Waarom ik nog niet
elektrisch fiets? Ik krijg de vraag wel eens, maar waarom zou ik? Hoe sneller
je fietst, hoe meer je je moet focussen op de weg en hoe minder je om je heen
kan kijken. Bovendien neem je een zware elektrische fiets niet zo makkelijk mee
op de trein of op de trappen in stations. En na vijf tot zeven jaar is je
batterij reeds aan vervanging toe. Een batterij om recreatief wat rondjes te
rijden is ecologisch geen goede zaak. Een elektrische fiets levert pas
milieuwinst op als hij een auto vervangt. Nee, nog geen elektrische fiets voor
mij zolang het fysiek niet nodig is. Ik heb van de meewind geprofiteerd om
vlotjes langs het Wereldoorlog-I-Westfront van Nieuwpoort tot Péronne en
vervolgens langs de Somme tot haar monding bij Saint-Valery-sur-Somme te
fietsen. Dankzij -J- de klimaatverandering hebben we langere periodes hetzelfde
weer. Het werd een heerlijke zonnige fietsvakantie zonder regen en met een
meewindje uit het noordoosten. Mijn reisgezel, de fietsgids ‘Fietsen in de Frontstreek’ geschreven
door Carl F.J. Ooghe had ik beter op voorhand gelezen. Het bevat naast de
routebeschrijving vele bladzijden geschiedkundige verhalen en anekdotes,
onontbeerlijk om de betekenis van de militaire begraafplaatsen en monumenten te
begrijpen. De graven boden ooit troost aan de
nabestaanden van de gesneuvelde soldaten terwijl de monumenten de boodschap
NOOIT MEER OORLOG kracht moesten bijzetten. Vandaag, meer dan een eeuw later
rouwt niemand nog om de gesneuvelde soldaten en blijkt de boodschap NOOIT MEER
OORLOG voorlopig een illusie. Wat betekenen de militaire begraafplaatsen en
monumenten voor ons? Inspireren ze ons tot nadenken over hoe als individu oorlog
en ellende ten gevolge van vb. klimaatverandering te voorkomen?
Websites:
Fietsroute: ‘Fietsen in de Frontstreek’, Carl F.J.
Ooghe (Fietsen
In De Frontstreek - Boeken, Reisverhalen En Reisgidsen (derito.be).
Carl F.J. Ooghe: Guided
Bike Tours France (cyclingthewesternfront.co.uk)
Fietsroute: ‘Fietsen langs de Frontlijn. Van Nieuwpoort
tot Bazel’, Kees Swart (Fietsen
langs de frontlijn | Grote Routepaden, Algemene info
Fietsen langs de frontlijn (recreatief-fietsen.nl))
Fietsroute:
HOME - Western Front
Way (thewesternfrontway.com)
De
Eerste Wereldoorlog: A
guide to the Western Front WW1 battlefields of 1914-1918. (greatwar.co.uk)
Fietsen langs de Somme: La
Véloroute Vallée de Somme | Conseil départemental de la Somme
, Véloroute
Vallée de Somme : 195 km à vélo jusqu'en Baie de Somme (francevelotourisme.com)
, La
Somme à Vélo | www.somme-tourisme.com
Fietsknooppunten in het
departement Somme: Le
réseau Points Nœuds Somme à Vélo | www.somme-tourisme.com
29/05/2023: Oostende – Nieuwpoort –
Oud-Stuivekenskerke – Diksmuide – Boezinge – Ieper. (70 km).
