG kracht moesten bijzetten. Vandaag, meer dan een eeuw later rouwt niemand nog om de gesneuvelde soldaten en blijkt de boodschap NOOIT MEER OORLOG voorlopig een illusie. Wat betekenen de militaire begraafplaatsen en monumenten voor ons? Inspireren ze ons tot nadenken over hoe we als individu kunnen bijdragen nog meer ellende en oorlog ten gevolge van vb. klimaatverandering te voorkomen?  

Websites:

Fietsroute: ‘Fietsen in de Frontstreek’, Carl F.J. Ooghe (Fietsen In De Frontstreek - Boeken, Reisverhalen En Reisgidsen (derito.be). Carl F.J. Ooghe: Guided Bike Tours France (cyclingthewesternfront.co.uk)

Fietsroute: ‘Fietsen langs de Frontlijn. Van Nieuwpoort tot Bazel’, Kees Swart   (Fietsen langs de frontlijn | Grote Routepaden, Algemene info Fietsen langs de frontlijn (recreatief-fietsen.nl))

Fietsroute: HOME - Western Front Way (thewesternfrontway.com)

De Eerste Wereldoorlog: A guide to the Western Front WW1 battlefields of 1914-1918. (greatwar.co.uk)

Fietsen langs de Somme: La Véloroute Vallée de Somme | Conseil départemental de la Somme , Véloroute Vallée de Somme : 195 km à vélo jusqu'en Baie de Somme (francevelotourisme.com) , La Somme à Vélo | www.somme-tourisme.com

Fietsknooppunten in het departement Somme: Le réseau Points Nœuds Somme à Vélo | www.somme-tourisme.com 


29/05/2023: Oostende – Nieuwpoort – Oud-Stuivekenskerke – Diksmuide – Boezinge – Ieper. (70 km).

De fietstassen geraken maar niet klaar. De trein van 9h20 haal ik niet en moet mijn vertrek met een uur uitstellen. Mijn vrees voor meer drukte op de trein en in de stations van Gent en Brugge waar ik moet overstappen, blijkt ongegrond. Meteen na mijn aankomst in Oostende spring ik de fiets op. De wind stuwt me krachtig vooruit langs de kust naar Nieuwpoort. De vertreuzelde tijd haal ik snel in. Nieuwpoort lag aan de Frontlijn tijdens de Eerste Wereldoorlog en is de start van de fietsroute Fietsen in de Frontstreek. Het bezoekerscentrum Westfront bevindt zich onder het Koning Albert I-monument (Koning Albert I-monument - Wikipedia) bij de Ganzenpoot, een sluizencomplex waar vijf kanalen en de IJzer samenvloeien. In de buurt staan gedenkstenen voor Britse en Franse soldaten. Het is opletten om het juiste water te kiezen en bij de Ieperbrug het jaagpad langs de IJzer richting Diksmuide te nemen. Het vlakke polderland, verdeeld in akkers en weiden strekt zich uit tot de horizon. Ter hoogte van de Viconia Kleiputten verlaat de route de IJzerdijk voor een ommetje door Stuivekenskerke. De Viconiastraat leidt naar het voormalige dorp Oud-Stuivekenskerke (Onze-Lieve-Vrouwehoekje - Wikipedia) dat in de negentiende eeuw verlaten werd en vandaag slechts een gehucht is. De resterende kerktoren werd tijdens de Eerste Wereldoorlog een belangrijke uitkijkpost en met beton versterkt. De ruïne van de toren biedt vandaag uitzicht over de IJzervlakte. De kapel naast de toren werd na de oorlog gebouwd op initiatief van de franciscaan Edouard Leleux (pater Martial) die reserveluitenant was tijdens de Eerste Wereldoorlog. De franciscaan staat afgebeeld op twee brandglasramen als pater en als soldaat. Wel heel bizar! Oorlogstaferelen in een kapel! Een wandel- en fietspad voert terug naar de IJzer. Vooraleer Diksmuide te bereiken kom ik langs het museum De Dodengang, (Homepage Trench of Death | Trench of Europe (dodengang.be)). De tijd is krap. Een bezoek is misschien voor later. Diksmuide is tenslotte niet zo ver weg van Zottegem, dezelfde reden waarom ik Nieuwpoort niet bezocht. Op de Grote Markt in Diksmuide zijn het Boter- en Kaasfeesten. Elk jaar op Pinkstermaandag bieden lokale boeren hun hoeveproducten aan. Voor een potje yoghurt van ’t Hof van de Rhille uit Woumen is er nog plaats in mijn fietstas. Van de Grote Markt gaat het terug naar de IJzer en langs het museum ‘Aan de IJzer’ met de Paxpoort, de IJzercrypte en de IJzertoren. (Museum aan de IJzer - IJzertoren - Bezoek Diksmuide , MuseumaandeIjzer). Twijfel breekt mijn hoofd. Het is 16h30, misschien toch maar doorfietsen en later terugkomen voor het uitzicht over de stad en de IJzervlakte van op de IJzertoren. Mijn planning zit niet goed. Er is geen tijd voor een museum. Bij Herberg De Knocke, aan de monding van de Ieperlee in de IJzer valt onverwachts nog wat te beleven. Veel volk is er echter niet opgedaagd voor de folkband Korrigan. De noordoostenwind voelt bij stilstand koud aan. Na enkele liedjes laat ik me verder drijven langs de gekanaliseerde Ieperlee (het Ieper-IJzer-kanaal). Achteraf kom ik te weten dat er vroeger wel meer te beleven viel aan de monding van de Ieperlee. Hier stond namelijk een fort. (Het verdwenen Fort de Knocke aan de IJzer: het verhaal van een Spaans fort en een Vlaamse list | VRT NWS: nieuws). Verder langs het kanaal staat een monument ter nagedachtenis van de gebroeders Van Raemdonck die in de Eerste Wereldoorlog sneuvelden. (Gebroeders Van Raemdonck - Wikipedia). Verderop aan de overkant van het kanaal, in het industrieterrein van Boezinge ligt de oorlogssite Yorkshire Trench and Dug Out. (Yorkshire Trench & Dug-out | het landschap als getuige | Museum | In Flanders Fields Museum). Pas na de fietsvakantie ontdek ik op internet de site. Na Boezinge komt mijn bestemming voor vandaag eindelijk in zicht. Ik ben moe ook al was het een vlakke gemakkelijke windmee rit langs de kust, de IJzer en de Ieperlee. Ik heb een B&B gereserveerd in de Elverdingestraat. Bizar dat niemand me komt begroeten. De sleutel zit in een minikastje met code. Mijn fiets staat reeds in de gang wanneer de gastvrouw opduikt. De fiets moet onmiddellijk naar buiten. Op het einde van de straat aan het Vandenpeereboomplein vind ik fietsparkeergelegenheid. Mijn gastvrouw toont me vervolgens mijn kamer. Veel avond blijft er na het douchen niet over. Ik trek de stad in voor een hapje. Restaurant Olijfje in de Boomgaardstraat is een tegenvaller. Er zijn nauwelijks groenten bij de couscous.    


Het Koning Albert I-monument in Nieuwpoort aan de Ganzenpoot. 

Het Onze-Lieve-Vrouwehoekje in Oud-Stuivekenskerke. 



De Boter- en Kaasfeesten op Pinkstermaandag op de Grote Markt in Diksmuide.

De Paxpoort en de IJzertoren. (foto: fietstocht 2009).

Het gedenkmonument voor de gebroeders Van Raemdonck langs het Ieper-IJzer-kanaal. 

De sluis Boezinge Sas op het Ieper-IJzer-kanaal. 


Langs het Ieper-IJzer-kanaal. 

30/05/2023: Ieper –Sint-Juliaan – Passendale – Zonnebeke – Hollebeke – Wijtschate – Mesen – Armentières. (135 km).

Mijn gastvrouw Dorine heeft geen ontbijt voorzien. Ze zegt dat er voldoende eetgelegenheden zijn in de stad. We praten nog wat na in de gang tussen de beelden van haar vader die kunstenaar was. Zelf is ze ook artistiek begaafd en schilderde. Ik vergeet de naam van haar vader te vragen. Misschien omdat ik ongeduldig ben te vertrekken of misschien omdat ik zijn werk maar niets vind. Ik sprokkel een ontbijt en picknick voor ’s namiddags. Aan de Menenpoort, door stellingen omgeven, start ik een ritje op de vestingmuren en verlaat nadien de stad langs de Kauwekijnstraat naar Sint-Juliaan. The Brooding Soldier aan de kruising van de Brugseweg en de Zonnebekestraat is niet het eerste en zeker niet het laatste oorlogsmonument dat ik de komende dagen zal zien.  (The Brooding Soldier - Wikipedia). Verderop in de Onze-Lieve-Vrouwstraat bevindt zich de Steenakkermolen of Dodenmolen, een houten staakmolen. (Steenakkermolen | Dodenmolen | Belgische Molendatabase | Molenecho's (molenechos.org)). De molen werd in 1923 overgebracht uit Pittem ter vervanging van de molen die reeds bij de aanvang van de eerste wereldoorlog in vlammen opging. Bij de molen ontmoet ik een groepje vrouwen met twee alpaca’s aan de leiband. Het zijn schattige dieren en de ene laat zich heel graag aaien. Volgens de vrouwen weten de alpaca’s hun weg want de dieren maken steeds dezelfde wandeling. Enkele kilometers verderop, in Passendale langs de Vijfwegestraat ligt het Tyne Cot Cemetery het grootste Britse militaire kerkhof (Tyne Cot Cemetery - Wikipedia). De naam Tyne Cot verwijst naar een schuurtje dat te midden van een vijftal Duitse betonnen bunkers stond, langs de weg van Broodseinde naar Passendale. Het was de 50th Northumbrian Division die tijdens de Eerste Wereldoorlog de naam bedacht voor het schuurtje en hiermee verwees naar huisjes (cottages) langs de Tyne, een rivier in Noord-Engeland die door Northumberland loopt. Bijna 12.000 militairen van wie meer dan 8.000 ongeïdentificeerd, liggen hier op het Tyne Cot Cemetery begraven. 12.000 mannen en geen vrouwen. Is testosteron dan toch de oorzaak van oorlog? Aan de oostelijke kant staan de namen van 35.000 Britse en Nieuw-Zeelandse soldaten die geen graf hebben. Zelfs met deze cijfers moet ik hard mijn best doen om aan oorlogsgruwel te denken. Ik heb de oorlog niet meegemaakt en ervaar het kerkhof als een mooie tuin. Bovendien leef ik in de gelukzalige roes van de heerlijke fietstocht en het mooie weer. In het bezoekerscentrum liggen documenten en opgegraven spullen tentoongesteld. De oorlog voelt tastbaarder. De foto van wielrenner Matthew Herbert Austin maakt me nieuwsgierig. Ik vind meer over hem op (Passchendaele archives (www.archives.passchendaele.be). Matthew werd in 1893 geboren in Australië en stopte met school op zijn vijftiende om als matroos op een koopvaardijschip te werken. Later werkte hij als mijnwerker en begon met wielrennen. Hij blinkt uit in baanwedstrijden op de velodroom en wint veel lokale en regionale wedstrijden. In 1914 huwt hij en eind 1915, twee weken na de geboorte van zijn zoon, meldt hij zich vrijwillig aan bij het leger. Hij sneuvelt op 12 oktober 1917. Waarom meldt hij zich vrijwillig om te vechten aan de andere kant van de wereld? Dat staat niet in zijn biografie! En hoe keek Arthur Young aan tegen de oorlog? Zijn vader liet op zijn zerk het opschrift: “...... sacrificed to the fallacy that war can end war.” aanbrengen. Ik picknick in het kasteeldomein achter de kerk van Zonnebeke waar in het voormalige kasteel het Memorial Museum Passchendaele 1917 is gevestigd. Het museum bezoek ik niet. Ik heb een aangename babbel met twee vrolijke meisjes uit Heerle. Ze zijn op tweedaagse schooluitstap waarin oorlog en vrede centraal staan en hebben straks een ontmoeting met een Duitse school. De jeugd moet op tweedaagse uitstap omdat sommigen beweren dat we de herinnering aan de oorlogsgruwel levendig moeten houden om nieuwe oorlogen te vermijden. Is dat zo? Kunnen we door opvoeding voldoende protest en verzet opwekken bij de bevolking om oorlog onmogelijk maken? Om soldaten te weerhouden een ander land binnen te vallen? Maakt de jeugd ook kennis met Die Weiβe Rose (Weiße Rose - Wikipedia)? Een oorlog voorkomen is blijkbaar moeilijker dan er een beginnen. We zijn het allemaal eens dat de inval van Poetin in Oekraïne onvergeeflijk en barbaars is, maar ik vraag me af in welke mate Europa heeft bijgedragen aan het ontstaan van deze oorlog? Is het niet bizar dat toen Rusland de Krim annexeerde, Europa niet heeft ingezet op het versneld afbouwen van de import van Russisch gas en olie? De klimaatverandering op zich was en is al een reden om versneld de energietransitie naar een koolstofvrije economie door te voeren! Hebben we de oorlogsmachine van Poetin mee gefinancierd? (Europa denkt na over sancties voor Russische olie: wat ligt op tafel en zullen we dat voelen aan de pomp? | VRT NWS: nieuws). De meisjes moeten ervan door en ik heb net als zij een programma af te werken. Nog in Zonnebeke bezoek ik het Buttes New Britisch Cemetery (Buttes New British Cemetery, Polygon Wood - Wikipedia) gelegen in het Polygoonbos. Het is hier uiterst stil en prachtig. Een enkele bezoeker wandelt in de strak geometrische tuin van witte rechtopstaande stenen. 2.108 soldaten liggen hier begraven, evenveel schedels of minder. Misschien hebben ze van sommigen niet het hele lichaam teruggevonden. Het was een gruwelijke oorlog, toch? Recente TV-beelden van de oorlog in Oekraïne komen in mijn gedachten. Hebben wij door onze mateloze verslaving aan olie en gas deze oorlog mee mogelijk gemaakt? Soms denk ik van wel, en dan weer niet of misschien voor een stukje toch? Ik fiets nog een eind door het Polygoonbos, passeer vervolgens langs het recreatiepark Bellewaerde en het Sanctuary Wood Cemetery (Sanctuary Wood Cemetery - Wikipedia) nabij het Hill 62 Museum (Hill 62 - Hill 62 (hill62trenches.be)) aan de Canadalaan in Zillebeke. Ik picknick langs het oude kanaal Ieper-Komen in het provinciaal domein De Palingbeek. (Palingbeek - Wikipedia). Verder zuidwaarts wordt het landschap rond de Hollebeekstraat glooiend. Ze verbindt de kerken van Hollebeke en Wijtschate. De Kemmelberg in het Heuvelland komt in zicht. Van Wijtschate naar Mesen is het amper 3 kilometer. De fietsgids neemt niet de kortste weg naar Mesen, maar maakt een ommetje naar de Poel van Vrede (Spanbroekmolenkrater - Wikipedia), een bizarre naam voor een bomkrater. Nabij de krater stond de Spanbroekmolen, een houten staakmolen. Reeds bij het begin van WOI werd de molen en het molenhuis aan flarden geschoten. De krater ontstond door de ontploffing van een Britse dieptemijn op 7 juni 1917 die de Duitse artilleriestelling op de heuvel vernietigde. Wie de geschiedenis van de krater niet kent, denkt bij deze liefelijke vijver niet aan oorlog en geniet van het vergezicht. Mesen is met amper 1.000 inwoners de kleinste stad van België en is een faciliteitengemeente. De straatnaambordjes zijn tweetalig. De koepelvormige toren van de Sint-Niklaaskerk (Sint-Niklaaskerk (Mesen) - Wikipedia) die van ver buiten het centrum zichtbaar is, wordt in de volksmond de Dikkop van Mesen genoemd. Na de totale vernietiging van de abdijkerk en het klooster tijdens de Eerste Wereldoorlog werd enkel de kerk in 1928 heropgebouwd. Het is verwonderlijk dat de kerk, de 11e eeuwse romaanse crypte met het graf van de zalige Adela van Mesen (Adela van Mesen - Wikipedia) en de toren vrij toegankelijk zijn. Sinds 1986 speelt de vredesbeiaard om het kwartier hymnes of volksmuziek uit alle landen die in de Eerste Wereldoorlog betrokken waren. De klim naar boven wordt beloond met een panoramisch uitzicht over de omgeving waarvan ik minutenlang geniet. Ik rijd door Komen-Waasten een geïsoleerd stukje Wallonië, kom voorbij nog enkele militaire kerkhoven, het Ploegsteert Memorial (Ploegsteert Memorial - Wikipedia) en het oorlogsmuseum Plugstreet 14-18 (Plugstreet 14-18 - Wikipedia) in het dorpje Ploegsteert (Ploegsteert - Wikipedia). Ik verlaat weldra België en vraag me af hoeveel begraafplaatsen van de Eerste Wereldoorlog er in de Westhoek, in West-Vlaanderen, in Vlaanderen, in België, .... zijn. De lijst is indrukwekkend. Alleen al het aantal begraafplaatsen in West-Vlaanderen van het Britse Gemenebest, onderhouden door het CWGC bedraagt ruim 200. Ik heb er slechts enkele gezien waaronder de grootste, het Tyne Cot Cemetery. (Lijst van militaire begraafplaatsen in België - Wikipedia , Homepage | WOI (wo1.be) , Commonwealth War Graves Commission - Wikipedia , The Commonwealth War Graves Commission | CWGC , Oorlogsgraven in de Westhoek - Wikipedia). Voor ik het Franse stadje Armentières binnenrijd, flirt ik nog even met de Belgisch-Franse grens langs een stukje Leie. De GPS leidt me daarna naar mijn overnachtingplaats aan de Rue Jules Lebleu 69, een 19de eeuws statig dubbel herenhuis, zeg maar kasteeltje in een parkje dat ooit toebehoorde aan twee broers textielbaronnen en gelegen is tegenover het Lycée Gustave Eiffel. Mijn gerenoveerd ministudiootje heeft een aparte ingang. De eigenaars wonen in één van de appartementen in het gebouw. Mijn gastvrouw neemt na een minimale maar ruim voldoende uitleg onmiddellijk afscheid. Misschien zag ze wel dat ik er een zware reisdag op zitten heb. Ik laat me op het bed vallen en geniet minutenlang van de mooie kamer met hoog plafond. Het stadscentrum is op fietsafstand, waarmee de kerk en het stadhuis bedoeld worden. Er zijn geen leuke hoekjes te bespeuren. Koning auto neemt hier nog alle plaats in en het asfalt is rijkelijk als een zwarte loper voor hem uitgerold. Ik fiets rond maar nergens wil ik blijven. Toch moet ik ergens een spikkeltje schoonheid ontdekken in deze grauwheid. Met wat goede wil is de Rue du Maréchal Foch -dankzij de bomen- gezellig te noemen en de naam van de crêperie Le Vélo de Suzon, spreekt me wel aan. De crêpe maroilles doet me denken aan de Groene Valleien Fietstocht van 2009. Ik leerde toen de kaas van Maroilles, een Frans dorpje kennen en hoop zoals in À la recherche du temps perdu van Proust dat de smaak de herinneringen zullen terugbrengen. 


Het In Flanders Fields Museum in Ieper, (Home | In Flanders Fields Museum)


De Vauban-vestingwerken rond de stad Ieper in de buurt van de Menenpoort.

The Brooding Soldier aan de kruising van de Brugseweg en de Zonnebekestraat, 
(The Brooding Soldier - Wikipedia).

De Steenakkermolen in de Onze-Lieve-Vrouwstraat, Sint-Juliaan.

Het Tyne Cot Cemetery te Passendale, (Tyne Cot Cemetery - Wikipedia).

Het Tyne Cot Cemetery te Passendale, (Tyne Cot Cemetery - Wikipedia). 

Het bezoekerscentrum van het Tyne Cot Cemetery te Passendale.

Matthew Herbert Austin was een succesvolle wielrenner.
Hij sneuvelde op 12 oktober 1917, 24 jaar.

Het Buttes New Britisch Cemetery  gelegen in het Polygoonbos,
(Buttes New British Cemetery, Polygon Wood - Wikipedia).

Het Polygoonbos in Zonnebeke.


Het Sint-Medardusplein in Wijtschate.

De Sint-Niklaaskerk van Mesen, (Sint-Niklaaskerk (Mesen) - Wikipedia).



De vredesbeiaard in de toren van de Sint-Niklaaskerk van Mesen.

Uitzicht van op de toren van de Sint-Niklaaskerk van Mesen.

Uitzicht van op de toren van de Sint-Niklaaskerk van Mesen.

Het Mud Corner Cemetery in Komen-Waasten, (Mud Corner Cemetery - Wikipedia) .

Het Ploegsteert Memorial in Komen-Waasten, (Ploegsteert Memorial - Wikipedia)

Rue Jules Lebleu 69, Armentières.

De B&B-kamer in de Rue Jules Lebleu 69, Armentières.

31/05/2023: Armentières – Fleurbay – Fromelles – La Bassée – Cuinchy – Lens. (200 km).