De fietstassen
geraken maar niet klaar. De trein van 9h20 haal ik niet en stel mijn vertrek
met een uur uit. Mijn vrees voor meer drukte op de trein en in de overstapstations
van Gent en Brugge blijkt ongegrond. Meteen na mijn aankomst in Oostende spring
ik de fiets op. De wind stuwt me krachtig vooruit langs de kust naar
Nieuwpoort. De vertreuzelde tijd haal ik snel in. Nieuwpoort lag aan de Frontlijn
tijdens de Eerste Wereldoorlog en is de start van de fietsroute Fietsen in de Frontstreek. Het
bezoekerscentrum Westfront bevindt
zich onder het Koning Albert I-monument
(Koning
Albert I-monument - Wikipedia) bij de Ganzenpoot,
een sluizencomplex waar vijf kanalen en de IJzer samenvloeien. In de buurt
staan gedenkstenen voor Britse en Franse soldaten. Het is opletten om het
juiste water te kiezen en bij de Ieperbrug het jaagpad langs de IJzer richting
Diksmuide te nemen. Het vlakke polderland, verdeeld in akkers en weiden strekt
zich tot de horizon uit. Ter hoogte van de Viconia
Kleiputten verlaat de route de IJzerdijk voor een ommetje door
Stuivekenskerke. De Viconiastraat leidt naar het voormalige dorp
Oud-Stuivekenskerke (Onze-Lieve-Vrouwehoekje
- Wikipedia) dat in de negentiende eeuw verlaten werd en
vandaag slechts een gehucht is. Het met beton versterkte restant van de
kerktoren werd tijdens de Eerste Wereldoorlog een belangrijke uitkijkpost. De torenruïne
biedt vandaag uitzicht over de IJzervlakte. De kapel naast de toren
werd na de oorlog gebouwd op initiatief van de franciscaan Edouard Leleux
(pater Martial) die reserveluitenant was tijdens de Eerste Wereldoorlog. De
franciscaan staat afgebeeld op twee brandglasramen als pater en als soldaat.
Verbazend! Oorlogstaferelen in een kapel!. Een wandel- en
fietspad voert terug naar de IJzer. Vooraleer Diksmuide te bereiken kom ik
langs het museum De Dodengang, (Homepage
Trench of Death | Trench of Europe (dodengang.be)). De tijd is krap.
Een bezoek is misschien voor later. Diksmuide is tenslotte niet zo ver weg van
Zottegem, dezelfde reden waarom ik Nieuwpoort niet bezocht. Op de Grote Markt
in Diksmuide zijn het Boter- en Kaasfeesten. Elk jaar op Pinkstermaandag bieden
lokale boeren hun hoeveproducten aan. Voor een potje yoghurt van ’t Hof van de Rhille uit Woumen is er
nog plaats in mijn fietstas. Van de Grote Markt gaat het terug naar de IJzer en
langs het museum ‘Aan de IJzer’ met
de Paxpoort, de IJzercrypte en de IJzertoren. (Museum
aan de IJzer - IJzertoren - Bezoek Diksmuide , MuseumaandeIjzer). Twijfel breekt mijn
hoofd. Het is 16h30, misschien toch maar doorfietsen en later terugkomen voor
het uitzicht over de stad en de IJzervlakte van op de IJzertoren. Mijn planning
zit niet goed. Er is geen tijd voor een museum. Bij Herberg De Knocke, aan de monding van de Ieperlee in de IJzer valt
onverwachts nog wat te beleven. Veel volk is er echter niet opgedaagd voor de
folkband Korrigan. De noordoostenwind
voelt bij stilstand koud aan. Na enkele liedjes laat ik me verder drijven langs
de gekanaliseerde Ieperlee (het Ieper-IJzer-kanaal). Achteraf kom ik te weten
dat er vroeger wel meer te beleven viel aan de monding van de Ieperlee. Hier
stond namelijk een fort. (Het
verdwenen Fort de Knocke aan de IJzer: het verhaal van een Spaans fort en een
Vlaamse list | VRT NWS: nieuws). Verder langs het
kanaal staat een monument ter nagedachtenis van de gebroeders Van Raemdonck die
in de Eerste Wereldoorlog sneuvelden. (Gebroeders
Van Raemdonck - Wikipedia). Aan de overkant van het kanaal, in het
industrieterrein van Boezinge ligt de oorlogssite Yorkshire Trench and Dug Out. (Yorkshire
Trench & Dug-out | het landschap als getuige | Museum | In Flanders Fields
Museum). Pas na de fietsvakantie ontdek ik op internet
de site. Na Boezinge komt mijn bestemming voor vandaag eindelijk in zicht. Ik
ben moe ook al was het een vlakke gemakkelijke windmee rit langs de kust, de
IJzer en de Ieperlee. Ik heb een B&B gereserveerd in de Elverdingestraat.