Stipt om 8h30 zoals afgesproken brengt mijn gastvrouw mijn ontbijt. Thee maak ik zelf in het keukenhoekje van mijn luxekamer. Door het open raam komen de vrolijke geluiden binnen van de tieners die aan de schoolpoort van het Lycée Gustave Eiffel rondhangen. Ik denk aan het Atheneum in Zottegem, dwaal door de gangen, sta opnieuw voor de klas in het chemielokaal, zie mezelf lesgeven, ....... en hoe je door eenvoudige proefjes de werkelijkheid leert doorgronden. Je zou een volume van 100 ml verwachten na mengen van 50 ml zuiver water en 50 ml zuiver ethanol. De verrassing is dat je 97 ml hebt na samenvoegen. In een mengsel van water en ethanol zitten de moleculen dichter bij elkaar dan in zuiver water en in zuiver ethanol. Het bewijs dat intermoleculaire ruimte bestaat. Prachtig is dat! Ik krijg er zowaar de tranen van in mijn ogen en kijk met heimwee naar de jeugd aan de overkant van de straat. Volgende week word ik 58 jaar. Waar zijn al die jaren heen? Ik wend me af en kom terug tot de realiteit, pak mijn spullen en neem de kaartjes met de wegbeschrijving voor vandaag: Armentières – Lens, 50 km. Ik start op de Place Général de Gaulle zoals het boekje wil. Ik had misschien toch beter de route vooraf bekeken dan had ik niet nutteloos opnieuw naar het troosteloze centrum gereden want de route komt voorbij mijn B&B. De eerste omwegkilometers zijn gereden! In de Avenue Roger Salengro, een zijstraat van de Rue Jules Lebleu bevindt zich het militaire kerkhof Cité Bonjean, (Cité Bonjean Military Cemetery - Wikipedia). Opvallend is dat er geen ongeïdentificeerde soldaten begraven liggen. Hier werden immers de soldaten begraven die overleden in het veldhospitaal dat hier opgetrokken was. Op het einde van de straat, langs de oever van de Leie, staan de imposante industriële gebouwen van de voormalige Brasserie Motte-Cordonnier die sinds begin jaren negentig verlaten werden. Het is momenteel een grote bouwwerf. Niet toegankelijk voor onbevoegden, maar ik zie wel wanneer iemand me aanspreekt. Het zal hier prachtig wonen zijn in de ruim 200 appartementen die op de site ingericht worden. Een zoektochtje op internet leert me dat de nakomelingen van de brouwersfamilie Motte-Cordonnier sinds 2018 opnieuw bier brouwen en hopen in de nabije toekomst hun microbrouwerij te kunnen herlokaliseren op de voormalige site van hun voorouders. (Bières Motte-Cordonnier - Découvrez notre histoire (bieresmottecordonnier.fr) , Brasserie Motte-Cordonnier — Wikipédia (wikipedia.org) , Patrimoine : La brasserie Motte Cordonnier, renaissance d'une brasserie familiale. - Bing video , Près de chez vous - 2015 - La Brasserie à Armentières : Une Grande Histoire... - YouTube , BRASSERIE MALTERIE MOTTE-CORDONNIER • Groupe MAES (maes-groupe.com) , La Brasserie Motte-Cordonnier (nicau.be)). Ook bij het omwalde en met treurwilgen omgeven kerkhof Le Trou Aid Post Cemetery (Le Trou Aid Post Cemetery - Wikipedia) in Fleurbay, Rue du Petillon hoort een verhaal. In het midden, waar geen zerken zijn, stond een hoeve die dienst deed als verbandpost achter het front. De soldaten werden rondom de hoeve begraven. Een tweede militair kerkhof Rue-Petillon Military Cemetery in dezelfde straat bezocht ik niet. Om de hoek in de Rue Delval is er naast het militair kerkhof VC Corner Australian Cemetery and Memorial (V.C. Corner Australian Cemetery and Memorial - Wikipedia) ook het standbeeld The Cobber Simon Fraser dat het ontroerende verhaal vertelt van Simon Fraser die ondanks een verbod ’s nachts in het niemandsland op zoek ging naar zijn gevallen strijdmakker. (Australian Memorial Park - Wikipedia , Keep Cobber Alive (aussiecobber.com)). In Fromelles neem ik de tijd om het Musée de la Bataille de Fromelles (Page d'accueil | Le musée de la bataille de Fromelles (musee-bataille-fromelles.fr) , Musée de la bataille de Fromelles — Wikipédia (wikipedia.org) , Het museum | Le musée de la bataille de Fromelles (musee-bataille-fromelles.fr)) te bezoeken. Het nieuwe museum dat in 2014 geopend werd, lijkt op een half in de grond verzonken bunker. De ruwe architectuur leid je binnen in de wereld van de oorlogsgruwel. In 2009 werden de lichamen van 250 Australische en Britse soldaten opgegraven. Ze lagen begraven in massagraven nabij het Bois des Faisans. Een honderdtal soldaten kon met DNA-analyse alsnog geïdentificeerd worden. Een jaar later werd door de CWGC een nieuwe begraafplaats Pheasant Wood (Fromelles (Pheasant Wood) Military Cemetery - Wikipedia) aangelegd om de 250 soldaten in aparte graven te begraven. Naast de begraafplaats werd het museum opgericht waarin naast de collecties van het voormalige gemeenschapsmuseum, nu ook het hele onderzoeksproject en individuele levensverhalen van soldaten aan bod komen. Het bezoek heeft me geraakt, vooral de inspanningen die geleverd zijn om bijna een eeuw na de oorlog de soldaten te ontgraven, te identificeren en te herbegraven, een nieuw kerkhof aan te leggen en een museum te bouwen. Voor wie en waarom doet men dit? In het museumwinkeltje ontdek ik tussen de brolsouvenirs het boek Trulin 1915, Un Petit Belge, héros lillois, (Léon Trulin - Wikipedia). Hij was een Belgisch spion en amper 18 jaar toen hij samen met anderen door de Duitsers werd terechtgesteld in Rijsel. Het is bijna 14h als ik picknick in het lommerrijke parkje aan de Place des Augustins in La Bassée, een dorp met 6.000 inwoners. Het dorp werd in de Eerste Wereldoorlog nagenoeg volledig verwoest. Het lukt me niet de wegbeschrijving naar het Canal d’Aire te ontcijferen. Met de hulp van passanten en kilometers omweg geraak ik er toch. Langs het kanaal ontmoet ik Michel Fénart, 82 jaar. Hij rijdt op te slappe banden en alles aan zijn roestige fiets rammelt. Jongeren zouden zijn kledij als gore vodden weggooien. Met groeiend respect en bewondering luister ik naar zijn verhaal. Hij ruimt afval op langs het kanaal. Langs weerszijden van zijn stuur hangen emmers en op de bagagedrager zitten zakken vol afval onder velorekkers gekneld. Wat een kerel zeg! Ik verdraag het niet dat hij op te slappe banden fietst, doe hem stoppen en pomp zijn banden op. Hij fietst zonder versnellingen vlotjes met me mee tot het volgende dorp Cuinchy waar ik het kanaal verlaat en zuidwaarts via Vermelles richting Lens fiets. Reeds van ver zijn de twee grootste mijnterrils van Europa te zien, getuigen van het steenkoolverleden van de regio. (Site CPIE Chaîne des Terrils (chainedesterrils.eu) , Terrils – Bassin minier Nord-Pas de Calais – Patrimoine mondial (bassinminier-patrimoinemondial.org) , DU HAUT DES TERRILS JUMEAUX | Loos-en-Gohelle (nord-decouverte.fr)). In Loos-en-Gohelle vind ik het ommetje naar het Dud Corner Cemetery (Dud Corner Cemetery - Wikipedia) de moeite waard al was het maar dat de fietsgids een prachtig uitzicht belooft van op één van de twee torens van het kerkhof. Ik vul het visitors’ book aan met mijn naam, herkomst en datum. Ik lees sommige commentaren zoals: “Certains n’étaitent que des enfants, merci à eux de nous avoir défendu.” Zelf kom ik niet tot het schrijven van een commentaar. Nochtans heb ik al enkele visitors’ books ingevuld maar heb nog nooit een commentaar bedacht. Ik fiets dwars door Loos-en-Gohelle. Achtereenvolgens: Rue Jean-Baptiste Roussel, Rue Roger Salengro en Avenue de la Fossé 12. Het Hill 70 Memorial Park and Visitors Center (Hill 70 - Home) heb ik niet gezien en pas later op internet ontdekt. Hill 70 werd in 2019 geopend, lang nadat de fietsgids uitgegeven werd. Via de Route de Béthune rijd ik Lens binnen. Het is 18h45 als ik bij Hôtel de France aankom op de Place du Général de Gaulle tegenover het station van Lens. De eerste indruk van het hotel is niet bemoedigend en de receptionist, een jonge Marokkaan spreekt te snel. Er is geen lift. De kamer is op de derde verdieping. De muren zitten onder de vlekken en alles is afgeleefd. De decoratie is geen rommelmarkt waardig. Dat alles tot op de draad versleten wordt zou me moeten blij stemmen want het is ook mijn principe. De ontgoocheling is dat Booking.com veel mooiere kamers toont. Ik voel me bedrogen, zet er me overheen want het bed en de handdoek zijn onberispelijk en er is gepoetst. Na een verfrissende douche trek ik de stad in. Net als in Armentières wijkt ook hier het asfalt en de auto nog niet voor meer groen en verkeersvrije straten en pleinen. Anderzijds is het prima dat er geen aantrekkelijke dure etalages zijn die om de haverklap vernieuwd worden. De lelijkheid van de stad is haar ecologische schoonheid. Op de Place Jean Jaurès stap ik binnen bij Konapoke en bestel een vegetarische poke bowl. Ik proef voor het eerst wasabi-saus. Veel te pikant! Geen wasabi meer voor mij. Ik ga op wandel en neem achter de spoorwegbrug op de Avenue Alfred Maes het fiets- en wandelpad naar het museum Louvre-Lens. Het pad maakt deel uit van de Véloroute de la Mémoire (La véloroute de la mémoire,Cyclotourisme, (somme-tourisme.com)) en de Euro-5 fietsroute, en leidt naar de Site Minier du 11-19 (L’ensemble minier du 11/19, Loos-en-Gohelle - VPAH (vpah-hauts-de-france.fr)). Ik ben al een heel eind op weg als plots het pad afgesloten is door een hoge poort. Ik begrijp er niets van en pas ’s anderendaags wordt duidelijk waarom? 22h: terug op de hotelkamer.    

 

Het oorlogsmonument op de
Place du Général de Gaulle, Armentières.

De voormalige Brasserie Motte-Cordonnier.

De voormalige Brasserie Motte-Cordonnier.

Het standbeeld The Cobber Simon Fraser in Fromelles,
(
Australian Memorial Park - Wikipedia).

Musée de la Bataille de Fromelles.

Musée de la Bataille de Fromelles.

Het gemeentehuis van La Bassée.

Le Canal d'Aire (Kanaal Ariën-La Bassée - Wikipedia)

Michel Fénart, de afvalopruimer langs Le Canal d'Aire.

De mijnterrils Les jumeaux in Loos-en-Gohelle. 

Het Dud Corner Cemetery, (Dud Corner Cemetery - Wikipedia).

Het Dud Corner Cemetery, (Dud Corner Cemetery - Wikipedia).

Het Dud Corner Cemetery, (Dud Corner Cemetery - Wikipedia).

Het station van Lens. 

Mijn geliefkoosde avondmaal: een poke bowl.

01/06/2023: Lens – Souchez – Ablain Saint-Nazaire – Givenchy-en-Gohelle – Neuville-Saint-Vaast – Thélus – Roclincourt – Arras. (245 km).