Bizar dat niemand me komt begroeten. De sleutel zit in een minikastje met code.
Mijn fiets staat reeds in de gang wanneer de gastvrouw opduikt. De fiets moet
onmiddellijk naar buiten. Op het einde van de straat aan het
Vandenpeereboomplein vind ik fietsparkeergelegenheid. Mijn gastvrouw toont me
vervolgens mijn kamer. Veel avond blijft er na het douchen niet over. Ik trek
de stad in voor een hapje. Restaurant Olijfje
in de Boomgaardstraat is een tegenvaller. Er zijn nauwelijks groenten bij de
couscous.
|
Het Koning Albert I-monument in Nieuwpoort aan de Ganzenpoot. |
|
Het Onze-Lieve-Vrouwehoekje in Oud-Stuivekenskerke. |
|
De Boter- en Kaasfeesten op Pinkstermaandag op de Grote Markt in Diksmuide.
De Paxpoort en de IJzertoren. (foto: fietstocht 2009).
|
|
Het gedenkmonument voor de gebroeders Van Raemdonck langs het Ieper-IJzer-kanaal. |
|
De sluis Boezinge Sas op het Ieper-IJzer-kanaal. |
|
Langs het Ieper-IJzer-kanaal. |
30/05/2023: Ieper –Sint-Juliaan – Passendale –
Zonnebeke – Hollebeke – Wijtschate – Mesen – Armentières. (135 km).
Mijn gastvrouw Dorine heeft geen ontbijt
voorzien. Ze is van mening dat er voldoende eetgelegenheden zijn in de stad. We
praten nog wat na in de gang tussen de beelden van haar vader die kunstenaar
was. Zelf is ze ook artistiek begaafd en schilderde. Ik vergeet de naam van
haar vader te vragen. Misschien omdat ik ongeduldig ben te vertrekken of
misschien eerder omdat ik zijn werk maar niets vind. Ik sprokkel een ontbijt en
picknick voor ’s namiddags. Aan de Menenpoort, door stellingen omgeven, start
ik een ritje op de vestingmuren en verlaat nadien de stad langs de
Kauwekijnstraat naar Sint-Juliaan. The
Brooding Soldier aan de kruising van de Brugseweg en de Zonnebekestraat is
niet het eerste en zeker niet het laatste oorlogsmonument dat ik de komende
dagen zal zien. (The
Brooding Soldier - Wikipedia). Verderop in de
Onze-Lieve-Vrouwstraat bevindt zich de Steenakkermolen
of Dodenmolen, een houten staakmolen. (Steenakkermolen |
Dodenmolen | Belgische Molendatabase | Molenecho's (molenechos.org)). De molen werd in
1923 overgebracht uit Pittem ter vervanging van de molen die reeds bij de
aanvang van de eerste wereldoorlog in vlammen opging. Bij de molen ontmoet ik
een groepje vrouwen met twee alpaca’s aan de leiband. Het zijn schattige dieren
en de ene laat zich heel graag aaien. Volgens de vrouwen weten de alpaca’s hun
weg want de dieren maken steeds dezelfde wandeling. Enkele kilometers verderop,
in Passendale langs de Vijfwegestraat ligt het Tyne Cot Cemetery het grootste Britse militaire kerkhof (Tyne Cot Cemetery
- Wikipedia). De naam Tyne
Cot verwijst naar een schuurtje dat te midden van een vijftal Duitse
betonnen bunkers stond, langs de weg van Broodseinde naar Passendale. Het was
de 50th Northumbrian Division die tijdens de Eerste Wereldoorlog de naam bedacht
voor het schuurtje en hiermee verwees naar huisjes (cottages) langs de Tyne,
een rivier in het Noord-Engelse Northumberland. Bijna 12.000 militairen van wie
meer dan 8.000 ongeïdentificeerd, liggen hier op het Tyne Cot Cemetery begraven. 12.000 mannen en geen vrouwen. Is
testosteron dan toch de oorzaak van oorlog? Aan de oostelijke kant staan de
namen van 35.000 Britse en Nieuw-Zeelandse soldaten die geen graf hebben. Zelfs
met deze cijfers moet ik hard mijn best doen om aan oorlogsgruwel te denken. Ik
heb de oorlog niet meegemaakt en ervaar het kerkhof als een mooie tuin.
Bovendien leef ik in de gelukzalige roes van de heerlijke fietstocht en het
mooie weer. In het bezoekerscentrum liggen documenten en opgegraven spullen tentoongesteld.
De oorlog is hier tastbaarder aanwezig. De foto van wielrenner Matthew Herbert
Austin maakt me nieuwsgierig. Ik vind meer over hem op: Passchendaele
archives (www.archives.passchendaele.be). Matthew werd in 1893 geboren
in Australië en stopte met school op zijn vijftiende om als matroos op een
koopvaardijschip te werken. Later werkte hij als mijnwerker en begon met
wielrennen. Hij blonk uit in baanwedstrijden op de velodroom en won veel lokale
en regionale wedstrijden. In 1914 huwde hij en eind 1915, twee weken na de
geboorte van zijn zoon, meldde hij zich vrijwillig aan bij het leger. Hij
sneuvelde op 12 oktober 1917. Waarom meldde hij zich vrijwillig om te vechten
aan de andere kant van de wereld? Dat staat niet in zijn biografie! En hoe keek
Arthur Young aan tegen de oorlog? Zijn vader liet op zijn zerk het opschrift:
“...... sacrificed to the fallacy that war can end war.” aanbrengen. Ik
picknick in het kasteeldomein achter de kerk van Zonnebeke waar in het
voormalige kasteel het Memorial Museum
Passchendaele 1917 is gevestigd.
Het museum bezoek ik niet. Ik heb een aangename babbel met twee vrolijke
meisjes uit Heerle. Ze zijn op tweedaagse schooluitstap waarin oorlog en vrede
centraal staan en hebben straks een ontmoeting met een Duitse school. De jeugd
moet op tweedaagse uitstap omdat sommigen beweren dat we de herinnering aan de
oorlogsgruwel levendig moeten houden om nieuwe oorlogen te vermijden. Is dat
zo? Kunnen we door opvoeding voldoende protest en verzet opwekken bij de
bevolking en oorlog onmogelijk maken?, om soldaten te weerhouden een ander land
binnen te vallen? Maakt de jeugd ook kennis met Die Weiβe Rose (Weiße Rose -
Wikipedia)? Een oorlog voorkomen is blijkbaar moeilijker
dan er een beginnen. We zijn het allemaal eens dat de inval van Poetin in
Oekraïne onvergeeflijk en barbaars is, maar ik vraag me af in welke mate Europa
heeft bijgedragen aan het ontstaan van deze oorlog? Is het niet bizar dat toen
Rusland de Krim annexeerde, Europa niet heeft ingezet op het versneld afbouwen
van de import van Russisch gas en olie? De klimaatverandering op zich was en is
al een reden om versneld de energietransitie naar een koolstofvrije economie
door te voeren! Hebben we de oorlogsmachine van Poetin mee gefinancierd? (Europa
denkt na over sancties voor Russische olie: wat ligt op tafel en zullen we dat
voelen aan de pomp? | VRT NWS: nieuws). De meisjes moeten
ervan door en ik heb net als zij een programma af te werken. Nog in Zonnebeke
bezoek ik het Buttes New Britisch
Cemetery (Buttes
New British Cemetery, Polygon Wood - Wikipedia) gelegen in het
Polygoonbos. Het is hier uiterst stil en prachtig. Een enkele bezoeker wandelt
in de strak geometrische tuin van witte rechtopstaande stenen. 2.108 soldaten
liggen hier begraven, evenveel schedels of minder. Misschien hebben ze van
sommigen niet het hele lichaam teruggevonden. Het was een gruwelijke oorlog,
toch? Recente TV-beelden van de oorlog in Oekraïne komen in mijn gedachten.