De gesloten poort is mijn eerste gedacht zodra ik wakker word. Douchen, ontbijten, de fietstassen volproppen en hop de fiets op. De poort is open en ik rijd het Louvre-park binnen. Toch wel bizar dat er fietsroutes door het park lopen en geblokkeerd worden als het park sluit. Het museum gaat pas om 10h open. Enkel groepen mogen eerder binnen. Ik word geweigerd, geen uitzondering voor mij. Ik twijfel of ik niet meteen rechtsomkeer zou maken -ik heb het museum eerder in 2016 met Carine bezocht- maar besluit toch eerst het park te verkennen. Het is uitgestrekter dan ik me herinner en ik bezoek daarna dan toch het museum. Het is nog steeds fris als ik boodschappen haal bij de Carrefour op de Place Jean Jaurès. Zijn naam werd aan verschillende straten en pleinen gegeven in Frankrijk en in België. Volgens wikipedia werd de socialist Jean Jaurès (1859-1914) aan de vooravond van de Eerste Wereldoorlog vermoord vanwege zijn aanhoudend verzet tegen gewapende conflicten. Ik schaam me de namen van dictators en oorlogsmisdadigers te kennen maar niet de namen van pacifisten zoals Jean Jaurès, Hans en zijn zus Sophie Scholl leden van die Weiβe Rose, ....... Heeft ons onderwijs voldoende aandacht voor mensen die streden om oorlog te voorkomen ook al zijn ze er niet in gelukt? Het is 11h30. De zon breekt volledig door. Ik zet mijn tocht verder. De route volgt een stuk van de Véloroute du Bassin Minier, gaat over een begroeide mijnterril en loopt deels parallel met het riviertje de Souchez in de richting van het gelijknamige dorp. Ten noorden van het dorp ligt het Centre d’Histoire du Mémorial 14-18 (Centre d'Histoire - Un musée sur la Première Guerre mondiale à Souchez (memorial1418.com)) dat net sluit bij mijn aankomst. Ik fiets en wandel de heuvel op naar de Franse militaire begraafplaats Nécropole Nationale de Notre-Dame-de-Lorette (Nécropole nationale de Notre-Dame de Lorette - Wikipedia) met centraal de basiliek en het ossuarium in de Lantaarntoren. Alweer indrukwekkende getallen. Meer dan 40.000 Franse soldaten van wie de helft in individuele graven, liggen hier begraven. Tien jaar geleden werd vlakbij de Anneau de la Mémoire (Anneau de la Mémoire - Wikipedia) ingehuldigd. Op de wanden staan de namen van 580.000 gesneuvelde soldaten uit 40 landen. Indrukwekkend! Net toen ik rondgefietst was om de omtrek te meten, kwamen een drietal bezoekers het monument binnen. Ik kreeg van één van hen een pak verwijten over mij heen. Volgens hem was ik schaamteloos en respectloos. Het drong niet meteen tot me door dat fietsen rond het monument respectloos is. Onzin, vind ik. Wat zouden de 580.000 soldaten er van vinden? Ik zou bijna de omtrek vergeten te vermelden: 310 meter. Alvorens dat de route terug naar Souchez leidt, passeert ze langs de kerkruïne van Ablain-Saint-Nazaire. Ik fiets onder de A26 (E15) door langs het kerkhof Givenchy-en-Gohelle canadian cemetery 14-18. Langs de Chemin des canadiens, rijst het monumentale witte Canadian National Vimy Memorial (Mémorial de Vimy — Wikipédia (wikipedia.org)) op. Wie vergeet aan de oorlog te denken, geniet alvast van de vergezichten. Ik fiets in een wijde boog rond het monument. Aan het lokaaltje van de bewakingsdienst klop ik aan en vraag of de stad aan de horizon Lens is? De man van dienst beaamt, wijst ook andere herkenningspunten aan zoals de Terrils Jumeaux, de Tour d’extraction Fosse 11-19 (Fosse n° 11 - 19 des mines de Lens — Wikipédia (wikipedia.org)), .... Hij heeft blijkbaar tijd voor een gezellig babbeltje tot hij plots in actie schiet. Iemand fietst op de paden rond het herdenkingsmonument. Mijn opmerking dat dit toch niet zo erg is, negeert hij en springt in zijn auto om de man te berispen. Er zijn dus wel degelijk regels hoe je gesneuvelde soldaten moet eren en respecteren. Ik durf niet meer fietsen, stap te voet verder en betreed vervolgens de trappen van het monument. Het felle zonlicht weerkaatst pijnlijk op het witte gesteente. In de afdaling van de heuvel ligt links van de weg het bezoekerscentrum Vimy Visitor Education Centre (Vimy Visitor Education Centre | Projects | The Vimy Foundation). De toegang is gratis en achter het gebouw ligt een stuk authentiek slagveld. Men zou de oorlog enigszins dichterbij kunnen brengen door de gruwel te laten horen, maar misschien zou het kinderen traumatiseren voor wie de loopgraven een fantastische speeltuin zijn. In het volgende dorp Neuville-Saint-Vaast ligt aan het einde van de Rue du 8 Mai, langs de drukke D937 het grootste Duitse militaire kerkhof van Frankrijk waar 45.000 soldaten begraven liggen. Ik maak het ommetje niet en fiets door naar Thélus en Roclincourt. Net voor Arras is er nog een steile afdaling door het dorpje Saint-Nicolas die naar de Scarpe, een zijriviertje van de Schelde leidt. Het is nu aan de GPS om me tot het B&B Hotel in de buurt van de Place des Héros en de Grand’Place  te leiden. Het is bijzonder aangenaam midden in de stad te logeren en de fiets op stal te kunnen laten. Ik hoop tijdens mijn avondwandeling mijn zakdoek minder nodig te hebben. Al een paar dagen word ik geplaagd door hooikoorts. Ik heb last van een loopneus en licht geprikkelde ogen. In haar atelier ‘Au Bleu d’Arras’, Place des Héros 32 beschildert Christelle Perrier porselein met kobaltblauw. Een oud ambacht komt tot leven. (Duik in de grote Bleu d’Arras, met Christelle Perrier - Arras Pays d'Artois Tourisme (arraspaysdartois.com)). Het verhaal begon in 1770 toen de vier zusters Delemer een porseleinfabriek oprichtten in de Rue de la Comédie (nu: Rue Désiré-Bras). Een paar jaar later verhuisde de productie naar de Refuge de l’abbaye d’Étrun in de Rue d’Amiens. Voor het grootste deel van de decoratie werd kobaltblauw gebruikt vandaar de naam Bleu d’Arras. Het bedrijf werd in 1790 ontbonden. (La manufacture des sœurs Delemer ou les débuts de la porcelaine d’Arras - Un document à l'honneur - Découvrir - Archives - Pas-de-Calais le Département (archivespasdecalais.fr)). Pas in de vorige eeuw werd het Bleu d’Arras nieuw leven ingeblazen door Henri Caudron en wordt vandaag voortgezet door Christelle in haar atelier ‘Au Bleu d’Arras’.


Het Louvre-Lens museum,
(Site officiel du musée du Louvre-Lens - Un lieu de découverte et d’émerveillement (louvrelens.fr)).

 Panoramafoto van de klif van Bâmiyân, Afhjanistan. Op 11 maart 2001 werden
de twee Boeddhabeelden op de archeologische site vernietigd door de Taliban. (Louvre-Lens). 

Schilderij uit 1511: Ontvangst van een Venetiaanse delegatie in Damascus. (Louvre-Lens).

Mozaïekfragment van een fonteindecoratie, 3de eeuw na Christus, Tunesië.
Gevleugelde kinderen spelend met dolfijnen. (Louvre-Lens).

Het Centre d’Histoire du Mémorial 14-18, Rue Pasteur 102, Souchez, 
(Centre d'Histoire - Un musée sur la Première Guerre mondiale à Souchez (memorial1418.com)) 

Het Centre d’Histoire du Mémorial 14-18, Rue Pasteur 102, Souchez.

De Franse militaire begraafplaats Nécropole Nationale de Notre-Dame-de-Lorette
op de gelijknamige heuvel in de gemeente Ablain-Saint-Nazaire,
 
(Nécropole nationale de Notre-Dame de Lorette - Wikipedia).

De basiliek Notre-Dame-de-Lorette. 

De basiliek Notre-Dame-de-Lorette.

De dorpen Ablain-Saint-Nazaire (rechts) en Souchez (links) gezien vanaf L'Anneau

L'Anneau de la Mémoire op de heuvel Notre-Dame-de-Lorette, (Anneau de la Mémoire - Wikipedia)

De panelen met duizenden namen van gesneuvelde soldaten in l'Anneau de la Mémoire

Ruïne van de vroegere kerk van Ablain-Saint-Nazaire.
Ze werd volledig verwoest tijdens de Eerste Wereldoorlog.

Het heuvelende landschap op weg naar Vimy.

Het Givenchy-en-Gohelle canadian cemetery 14-18,
(
Givenchy-en-Gohelle Canadian Cemetery - Wikipedia).

Het Canadian National Vimy Memorial, (Mémorial de Vimy — Wikipédia (wikipedia.org)).



Langs de D55 aan het Canadian National Vimy Memorial

Het bezoekerscentrum Vimy Visitor Education Centre, 
(Vimy Visitor Education Centre | Projects | The Vimy Foundation).


Na een steile afdaling door het dorpje Saint-Nicolas rijd je over het riviertje de Scarpe Arras binnen.

La Place des Héros in Arras.

La Grand’Place d' Arras in 2023.

La Grand’Place d'Arras, un jour de marché in 1878,
naar een schilderij van Charles Desavary (1837-1885) in het Musée des Beaux-Arts d'Arras.

02/06/2023: Arras – Bretencourt – Hannescamps – Hébuterne – Beaumont – Pozières – Bazentin – Fricourt – Bécourt – Albert. (310 km).

Een straat verder dan de Place de la Vacquerie, aan de achterkant van het stadhuis, startplaats van de fietsrit, duikt de Abbaye Saint-Vaast voor me op. In de voormalige abdij zijn het Musée des Beaux-Arts d’Arras en een mediatheek gevestigd. Nog maar een paar minuten op de fiets en mijn programma wijzigt. Het museumbezoek neemt een ferme hap van mijn dag. Op de koop toe geraak ik daarna niet wijs uit de wegbeschrijving en verlies kostbare tijd. Ik twijfel er niet aan dat de auteur van het reisboekje de route daadwerkelijk gefietst heeft maar misschien heeft hij de routebeschrijving achteraf gemaakt met behulp van Google Maps. In zijn wegbeschrijving gebruikt hij wel eens straatnamen terwijl er geen straatnaambordjes te vinden zijn of omgekeerd. Wanneer een duidelijk bord de richting aangeeft, kan de wegbeschrijving bij een kruispunt heel eenvoudig door ‘volg richting (naam van dorp)’. In plaats daarvan krijg je een beschrijving die voor interpretatie vatbaar is. Na een vluchtig bezoek aan het Faubourg d’Amiens Cemetery (Faubourg d'Amiens Cemetery - Wikipedia) en aan de Mur des Fusillés op de Citadelle d’Arras volgt de route grotendeels de loop van het riviertje Le Crinchon richting Achicourt, Wailly en Bretencourt. Langs de D3 fiets ik verder zuidwaarts in een vlak open landbouwlandschap door de dorpen Ransart, Monchy-au-Bois, Hannescamps, Foncquevillers en Hébuterne. Na Foncquevillers ligt de streek bezaaid met militaire kerkhoven zoals Foncquevillers Military Cemetery, Gommecourt Wood Cemetery, Cimetière Militaire de Hébuterne, Luke Copse British Cemetery, Het Sheffield Memorial Park met het Railway Hollow Cemetery en het Queens Cemetery. Serre Road Cemetery No.1, No.2 en No.3, Euston Road Cemetery, Cimetière Militaire de Sucrerie, Munich Trench Cemetery, Redan Ridge Cemetery No.1, No.2 en No.3, Ten Tree Alley Cemetery, Waggon Road Cemetery, Frankfurt Trench Cemetery, ...... Enkele van de begraafplaatsen die op de route liggen, heb ik bezocht. Iets ten zuiden van Beaumont-Hamel ligt het Canadese Newfoudland Memorial and Visitors Centre (Beaumont-Hamel Newfoundland Memorial - Wikipedia, Visitors' Centre Newfoundland Memorial Park (greatwar.co.uk)). Midden het bewaarde slagveld, vol met kraters, staat hoog op een rotspartij een kariboebeeld, symbool van Newfoudland. Verder op het domein kom je langs Y Ravine Cemetery, het 51st Highland Divison Memorial, Hunter’s Cemetery, Hawthorn Ridge Cemetery No.2, ...... Uit nieuwsgierigheid loop ik het bezoekerscentrum binnen maar zodra ik de vele teksten op de tentoonstelling zie, bekoelt mijn interesse snel. Een jonge gids biedt uitleg aan. Ik doe teken dat het niet nodig is maar ze gaat toch verder en zegt me gisteren gezien te hebben in het bezoekerscentrum van Vimy. Ze vraagt naar het waarom van mijn bezoek. De fietstocht langs de frontlijn vindt ze bijzonder. Zij en haar collega-gidsen zijn Canadese studenten die vier maanden in het Vimy en het Newfoudland visitors’ centre werken. Tijdens hun vrije tijd reizen ze door Europa. Zij bezocht recent Brugge en Gent en gaat binnenkort enkele dagen naar Milaan. Als je met de jeugd babbelt voel je in hun enthousiasme dat ze nog een heel leven voor zich hebben. De verhalen van ouderen zoals van de afvalruimer Michel zijn verkleurd door heimwee en door het besef dat het leven in een oogwenk voorbij is. Ik zet mijn helm op en daal zachtjes naar het riviertje l’Ancre. Zodra ik het riviertje over ben moet ik snel naar een lagere versnelling schakelen en een tandje bijsteken. De Ulster Tower (Ulster Tower - Wikipedia) ligt op een heuvel en biedt een prachtig uitzicht over de omgeving. Een gepensioneerde vrijwilliger, een Ier houdt de tearoom open. Ik bestel thee en cake. De man is gul met uitleg. Ik luister maar half, details van het verloop van de oorlog interesseren me niet. Tot mijn grote opluchting wordt ons gesprek snel beëindigd wanneer twee Engelsen binnenkomen, een veertiger en zijn vader. Ze hebben het graf van zijn gesneuvelde overgrootvader bezocht op een nabij gelegen kerkhof en bezoeken de streek. Ze hebben duidelijk meer interesse voor wat zich hier ruim honderd jaar geleden afspeelde. Het doet me denken aan twintig jaar geleden toen ik en Boudewijn in 2001 naar Santiago de Compostela fietsten en toch niet op bedevaart waren. Op dezelfde heuvel ligt het dorpje Thiepval met slechts 120 inwoners. In de Eerste wereldoorlog was het dorp een van de brandpunten in de slag aan de Somme waarbij het volledig werd verwoest. Op een boogscheut van de kerk ligt het architecturaal bombastisch Thiepval Memorial (Thiepval Memorial - Wikipedia) ter ere van de 72.000 vermiste Britse en Zuid-Afrikaanse soldaten die sneuvelden in de slag van de Somme tussen 1915 en 1918. Bij het monument zijn leerlingen van een Londense school. Sommige zitten op de trappen, een groepje meisjes loopt door het gras en neemt selfies. Een jongen besteedt aandacht aan details en hoopt later een compliment te krijgen een goed fotograaf te zijn. Is de oorlog in hun gedachten? In 2004 werd het bezoekerscentrum en museum geopend.  (Thiepval Visitor Centre & Museum, Somme Battlefields, France (greatwar.co.uk)). In de museumwinkel wordt oorlogsspeelgoed zoals tanks en vliegtuigjes verkocht. Hypocriet! Onbedoeld leer je kinderen dat het OK is om oorlog te voeren. Ik kort de route nog een tweede keer in. Als ik in Bazentin kom, neem ik meteen de weg richting Mametz en laat de heen- en terugweg naar Longueval onaangeroerd. Toegegeven, ik heb daardoor een belangrijke site niet bezocht met o.a. het Delville Wood Cemetery (Delville Wood Cemetery - Wikipedia , DELVILLE WOOD , Delville Wood Cemetery, Longueval (greatwar.co.uk)), het South Africa National Memorial (The South Africa (Delville Wood) National Memorial, Longueval (greatwar.co.uk) , Delville Wood South African National Memorial - Wikipedia , Battle of Delville Wood - Wikipedia) en het Museum to the South-African Forces (Museum to the South African Forces, Delville Wood, Longueval (greatwar.co.uk)). Zonder veel aandacht voor bezienswaardigheden zet ik mijn weg verder langs de dorpen Mametz, Fricourt, Bécourt en bereik mijn eindbestemming voor vandaag om 20h na 65 kilometer. Het eerste wat ik wil doen bij aankomst in Albert, Rue Paul Bert nr. 16 is een douche nemen want het was een vrij warme dag. Bovenop het gesukkel met de code en het sleutelkastje om de studio binnen te geraken was de vaststelling dat mijn verblijf niet gepoetst was bijzonder frustrerend. Het bed beslapen, de handdoeken op een hoopje, lege verpakking her en der, ..... Ik laat me moedeloos op de zetel vallen, zoek naar de contactgegevens van de eigenaar en vind ze uiteindelijk goed verstopt in een infomapje. De eigenaar is eerlijk en geeft toe dat hij vergeten is de poetsvrouw te verwittigen. Hij belt me wat later terug en belooft me dat er iemand onderweg is. Ik wacht geduldig en een uurtje later verlaat de poetsvrouw de studio zich nogmaals verontschuldigend. Ik ben blij geen opmerking te krijgen over mijn fiets die binnen in de studio staat. Misschien durft ze niet na het ongemak of misschien mag het. Eindelijk kan ik douchen! Ik ben te moe voor lange wandelingen en heb honger. Rusten en eten combineren perfect in het Italiaans restaurant Basilica op de Place d’Armes. 22h30: terug in de studio.


Het Musée des Beaux-Arts d’Arras, 
(
Musée des Beaux-Arts d'Arras → Les collections | Arras Ville).

De maquette van de Cathédrale Notre-Dame de l'Assomption et de Saint-Vaast en de voormalige
Abbaye Saint-Vaast waarin onder andere het Musée des Beaux Arts d'Arras is gevestigd. 

Toegang tot de Citadelle d'Arras.

Le Mur des Fusillés op de Citadelle d’Arras.

Het Faubourg d’Amiens Cemetery in Arras, (Faubourg d'Amiens Cemetery - Wikipedia). 

Het Sheffield Memorial en het Railway Hollow Cemetery in Hébuterne,
(Railway Hollow Cemetery - Wikipedia)

Anno 2023: langs akkers ligt opgegraven oorlogsmunitie.  


De Ulster Tower in Thiepval, (Ulster Tower - Wikipedia).






Het bezoekerscentrum en museum van Thiepval. 
(
Thiepval Visitor Centre & Museum, Somme Battlefields, France (greatwar.co.uk)).

Het Thiepval Memorial toegankelijk via het bezoekerscentrum, (Thiepval Memorial - Wikipedia). 

The Welsh Memorial of Mametz, (38th (Welsh) Division Memorial, Mametz Wood (greatwar.co.uk))


De studio in Rue Paul Bert 16, Albert. 

03/06/2023: Albert – Dernancourt – Ville-sur-Ancre – (Beacon Cemetery, D1) – Corbie – Sailly-le-Sec – (Beacon Cemetery, D1) – Bray-sur-Somme – Cappy – Herbécourt – Péronne. (370 km).

Ik heb gisteren nauwelijks iets van de stad Albert gezien en fiets nu lukraak rond. Ik bezoek de Basiliek Notre-Dame de Brebières in Neo-Byzantijnse stijl. (Basiliek Notre-Dame de Brebières - Wikipedia). Boven op de zeventig meter hoge toren prijkt een indrukwekkend verguld Mariabeeld, en onder de basiliek door stroomt het riviertje l’Ancre. In het Office du Tourisme stopt men mij een mapje toe met kaarten van de fietsroute La Vallée de Somme à vélo. Het idee om na Péronne de vakantie verder te zetten met een fietstocht langs de Somme tot de monding wordt concreter. Op aanraden van het Office du Tourisme daal ik naast de basiliek af in het ondergrondse Musée Somme 1916 (Musée Somme 1916 – ALBERT – Au coeur des champs de bataille de la Somme (musee-somme-1916.eu) , Museum Somme 1916 - Wikipedia). Het museum bevindt zich in de voormalige ondergrondse eeuwenoude krijtgroeven. Met het vooruitzicht van de Tweede Wereldoorlog werden de groeven ingericht als schuilkelders voor de bevolking. Het museum kwam er na 1990 in de langste ondergrondse gang (230 meter) die van de basiliek tot de Jardin Public loopt. Aan de hand van nagebouwde taferelen wordt het soldatenleven aan het front onomwonden geschetst. In een veldhospitaalscene wordt een hand geamputeerd. Akelig, maar het was de realiteit. Er zijn honderden documenten, foto’s en voorwerpen tentoongesteld, te veel om alles in detail te bekijken. Hier en daar blijven mijn ogen toch aan een foto kleven en worden de beelden levend, de gruwel voelbaar. Het park is een verademing na het museumbezoek. Het is bijna middag en behoorlijk warm. Mijn lippen zijn de voorbije dagen door zon en wind uitgedroogd en gebarsten. Mijn onderlip bloedt, staat gezwollen en doet pijn. Ik haal lipbalsem bij de apotheek en hoop op snel beterschap. Elke dag smeer ik mijn gezicht, oren, hals en nek goed in maar mijn lippen vergat ik steeds. Nu nog een tocht van 75 kilometer aanvangen zoals de fietsgids voorstelt, zie ik niet zitten. De kortste weg van Albert naar Péronne is slechts 25 kilometer wat dan weer te kort is en misschien een gevaarlijke route. Dan toch maar in eerste instantie naar Corbie door de vallei van de l’Ancre langs de dorpen Dernancourt en Ville-sur-Ancre. De route verlaat de vallei en klimt tot het Beacon Cemetery (Beacon Cemetery - Wikipedia), te midden van uitgestrekte akkers met een geweldig uitzicht tot de stad Albert en het goudblinkende  Mariabeeld. Vanaf hier volgt de fietsgids de D1 tot het centrum van Corbie. Onderweg kom ik voorbij het 3rd Australian Division Memorial en le site du crash du Baron Rouge. In de zachte afdaling naar Corbie aan de Somme sla ik de remmen dicht en geniet van op de krijtrots La Falaise Sainte Colette (Le point de vue Sainte-Colette (valdesomme-tourisme.com)) van het mooie uitzicht over Les Étangs de la Barette langs de Somme. Volgens het boekje loopt de route verder ten zuiden van de Somme naar de dorpen Fouilloy en Villers-Bretonneux waar enkele belangrijke oorlogsmonumenten en musea gelegen zijn zoals: het Villers-Bretonneux Memorial (Villers-Bretonneux Memorial, France (greatwar.co.uk)) met het Sir John Monash Centre (Home I Sir John Monash Centre I Sometimes harrowing, often moving (sjmc.gov.au)), het Villers-Bretonneux Military Cemetery (Villers-Bretonneux Military Cemetery, Fouilly (greatwar.co.uk)) gelegen langs de D23 en het Musée Franco-Australien (Musée Franco-Australien (museeaustralien.com)) in het centrum van Villers-Bretonneux. Door tijdsgebrek moet ik schrappen en de route naar Péronne inkorten. Ik volg een stuk jaagpad langs de Somme tot Sailly-le-Sec en passeer langs de witte krijtrots La Falaise Sainte Colette, nu gezien van aan de oever van de Somme. Het verdere traject naar Péronne laat ik over aan de GPS en volg blindelings. Tot mijn verbazing kom ik opnieuw langs het Beacon Cemetery. Ik lig languit in het gras voor de graven van rifleman I. Hurley, private P. Moston en corporal R.R. Scott. Ik bestudeer de kaarten om toch min of meer een idee te hebben hoe de GPS me stuurt. Mijn gedachten dwalen af naar de drie mannen die in augustus 1918 sneuvelden. Ik vind hun namen terug op de website van de Commonwealth War Graves Commission (Find war dead | War graves search | CWGC) maar kom niets bijzonders over hen te weten. Er is geen foto, geen geboortejaar, beroep of familie vermeld, ........ Ik gehoorzaam de GPS en volg de D1 ten noorden van de Somme over de heuvelkam richting Péronne. Er is geen fietspad en het verkeer houdt zich niet aan snelheidsbeperkingen. Ik begrijp niet waarom automobilisten hun snelheid niet minderen wanneer ze fietsers naderen. In Bray-sur-Somme daalt de weg naar de vallei van de Somme maar het is pas in Cappy dat ik de rivier zie en oversteek, onmiddellijk gevolgd door een klim naar het volgende vlakke plateau. Het open landbouwlandschap wordt tot Péronne nog één maal doorbroken door het dorp Herbécourt. Daarna  kruist de D1 de spoorlijn en de E19 (A1) Rijsel-Parijs. Na aankomst in het hotel op de Place Louis Daudre in Péronne verloopt de avond volgens een klassiek patroon: douchen, eten en wandelen. Ik houd van een snelle bediening en kies een pizzeria. Zo heb ik nog wat tijd over om de stad te verkennen en ontdek de Porte de Bretagne en het achterliggende park. 22h: terug op het hotel. 