Hebben wij door onze mateloze verslaving aan olie en gas deze oorlog mee
mogelijk gemaakt? Soms denk ik van wel, en dan weer niet of misschien voor een
stukje toch? Ik fiets nog een eind door het Polygoonbos, passeer vervolgens
langs het recreatiepark Bellewaerde en het Sanctuary
Wood Cemetery (Sanctuary
Wood Cemetery - Wikipedia) nabij het Hill
62 Museum (Hill 62 - Hill 62
(hill62trenches.be)) aan de Canadalaan in Zillebeke. Ik picknick
langs het oude kanaal Ieper-Komen in het provinciaal domein De Palingbeek. (Palingbeek
- Wikipedia). Verder zuidwaarts wordt het landschap rond de
Hollebeekstraat glooiend. Ze verbindt de kerken van Hollebeke en Wijtschate. De
Kemmelberg in het Heuvelland komt in zicht. Van Wijtschate naar Mesen is het
amper 3 kilometer. De fietsgids neemt niet de kortste weg naar Mesen, maar
maakt een ommetje naar de Poel van Vrede
(Spanbroekmolenkrater
- Wikipedia), een bizarre naam voor een bomkrater. Nabij de
krater stond de Spanbroekmolen, een
houten staakmolen. Reeds bij het begin van WOI werd de molen en het molenhuis aan
flarden geschoten. De krater ontstond door de ontploffing van een Britse
dieptemijn op 7 juni 1917 die de Duitse artilleriestelling op de heuvel
vernietigde. Wie de geschiedenis van de krater niet kent, denkt bij deze
liefelijke vijver niet aan oorlog en geniet van het vergezicht. Mesen is met
amper 1.000 inwoners de kleinste stad van België en is een
faciliteitengemeente. De straatnaambordjes zijn tweetalig. De koepelvormige
toren van de Sint-Niklaaskerk (Sint-Niklaaskerk
(Mesen) - Wikipedia) die van ver buiten het centrum zichtbaar is,
wordt in de volksmond de Dikkop van Mesen
genoemd. Na de totale vernietiging van de abdijkerk en het klooster tijdens de
Eerste Wereldoorlog werd enkel de kerk in 1928 heropgebouwd. Het is
verwonderlijk dat de kerk, de 11e eeuwse romaanse crypte met het
graf van de zalige Adela van Mesen (Adela van Mesen -
Wikipedia) en de toren vrij toegankelijk zijn. Sinds 1986
speelt de vredesbeiaard om het kwartier hymnes of volksmuziek uit alle landen
die in de Eerste Wereldoorlog betrokken waren. De klim naar boven wordt beloond
met een panoramisch uitzicht over de omgeving waarvan ik minutenlang geniet. Ik
rijd door de Waalse enclave Komen-Waasten, kom voorbij nog enkele militaire
kerkhoven, het Ploegsteert Memorial (Ploegsteert
Memorial - Wikipedia) en het oorlogsmuseum Plugstreet 14-18 (Plugstreet 14-18
- Wikipedia) in het Waalse dorpje Ploegsteert, deelgemeente van
Komen-Waasten. Ik verlaat weldra België en vraag me af hoeveel begraafplaatsen
van de Eerste Wereldoorlog er in de Westhoek, in West-Vlaanderen, in
Vlaanderen, in België, .... zijn. De lijst is indrukwekkend. Alleen al het