De Basiliek Notre-Dame de Brebières van Albert
in Neo-Byzantijnse stijl, 
(Basiliek Notre-Dame de Brebières - Wikipedia).

De ingang van het ondergrondse Musée Somme 1916 naast dBasiliek Notre-Dame de Brebières.

Het Musée Somme 1916, 
(Musée Somme 1916 – ALBERT – Au coeur des champs de bataille de la Somme (musee-somme-1916.eu) 

Het park met de uitgang van het Musée Somme 1916.

Uitzicht over Les Étangs de la Barette en de Somme gezien vanop de Falaise Sainte-Colette. 

Monumentale toegangspoort van de voormalige abdij in Corbie.

Mairie de Corbie.

Langs het Canal de la Somme, (Canal de la Somme — Wikipédia (wikipedia.org)).

De Sint-Jan-Baptiste kerk van Péronne. 

Porte de Bretagne.

Omwalde vestingmuren in het park van Péronne.

Mairie de Péronne. 

04/06/2023: Langs de Somme: Péronne – Cappy – Froissy – Corbie – Amiens. (435 km)

Bij de Carrefour waar ik spijs en drank haal, staat een groep amateurwielrenners. “We komen van Andrésy bij Parijs”, antwoordt één van hen op mijn vraag waar ze vertrokken zijn. Het tolt in mijn hoofd. Parijs ligt 150 kilometer hier vandaan. Terwijl Ken, Parijzenaar van Filippijnse afkomst, zijn pasta binnenschrokt, geeft hij meer uitleg. Ze zijn vrijdagnacht vertrokken in Andrésy en fietsen een lus van 600 kilometer. Het is geen wedstrijd. Ze rijden in groepjes, elk op eigen tempo. Sommigen overnachtten enkele uren in een hotel, anderen zoals Ken en zijn vrienden hebben buiten geslapen of dutten tussendoor. Hij toont me zijn stempelkaart en tot mijn verrassing werd de kaart na 310 kilometer afgestempeld in Taverne ’t Hemelrijck op de Muur in Geraardsbergen. De volgende stempel werd 50 kilometer verder gedrukt in de Rue Royale, Tournai. Momenteel hebben ze 460 kilometer in de benen. Ze moeten vanavond voor middernacht terug in hun thuisbasis Andrésy zijn. Ze willen in augustus dit jaar deelnemen aan Paris-Brest-Paris Randonneur (PARIS-BREST-PARIS), een tocht van 1.200 kilometer georganiseerd door Audax Club Parisien. (Audax Club Parisien Randonneur – Club cycliste parisien fondé en 1904 (audax-club-parisien.com)). Om te kunnen deelnemen moet je vier stempelkaarten als voorbereiding voorleggen. Indrukwekkend ! Als het meezit zal ik in 10 dagen 600 km fietsen. Zij fietsen dezelfde afstand in een weekend! We wensen elkaar veel succes en nemen afscheid. Geen van ons gaat het museum Historial de la Grande Guerre bezoeken. (Historial de la Grande Guerre – Musée de la Première Guerre Mondiale). Meestal ontdek ik de bezienswaardigheden ps nadat ik al een volgend hotel geboekt heb, te ver weg om tijd vrij te maken voor een museumbezoek. Ik had gerust een dag langer in Péronne kunnen blijven om het Historial de la Grande Guerre te bezoeken of de Somme stroomopwaarts te verkennen of om alsnog de site met begraafplaats, memorial en museum in Longueval te bezoeken. Toch is het middag als ik eindelijk de rommelmarkt in Péronne verlaat en vertrek aan het haventje Porte de Plaisance langs het Canal de la Somme. Het wordt een warme zondagse uitstap, heerlijk fietsen langs het water, zonder beslommeringen, ...... Er valt niets te beleven. Zo mag het wel eens zijn. En toch, .... Bij de sluis van Sormont op het Canal de la Somme is het water blauw gekleurd. Volgens een visser werd methyleenblauw (Methyleenblauw - Wikipedia) toegevoegd. Ik ken het stofje als redoxindicator en als kleurstof voor weefselpreparaten maar wist niet dat het ook medische toepassingen heeft, en schimmels en protozoa doodt in water. Ik kom opnieuw in Cappy, nu langs het jaagpad, gisteren langs de D1 die de Somme, het Canal de la Somme en het jaagpad kruist. In Froissy zijn de voorbereidingen aan de gang voor een ritje met de stoomtrein maar ik heb geen ticket. (Infos utiles - P'tit train de la Haute Somme (petittrainhautesomme.fr) , Froissy Dompierre Light Railway - Wikipedia). Het jaagpad ligt vlak naast het station-museum. Het traject tussen Sailly-le-Sec en Corbie stond gisteren in omgekeerde zin op het programma. Daarna gaat het verder tot Amiens. Het is 19h als ik aankom bij Hôtel Normandie in de Rue Lamartine, niet veel later dan het voorspelde aankomstuur. Gemiddeld leg ik immers 10 kilometer per uur af, pauzes inbegrepen, een handig gegeven bij het maken van de dagplanning. Eten hoef ik niet meer. Ik heb onderweg gepicknickt en kan direct na het douchen de stad in voor een wandeling.


De stempelkaart: Brevet des Randonneurs Mondiaux  -   Audax Club Parisien, Andrésy Cyclo.

Het Château fort de Péronne, (Château fort de Péronne — Wikipédia (wikipedia.org)).

Het Museum Historial de la Grande Guerre ondergebracht het Château fort de Péronne,
(Historial de la Grande Guerre — Wikipédia (wikipedia.org)).

Brocantemarkt in Péronne.

De stoomtrein in Froissy,
(Infos utiles - P'tit train de la Haute Somme (petittrainhautesomme.fr) , Froissy Dompierre Light Railway - Wikipedia)

Langs de Somme.

La Tour Perret aan het Noordstation van Amiens,
(Tour Perret (Amiens) — Wikipédia (wikipedia.org))

De winkelstraat Rue de Noyon, Amiens.

Opmerkelijk gebouw in de Rue des 3 Cailloux, Amiens. 

Place de l'Hôtel de Ville, Amiens. 

l'Horloge Dewailly et Marie-sans-chemise,
 (Horloge Dewailly – Amiens | E-monumen , 
Marie sans chemise — Amiens Wiki (amiens-wiki.fr)).

Square Jules Bocquet, Amiens, (Jules Boquet — Wikipédia (wikipedia.org)).

La Cathédrale Notre-Dame d'Amiens, (Notre-Dame van Amiens - Wikipedia).

Le Quai Belu gezien op de Pont de la Dodane, Amiens. 

In de wijk Saint-Leu, (Saint-Leu (Amiens) — Wikipédia (wikipedia.org)).

05/06/2023: Langs de Somme van Amiens naar Abbeville. (490 km).

Enkele sms’jes met felicitaties herinneren er mij aan dat ik vandaag 58 jaar ben. Één na één beantwoord ik ze met foto’s van de fietstocht want bijna niemand weet dat ik met vakantie ben. Nieuwsgierigheid naar waar? Hoe? Tot hoelang?, ...... brengt een berichtenstroom op gang waaraan ik veel tijd spendeer tijdens en na het ontbijt. Ik ben niet gehaast, de rit tot Abbeville is volgens het kaartje van La Vallée de Somme à vélo slechts 50 kilometer. Volgens het zelfde kaartje zijn er tal van belevingspunten langs de Somme zoals: belvédère,  maison des marais, château, site historique, ancien moulin, jardin, centrale hydroélectrique, coeur du village, base nautique (canoë-kayak, planche à voile, paddle, pédalo, .....), ancienne usine, camp romain, club de voile,  ......., ruim veertig in totaal. Soms moet je de route verlaten zoals voor een uitzichtpunt (belvédère). Kortom, je kan vele dagen langs de Somme spenderen. De hele vallei is één groot recreatiedomein. Ik houd van de stad Amiens, in het bijzonder de Quartier Saint-Leu en het Parc Saint-Pierre. Les Hortillonnages bezocht ik in 2016 tijdens de fietstocht van Rijsel naar Plouhinec. Ik blijf in de stad rondhangen tot na de middag. In de Carrefour haal ik boodschappen. Er is een saladbar. Ik vul een kartonnen kom -bowl heet dat tegenwoordig- met rijst, verschillende bereide groenten en kip, en betaal volgens gewicht. De kassierster is opmerkzaam en vraagt of ze het deksel mag vastkleven. Een goed idee van haar, zodat mijn heerlijke maaltijd in de fietstas tot de picknick overleeft. Onderweg naar Abbeville is het fietsen op zich al belevingsvol zonder de toeristische points d’intérets. Langs de meren in de vallei, op de talrijke eilandjes in de rivier, en langs de oevers van de rivier en het kanaal staan honderden vlierstruiken in bloei. Hier zou ik naar hartenlust vlierbloemen kunnen plukken en van het extract siroop maken. Thuis durf ik niet meer uit schrik dat de vlierbloemen vervuild zijn met uitlaatgassen en sproeistoffen. De Somme is een traag stromende rivier in een brede bedding die nauwelijks bebouwd en verkeersarm is, een warm paradijs vol heerlijke geuren en geluiden. Na twee dagen fietsen door de vallei zijn mijn fiets en fietstassen bestoven met fijn wit grindstof en zelf ben ik ook aan een douche toe als ik in Abbeville aankom. Het is een verrassing als blijkt dat ik geboekt heb in een woonzorgcentrum. Eerst dacht ik een verkeerd huisnummer genoteerd te hebben maar als in de buurt niets te vinden was wat op een hotel lijkt, betrad ik toch het domein en vroeg aan de receptie uitleg. Nee, het is geen vergissing. Domity’s l’Aigrette Bleue aan de Boulevard de la Portelette is zowel een woonzorgcentrum als een hotel. Tussen de serviceflats van de oudere bewoners worden studio’s verhuurd aan bezoekers en toeristen. Ik logeer op de eerste verdieping in een huiselijk ingerichte studio met terras, salonhoek en TV. De eerste keer sinds ik op vakantie ben dat ik thuis blijf en niet de stad intrek.    


Het ESIEE Amiens, Ecole d'Ingénieurs aan de Quai de la Somme, (Campus – Unilasalle-Amiens). 



La Falaise Sainte-Colette in de buurt van Corbie.

De waterkrachtcentrale van Long uit 1903, (Document sans nom (long80.com))


Le Château de Long.

Het dorp Long.

Le Château de Pont Rémy. 

Domity’s l’Aigrette Bleue aan de Boulevard de la Portelette, Abbeville.