aantal begraafplaatsen in West-Vlaanderen van het Britse Gemenebest,
onderhouden door het CWGC bedraagt ruim 200. Ik heb er slechts enkele gezien
waaronder de grootste, het Tyne Cot
Cemetery. (Lijst
van militaire begraafplaatsen in België - Wikipedia , Homepage
| WOI (wo1.be) , Commonwealth
War Graves Commission - Wikipedia , The Commonwealth War Graves Commission |
CWGC , Oorlogsgraven
in de Westhoek - Wikipedia). Voor ik het Franse stadje Armentières
binnenrijd, flirt ik nog even met de Belgisch-Franse grens langs een stukje
Leie. De GPS leidt me daarna naar mijn overnachting aan de Rue Jules Lebleu 69,
een 19de eeuws statig dubbel herenhuis, zeg maar kasteeltje in een
parkje dat ooit toebehoorde aan twee broers textielbaronnen en gelegen is
tegenover het Lycée Gustave Eiffel. Mijn gerenoveerd ministudiootje heeft een
aparte ingang. De eigenaars wonen in één van de appartementen van het gebouw.
Mijn gastvrouw neemt na een minimale maar ruim voldoende uitleg onmiddellijk
afscheid. Misschien zag ze wel dat ik een zware reisdag achter de rug heb. Ik
laat me op het bed vallen en geniet minutenlang van de mooie kamer met hoog
plafond. Het stadscentrum waarmee de kerk en het stadhuis bedoeld worden, is op
fietsafstand,. Er zijn geen leuke hoekjes te bespeuren. Koning auto neemt hier
nog alle plaats in en het asfalt is rijkelijk als een zwarte loper voor hem
uitgerold. Ik fiets rond maar nergens wil ik blijven. Toch moet ik ergens een
spikkeltje schoonheid ontdekken in deze grauwheid. Met wat goede wil is de Rue
du Maréchal Foch -dankzij de bomen- gezellig te noemen en de naam van de crêperie
Le Vélo de Suzon, spreekt me wel aan.
De crêpe maroilles doet me denken aan
de Groene Valleien Fietstocht van
2009. Ik leerde toen de kaas van Maroilles, een Frans dorpje, kennen en hoop
zoals in À la recherche du temps perdu
van Proust dat de smaak de herinneringen zal terugbrengen.
|
De Vauban-vestingwerken rond de stad Ieper in de buurt van de Menenpoort. |
|
De Steenakkermolen in de Onze-Lieve-Vrouwstraat, Sint-Juliaan. |
|
Het bezoekerscentrum van het Tyne Cot Cemetery te Passendale.
Matthew Herbert Austin was een succesvolle wielrenner. Hij sneuvelde op 12 oktober 1917, 24 jaar.
|
|
Het Polygoonbos in Zonnebeke. |
|
Het Sint-Medardusplein in Wijtschate. |
|
De vredesbeiaard in de toren van de Sint-Niklaaskerk van Mesen.
|
|
Uitzicht van op de toren van de Sint-Niklaaskerk van Mesen. |
|
Uitzicht van op de toren van de Sint-Niklaaskerk van Mesen. |
|
Rue Jules Lebleu 69, Armentières.
|
|
De B&B-kamer in de Rue Jules Lebleu 69, Armentières.
|
31/05/2023: Armentières – Fleurbay – Fromelles – La
Bassée – Cuinchy – Lens. (200 km).
Stipt om 8h30, zoals afgesproken brengt mijn
gastvrouw het ontbijt. Thee maak ik zelf in het keukenhoekje van mijn
luxekamer. Door het open raam komen de vrolijke geluiden binnen van de tieners
die aan de schoolpoort van het Lycée Gustave Eiffel rondhangen. Ik denk aan het
Atheneum van Zottegem, dwaal door de gangen, sta opnieuw voor de klas in het
chemielokaal, zie mezelf lesgeven, ....... en hoe je door eenvoudige proefjes
de werkelijkheid leert doorgronden. Zo verwacht je een volume van 100 ml na
mengen van 50 ml zuiver water en 50 ml zuiver ethanol. De verrassing is dat het
mengsel een volume van 97 ml heeft, 3 ml minder dan verwacht. In een mengsel
van water en ethanol zitten de moleculen dichter bij elkaar dan in zuiver water
en in zuiver ethanol. Het bewijs dat intermoleculaire ruimte bestaat. Één van
de mooiste experimentjes van de scheikunde en fysica. Ik krijg er zowaar de
tranen van in mijn ogen en kijk met heimwee naar de jeugd aan de overkant van
de straat. Volgende week word ik 58 jaar. Waar zijn al die jaren heen? Ik wend
me af en kom terug tot de realiteit, pak mijn spullen en neem de kaartjes met
de wegbeschrijving voor vandaag: Armentières – Lens, 50 km. Ik start op de
Place Général de Gaulle zoals het boekje voorschrijft. Ik had misschien toch
beter de route vooraf bekeken dan had ik niet nutteloos opnieuw naar het
troosteloze centrum gereden want de route komt voorbij mijn B&B. De eerste
omwegkilometers zijn gereden! In de Avenue Roger Salengro, een zijstraat van de
Rue Jules Lebleu bevindt zich het militaire kerkhof Cité Bonjean, (Cité
Bonjean Military Cemetery - Wikipedia). Opvallend is dat er
geen ongeïdentificeerde soldaten begraven liggen. Hier werden immers de
soldaten begraven die overleden in het veldhospitaal dat hier opgetrokken was.
Op het einde van de straat, langs de oever van de Leie, staan de imposante
industriële gebouwen van de voormalige Brasserie
Motte-Cordonnier die sinds begin jaren negentig verlaten werden. Het is
momenteel een grote bouwwerf. Niet toegankelijk voor onbevoegden, maar ik zie
wel wanneer iemand me aanspreekt. Het zal hier prachtig wonen zijn in de ruim
200 appartementen die op de site ingericht worden. Een zoektochtje op internet
leert me dat de nakomelingen van de brouwersfamilie Motte-Cordonnier sinds 2018
opnieuw bier brouwen en hopen in de nabije toekomst hun microbrouwerij te
kunnen herlokaliseren op de voormalige site van hun voorouders. (Bières
Motte-Cordonnier - Découvrez notre histoire (bieresmottecordonnier.fr) , Brasserie
Motte-Cordonnier — Wikipédia (wikipedia.org) , Patrimoine
: La brasserie Motte Cordonnier, renaissance d'une brasserie familiale. - Bing
video , Près de chez vous -
2015 - La Brasserie à Armentières : Une Grande Histoire... - YouTube , BRASSERIE
MALTERIE MOTTE-CORDONNIER • Groupe MAES (maes-groupe.com) , La
Brasserie Motte-Cordonnier (nicau.be)). Ook bij het omwalde
en met treurwilgen omgeven kerkhof Le
Trou Aid Post Cemetery (Le
Trou Aid Post Cemetery - Wikipedia) in Fleurbay, Rue du
Petillon hoort een verhaal. In het midden, waar geen zerken zijn, stond een
hoeve die dienst deed als verbandpost achter het front. De soldaten werden
rondom de hoeve begraven. Een tweede militair kerkhof Rue-Petillon Military Cemetery in dezelfde straat bezocht ik niet.
Om de hoek in de Rue Delval is er naast het militair kerkhof VC Corner Australian Cemetery and Memorial
(V.C.