06/06/2023: Langs de Somme van Abbeville naar Saint-Valery-sur-Somme. (505 km)

In de lift, op weg naar de ontbijtkamer, heb ik gezelschap van een bewoonster die me graag wil rondleiden. Ze toont de gym- en fitnessruimte, het zwembad en de tuin met hoge moestuinbakken waar bewoners zelf iets kunnen kweken. Zij en haar man wonen hier heel graag. Ze hebben hun huis verkocht, de kinderen wonen ver weg, ......... Het voordeel van de hotel-woonzorg-mix is dat de bewoners eens een babbeltje kunnen doen met de hotelgasten en soms een lang babbeltje. Ze wordt zowaar filosofisch. “Als men jong is, kan men dromen van wat mogelijk is. Als men oud is, kan men dromen van wat niet meer mogelijk is, maar dromen kan je altijd.” Ik moet helaas of juist niet, mijn studio voor 10h ontruimen en bedank haar voor de rondleiding. Abbeville is een kleine stad en telt 20.000 inwoners. De centrumstraten Rue Saint Vulfran, Rue du Pont aux Brouettes, Place Max Lejeune, Place de la Libération en omliggende straten hebben een strak functionele naoorlogse architectuur. De stad werd in de nacht van 19 mei 1940 zwaar gebombardeerd door de Duitsers. In de kelder onder de muziekkiosk zaten toen 21 ‘vijandige’ Belgen opgesloten. De Fransen hebben hen ’s anderendaags geëxecuteerd uit vrees dat ze door de Duitsers zouden bevrijd worden. De gebeurtenis staat bekend als het Massacre d’Abbeville. In het Parc d’Emonville speelt een oudere man gitaar en zingt Franse Chansons. Er schaart zich een groep scholieren rond hem maar al snel worden ze aangemaand door hun leraar om voort te maken. Het zijn leerlingen van het Ecole-Collège-Lycée Saint-Pierre Abbeville vlak naast het park. Aan het Collégiale Saint-Vufran ontmoet ik twee Australiërs, zestigers, man en vrouw. Ze fietsen drie maanden door Frankrijk, België en Kent. Heel moedig! In het Office du Tourisme ontdek ik tot mijn verbazing een fietsknooppuntenkaart van het département Somme, in het noorden begrensd door de rivier l’Authie, in het zuiden door La Bresle. (Le réseau Points Nœuds Somme à Vélo | www.somme-tourisme.com) De kaart is zowel in het Frans als in het Nederlands! Een babbeltje hier, een babbeltje daar, .... Het is na de middag als ik vertrek voor een korte rit van 15 kilometer over het jaagpad langs het Canal maritime d’Abbeville à Saint-Valery. De condities zijn ideaal om snelheid te maken: een effen, geasfalteerd en verkeersvrij jaagpad, hard opgepompte banden, windmee en goeie benen zoals je in sportcommentaren hoort. Mentaal verwerp ik mijn eigen voorstel. Nee, nee, geen wedstrijd. Winnen doe ik sowieso want ik fiets alleen. Het gelijkvloerse studiootje aan de Quai Blavet 61 langs de Somme dat ik geboekt heb voor twee dagen heeft zicht op de baai. Het contrast met de studio in Abbeville is groot. Geen receptioniste maar een sleutelkastje met code. Ik neem de fiets mee naar binnen. Het kot is muf en donker. Ik gooi de gordijnen en het raam open. Het verbaast me hoe zelden voorbijgangers naar binnen kijken. Ik zou te nieuwsgierig zijn en naar binnen gluren. En de verleiding mijn hoofd naar binnen te steken zou moeilijk te weerstaan zijn. Het uitzicht over de baai is fabuleus. Ik ben hier eerder geweest, niet in de studio maar wel in het stadje. Op 25 juli 2010 zijn Kurt en ik hier gepasseerd tijdens onze fietstocht van Poperinge naar Saint-Valery-en-Caux. Niet dat ik me deze dag nog herinner maar ik heb er notities van. We hebben toen mosselen met friet gegeten aan de Place des Pilotes langs de Somme / baai. We hadden nog geen slaapplaats, het was tegenwind en na halfacht legden we nog twintig kilometer af tot de camping in Onival net voor Ault. Saint-Valery-sur-Somme hebben we toen dus niet bezocht. Nu neem ik wel tijd voor een lange slenterwandeling. Quai Jeanne d’Arc tot aan het strand, een terrasje bij Buvette de la Plage, verder langs het grindpad Chau. du Cap Hornu, vervolgens naar de oudere bovenstad, Rue de l’Abbaye, de Porte Jeanne d’Arc, Rue Jean de Bailleul, Place Saint-Martin, de kerk, de Porte de Nevers en terug naar de benedenstad. Honger heb ik niet. Op warme dagen eet ik tussendoor en heb ik geen zin in grote maaltijden. Ik rust wat uit in mijn kamer, eet wat restjes, surf op internet naar bijzonderheden in de stad en streek, en kijk uit over de baai. Het is te mooi weer om binnen te blijven. Ik trek er opnieuw op uit langs de baai tot zonsondergang.


Het station van Abbeville.

Place Bonaparte, Abbeville.

Rue Saint-Vulfran, Abbeville.

Place Max Lejeune en stadhuis van Abbeville.

De  gevel van La Chapelle Stanislas, Rue Josse Van Robais, Abbeville


Phare de Saint-Valery-sur-Somme gezien van de Quai Blavet. 
      
Quai Jeanne d'Arc.

Porte Jeanne d'Arc in de bovenstad van Saint-Valery-Sur-Somme. 

Uitzicht over het strandje en de baai van de Somme vanuit de bovenstad. 

Rue Du Quesnoy in de bovenstad.

Porte de Nevers in de bovenstad. 

Rue des Moulins in de bovenstad.

Een schoolopstel over slachtoffers van de zee.



07/06/2023: ritje naar Le Crotoy en het Parc du Marquenterre. (560 km).

Gisterenavond vond ik geen kussen of dekbed. Ik heb de weinige extra kleren die ik mee heb als kussen gebruikt en met mijn kleren aan op de zetel geslapen. Tijdens mijn ontbijt vlak aan het raam waarbij ik voorbijgangers telkens verras met een overdreven bonjour zodat sommigen schrikken, hoor ik ongewoon lawaai in de gang. Het is de poetsvrouw. Ik vraag naar beddengoed en ook zij is verrast dat er geen aanwezig is, tot ze de zetel openvouwt tot bed. In de bak liggen kussens en een dekbed. Haar blik heeft wel degelijk de bedoeling mij duidelijk te maken dat ze vindingrijker is dan ik. Ik bedank haar uitbundig en bied haar thee aan wat ze weigert waar ik dan weer blij om ben want ik wil geen seconde missen van het uitzicht over de baai en de voorbijgangers. Wanneer ik de fietsknooppuntenkaart bestudeer, een dagvullend programma bedenk en de naam Le Crotoy op de kaart zie, moet ik glimlachen. Ik denk aan de Nederlandse vrouw van het koppel dat ik gisteren langs het kanaal ontmoette. Al van de eerste keer dat ze Crotoy uitsprak zoals in het Engels ‘toys for boys’ hing er al plezier in de lucht. Ze sprak het telkens opnieuw verkeerd uit ook al herhaalde ik de juiste uitspraak het met steeds meer toon en schwung. Het werd een fijn gesprek over vakantie en levensstijl. Nederlanders op de fiets wijken veelal af van het cliché, maar dat is waarschijnlijk zo voor alle veelfietsers. De fiets doet wat met een mens! Net zoals in 2010 probeer ik aan de D940 te ontsnappen doch dat lukt niet. Gelukkig is er een vrij liggend fietspad en is het laatste stuk tot Le Crotoy een grindpad tussen waters. Ik doe boodschappen voor de hele dag, verken de stratenwirwar van het stadje en neem al een eerste tussendoortje onder de bomen op het lommerrijke pleintje met zicht op de baai aan de Rue Pierre Guerlain. Kaarten of GPS behoef ik niet, er staan voldoende richtingbordjes naar het Parc Ornithologique du Marquenterre. (Parc du Marquenterre - Wikipedia , Le parc ornithologique du Marquenterre en baie de Somme (somme-tourisme.com)). Het is een paradijs voor vogelliefhebbers en natuurfotografen. Ik ben geen van beide en geniet een paar uur lang als wandelaar van het natuurgebied. Bij de terugkeer word je sowieso langs de souvenirwinkel geleid met overwegend plasticbrol. Enerzijds worden we door de media terecht om de oren geslagen dat we voor de natuur en het milieu moeten zorgen maar anderzijds verkopen natuurorganisaties milieuvervuilende spullen die bovendien van ver weg geïmporteerd worden. Hoe kun je de bevolking overtuigen milieuvriendelijker te leven als zelfs het beleid van natuurverenigingen niet in overeenstemming is met hun eigen principes. Ook onze Vlaamse vereniging Natuurpunt is hypocriet. Via hun webwinkel verkopen ze milieubelastende spullen maar een rubriek hoe je zelf nestkastjes, voederplanken, drinkbakjes, ...... kan maken uit gerecupereerd materiaal ontbreekt. Natuurpunt organiseert vliegtuigreizen maar geen fietsvakanties naar buitenlandse natuurgebieden. Er is geen webrubriek te vinden die de burger aanspoort milieuvriendelijker te leven. De filosofie dat natuurbescherming hand in hand moet gaan met milieuvriendelijk leven benadrukken ze bewust niet, heb ik ooit in een telefoongesprek met een medewerker vernomen. Maar toch goed dat er natuurverenigingen zijn of het Parc Ornithologique du Marquenterre zou niet bestaan. Langs de kust fietsen is hier niet mogelijk. Noordelijker, In de Rue du Bout d’Amont in Saint-Quentin-en-Tourmont is het startpunt van Les Crocs, een 16 kilometer lange wandeling (Les Crocs - autour du Marquenterre,PédestreEquestre, (somme-tourisme.com)). Tot de zee is het 3,5 kilometer stappen door zand. Fietsen is onmogelijk. Dertien jaar geleden lieten ik en Kurt onze fietsen met bagage niet graag achter. Ik schreef toen over de fietsvakantie: “..... Er is altijd wel een zorg, een ongerustheid, een onzekerheid of onwetendheid die je een stuk van het genieten ontneemt. ......”. Toen werden de fietsen en tassen niet gestolen. Ik heb er alle vertrouwen in dat dit ook nu niet zal gebeuren en vertrek. Het is drukkend warm, nu eens in de volle zon met verblinde ogen door kale zandvlakten of tussen struiken, dan door koelere bossen, steeds op en af, moeizaam ploeterend door het zand. Mislopen kan niet, de brede sentier is langs weerszijden tot aan de zee afgebakend met afsluiting. Ik dacht de zee te horen ruisen en er bijna te zijn maar het enige bordje onderweg is duidelijk. Ik ben nog maar halfweg en hoor de naaldbomen ruisen en niet de zee. Het is ruim een uur stappen en voor ik de zee kan zien moet ik de hoge duinen over. Prachtig is het! En toch blijf ik maar hooguit een kwartuurtje aan het strand. Ik ga niet eens in het water. Het is 17h30 als ik terug ben en picknick vooraleer de terugtocht van 25 kilometer naar Saint-Valery-sur-Somme aan te vatten.


Le Crotoy.

Le Crotoy.

Le Crotoy.

Le Crotoy.

Le Parc Ornithologique du Marquenterre.

Le Parc Ornithologique du Marquenterre.

Le Parc Ornithologique du Marquenterre.

Le Parc Ornithologique du Marquenterre.

La Randonnée Les Crocs.

La Randonnée Les Crocs, le sentier d'accès à mer.

La Randonnée Les Crocs, le sentier d'accès à mer.

La Randonnée Les Crocs, le sentier d'accès à mer.

La Randonnée Les Crocs, le sentier d'accès à mer.


08/06/2023: Saint-Valery-sur-Somme – Le Hourdel – Cayeux-sur-Mer. (585 km).

Enerzijds heb ik mijn doel bereikt, anderzijds waarom en voor wie zou ik naar huis gaan? De plannen zijn snel gemaakt en een overnachting boeken in Cayeux-sur-Mer is zo gebeurd. Klokslag 10h klopt de poetsvrouw aan en maakt me er attent op dat de studio ontruimd moest zijn. Ik ben aan het ontbijten, moet nog inpakken, opruimen en de afwas doen. Ze is mild en zal eerst een koffietje drinken in de stad. Ongelofelijk hoe snel en efficiënt ik plots te werk ga. Ik heb zelfs gestofzuigd en na een half uur verlaat ik de studio. Boodschappen heb ik voor het ontbijt gedaan. Ik kan meteen aan mijn tocht beginnen. Een poging om van op de parking aan het einde van de Chau. du Cap Hornu langs het water door de baai een wandelpad te volgen naar de vuurtoren bij Le Hourdel draait uit op een fiasco. Na enkele honderden meters kom ik aan een geultje waar ik met de fiets niet door kan. Bovendien propt er zoveel slijk tussen de wielen en de spatborden en rond de remmen dat ik nauwelijks nog vooruit geraak. Ik maak rechtsomkeer en schraap met een tak het meeste slijk van mijn fiets. Ik neem het onverharde pad op en naast de dijk rond de baai tot het gehucht Le Hourdel. Het grindstof dikt de nog niet gedroogde modder aan. De ketting kraakt. Keitjes onder de wielen schieten weg en de scherpe randen van silexsplinters snijden mijn banden aan flarden. Ik overdrijf, zo erg is het allemaal niet. Ik heb nog niet lek gereden of andere fietspech gehad en hopelijk mag dit zo blijven. In Le Hourdel heb ik geluk. Enkele natuurgidsen hebben er op het keienstrand hun telescopen opgesteld om zeehonden te spotten. (Connaître les phoques |Parc naturel marin Estuaires picards et de la mer d'Opale (parc-marin-epmo.fr)). Ten noorden, aan de overkant van de baai liggen de zeehonden te zonnebaden op de stranden van Le Marquenterre, grenzend aan het Parc Ornithologique du Marquenterre. Plots is er animo onder de toeschouwers. Een paar zeehonden komen vlakbij boven water en zwemmen onverstoord de baai binnen. Toch wel de moeite waard om met de fiets vanuit Zottegem tot hier te komen, alhoewel ik er bij mijn vertrek geen flauw benul van had zeehonden te zullen zien. Ik volg een sentier littoral om zo dicht mogelijk bij de kust te blijven. Het is zwoegen om af en toe mijn fiets door het zand te sleuren. De fietsknooppunten volgen was gemakkelijker geweest. Ter hoogte van de gekantelde oorlogsbunker kom ik op het geasfalteerde wandel- en fietspad Route Blanche of D102, dat tot Cayeux-sur-Mer loopt. Nog nooit zo kort was mijn tocht, nog nooit zo vroeg was ik op mijn bestemming Hôtel Le Neptune, Avenue Maréchal Foch. Na de douche doe ik een akelige ontdekking. Ik kan het jeukende zwarte puntje op mijn been lostrekken en laat het op bed vallen. Ik zoom in met de smartphone-camera en het zwarte puntje wordt een teek. Het griezelig monstertje leeft nog en kruipt verder. Het heeft zich nog niet met bloed volgezogen. Ik begrijp niet waar het vandaan komt en spoel het door in de lavabo. Het griezelding verstoort gelukkig niet mijn dromen tijdens mijn lange namiddagslaap. In de vooravond trek ik naar het keienstrand en wandel een paar uur langs de waterlijn. De 540 kleurige strandhuisjes, elk met een eigen naam langs de houten promenade aan het keienstrand vormen een prachtig decor voor fotografen. Ook ik probeer hier de mooiste foto te maken. Tijdens de wandeling heeft het idee op restaurant te gaan gewonnen van een picknick. Ik heb er niet aan gedacht op internet te zoeken en loop door de centrumstraten van het stille stadje Cayeux tot ik op de hoek van de Rue Antoine Sauvage en de Rue Boyard aan Le Mytilus voorbij kom. Ik krijg een tafeltje toegewezen in de veranda van het restaurant. De gerechten volgen elkaar snel op wat ik apprecieer wanneer ik alleen ben. Het verwijderen van de graten uit de doradevis vergt vakmanschap. Op restaurant gaan is sowieso een inspanning en vergt nadien wat ontspanning op het strand. Ik verbied mezelf te wandelen en blijf languit liggen op een helling keien. Het Hallelujah van Leonard Cohen ruist al dagen onophoudelijk door mijn gedachten. Ik wil er van af zijn, schakel 4G aan en haal het Benedictus van Carl Jenkins uit de ether. Een mooiere avond kan ik me amper voorstellen. 


Op weg van Saint-Valery-sur-Somme naar Le Hourdel langs de dijk rond de baai. 

Op weg van Saint-Valery-sur-Somme naar Le Hourdel langs de dijk rond de baai. 

Le Hourdel.

De vuurtoren van Le Hourdel. 

Zeehondenspotters bij Le Hourdel.

Op weg van Le Hourdel naar Le Cayeux.

Op weg van Le Hourdel naar Le Cayeux.

Het keienstrand van Cayeux.

De strandhuisjes van Cayeux.

Dorade. 

09/06/2023: Cayeux-sur-Mer – Ault – Cayeux-sur-Mer – Le Hourdel – Saint-Marie-sur-Mer – Abbeville. (640 km).

De enige reden om morgen naar huis te gaan is de hittegolf die er aan komt. Ook vandaag wordt het al behoorlijk warm en wordt fietsen lastiger. Toch is er nog tijd om een stukje verder zuidwaarts te trekken voor een korte strandwandeling langs de krijtrotsen van Ault. Bordjes waarschuwen voor vallende rotsbrokken. Op afstand blijven is de boodschap. De mooiste foto maken zit er nu niet in. Pas ’s avonds kunnen de krijtrotsen schitteren in de zon. De kennismaking met het dorp blijft beperkt tot de Grande Rue. In zijn bar-galerie ontmoet ik kunstenaar Nais Romeo, een leeftijdsgenoot. Zijn echte naam is Stéphane Nastuzzi. Hij studeerde aan het Institut Saint-Luc in Doornik. Er zijn geen klanten. Met een fijne pen schetst hij in felblauw een kustzicht van Ault. Op de oude postkaart die hij natekent wijst hij gebouwen aan die de voorbije eeuw verdwenen zijn doordat de rotswanden zo’n 30 centimeter per jaar afbrokkelen. In maart dit jaar was er nog een grote instorting waarbij een ondergrondse bunker uit de Tweede Wereldoorlog gedeeltelijk vrijkwam. Men vreest dat bij verdere instorting van de krijtrots de bunker in zijn val een deel van de weg Avenue Bel Air / Aveneue Circulaire zal meesleuren. (Éboulement de falaise : le bunker menace de s'effondrer, "notre crainte, c'est qu’il entraîne une partie de la rue" (francetvinfo.fr) , "A Ault, la falaise tombera assez rapidement" (lejdd.fr)). Het zwengelt de discussie over de kustbescherming en de rol van de overheid opnieuw aan. Een oud zeer! In 1846 nam Victor Hugo het woord in la Chambre de Paris: “Il y a un siècle, le Bourg d’Ault avait deux villages, le village du bord de la mer et le village du haut de la côte. Il y avait une église, l’église d’en bas qu’on voyait encore il y a une trente ans. Un jour la tempête a soufflé, un coup de mer est venu, l’église a sombré.” (Recul de falaise | Ault- Le Petit Musée (ault-lepetitmusee.fr)). Omdat ik vanaf hier de terugtocht naar Abbeville aanvat, heb ik het gevoel op het verste, het zuidelijkste punt van mijn vakantie te zijn aanbeland. Maar dat is niet zo. De landkaart liegt niet. Amiens ligt nog zuidelijker. In mijn hoofd liggen alle bezochte steden en dorpen op dezelfde as als de tijd. Amiens bezocht ik vier dagen geleden en bijgevolg ligt Ault verder, zuidelijker. De tijd kent geen oost, west, zuid of noord en beweegt zich op een lijn, niet in een vlak waar de steden en dorpen liggen. We kunnen niet terug naar het moment van gisteren, wel naar Abbeville. Ik vat de tocht aan en neem dezelfde fietsknooppuntenroute terug naar Cayeux-sur-Mer. Het idee dat ik huiswaarts fiets, doet me nog meer genieten van het landschap, de warmte, de geur van de zee en het zand. Alweer klinkt het Hallelujah van Leonard Cohen in mijn hoofd. In het hotel haal ik mijn fietstassen op en bestel een crème brulée. De lokale supermarkt voorziet me van picknick en nog extra drank want het is zeer warm. Even twijfel ik de kortste weg over land te nemen naar Saint-Valery-sur-Somme. Pootje baden aan het strand bij de bunker en het sprankeltje hoop de zeehonden opnieuw te zien bij Le Hourdel is het ommetje langs de kust waard. Ik heb opnieuw geluk. Terwijl ik in de buurt van de vuurtoren met Alain, een verlamde oudere man praat over de ongemakken op de weg die hij met zijn handbike driewieler ondervindt, roept zijn vrouw Nicole. Iedereen richt zijn blik op het water. Een zeehond zwemt voorbij en blijft geruime tijd boven water. Wat een prachtige beloning voor de extra kilometers fietsen. Ik fiets opnieuw op de dijk langs de baai naar Saint-Valery-sur-Somme en vervolgens langs het kanaal naar Abbeville. Regelmatig pauzeer ik in de lommerte om op krachten te komen. Huiswaarts fietsen is lastig omdat ik het niet wil en het bereikte doel waarvan ik me steeds verder verwijder als een aanzuigkracht aan me trekt. Hoe verder verwijderd van Ault, Cayeux-sur-Mer, Le Hourdel, Saint-Valery-sur-Somme, Le Crotoy, ..... hoe mooier en aantrekkelijker de kustdorpjes in mijn herinnering worden. Wat zal de toekomst brengen voor deze kustdorpen? Zullen zij door het steeds warmer wordende klimaat meer bezoekers krijgen uit oververhitte binnenlandse steden, op zoek naar koelte? Een voorbijganger die ook een moment pauzeert langs het kanaal naar Abbeville beweert dat het 30°C is. Ik ervaar het niet zo, maar het zou best kunnen. 19h30: aankomst bij Domitys l’Aigrette Bleue. Bekend terrein en leuk vertrouwd te zijn met de omgeving. Het lijkt bijna een doordeweekse avond in mijn studiootje. Douchen en avondeten met het TV-Journaal op de achtergrond. Op internet zoek ik de treinritten naar Zottegem en bereken hoeveel tijd ik morgen kan spenderen in Amiens en Lille. Stilaan denk ik terug aan thuis, hoe de tuin er na de lange droogte zal uitzien? Of er in de brievenbus zal zijn? Of er nieuwtjes in de buurt zijn? .......     


Ault.

Ault.

Ault.


Ault.

10/06/2023: Abbeville – Amiens – Lille – Doornik – Bruusel-Zuid – Gent-Sint-Pieters – Zottegem.

Ontbijt op de studio. Warme dag tot 30°C. 9h45: treinrit naar Amiens. Een viertal uren in Amiens gespendeerd met o.a. een bezoek aan de kathedraal, een picknick onder de bomen van het Parc René Goblet, rondritje door le Quartier Saint-Leu, ..... 14h30: treinrit naar Lille. Omdat er dit weekend werkzaamheden zijn aan het spoor tussen Moeskroen en Kortrijk en het niet zeker is dat ik mijn fiets kan meenemen op de vervangbus, maak ik een omweg via Tournai naar Brussel-Zuid. Er zijn echter ook werkzaamheden tussen Denderleeuw en Zottegem en om dezelfde redenen maak ik nog een omweg via Gent-Sint-Pieters naar Zottegem. 21h: thuis.  PS: Hittegolf van 8 juni tot 17 juni 2023.

            groeten, Johan


De vakantie zit er op en de fiets hangt voor eventjes aan de haak.  
 
Voor reacties: vanhecke1965@skynet.be










Fotografie (Samsung A70 smartphone) en tekst: Johan Van Hecke.