Corner Australian Cemetery and Memorial - Wikipedia) ook het standbeeld The Cobber Simon Fraser dat het
ontroerende verhaal vertelt van Simon Fraser die ondanks een verbod ’s nachts
in het niemandsland op zoek ging naar zijn gevallen strijdmakker. (Australian
Memorial Park - Wikipedia , Keep Cobber Alive (aussiecobber.com)). In Fromelles neem
ik de tijd om het Musée de la Bataille de
Fromelles (Page d'accueil | Le
musée de la bataille de Fromelles (musee-bataille-fromelles.fr) , Musée
de la bataille de Fromelles — Wikipédia (wikipedia.org) , Het
museum | Le musée de la bataille de Fromelles (musee-bataille-fromelles.fr)) te bezoeken. Het
nieuwe museum dat in 2014 geopend werd, lijkt op een half in de grond verzonken
bunker. De ruwe architectuur leid je binnen in de wereld van de oorlogsgruwel.
In 2009 werden de lichamen van 250 Australische en Britse soldaten opgegraven.
Ze lagen begraven in massagraven nabij het Bois
des Faisans. Een honderdtal soldaten kon met DNA-analyse alsnog
geïdentificeerd worden. Een jaar later werd door de CWGC een nieuwe
begraafplaats Pheasant Wood (Fromelles
(Pheasant Wood) Military Cemetery - Wikipedia) aangelegd om de 250
soldaten in aparte graven te begraven. Naast de begraafplaats werd het museum
opgericht waarin naast de collecties van het voormalige gemeenschapsmuseum, nu
ook het hele onderzoeksproject en individuele levensverhalen van soldaten aan
bod komen. Het bezoek heeft me geraakt, vooral de inspanningen die geleverd
zijn om bijna een eeuw na de oorlog de soldaten te ontgraven, te identificeren
en te herbegraven, een nieuw kerkhof aan te leggen en een museum te bouwen.
Voor wie en waarom doet men dit? Deden we maar meer inspanningen om oorlogen te
voorkomen dan te gedenken. In het museumwinkeltje ontdek ik tussen de
brolsouvenirs het boek Trulin 1915, Un
Petit Belge, héros lillois, (Léon Trulin -
Wikipedia). Hij was een Belgisch spion en amper 18 jaar
toen hij samen met anderen door de Duitsers werd terechtgesteld in Rijsel. Het
is bijna 14h als ik picknick in het lommerrijke parkje aan de Place des Augustins in La Bassée, een
dorp met 6.000 inwoners. Het dorp werd in de Eerste Wereldoorlog nagenoeg
volledig verwoest. Het lukt me niet de wegbeschrijving naar het Canal d’Aire te
ontcijferen. Met de hulp van passanten en kilometers omweg geraak ik er toch.
Langs het kanaal ontmoet ik Michel Fénart, 82 jaar. Hij rijdt op te slappe banden
en alles aan zijn roestige fiets rammelt. Jongeren zouden zijn kledij als gore
vodden weggooien. Met groeiend respect en bewondering luister ik naar zijn
verhaal. Hij ruimt afval op langs het kanaal. Langs weerszijden van zijn stuur
hangen emmers en op de bagagedrager zitten zakken vol afval, gekneld onder
velorekkers. Wat een kerel zeg! Ik verdraag het niet dat hij op te slappe
banden fietst, doe hem stoppen en pomp zijn banden op. Hij fietst zonder
versnellingen vlotjes met me mee tot het volgende dorp Cuinchy waar ik het
kanaal verlaat en zuidwaarts via Vermelles richting Lens fiets. Reeds van ver
zijn de twee grootste mijnterrils van Europa te zien, getuigen van het
steenkoolverleden van de regio. (Site CPIE Chaîne des Terrils
(chainedesterrils.eu) , Terrils
– Bassin minier Nord-Pas de Calais – Patrimoine mondial
(bassinminier-patrimoinemondial.org) , DU
HAUT DES TERRILS JUMEAUX | Loos-en-Gohelle (nord-decouverte.fr)). In Loos-en-Gohelle
vind ik het ommetje naar het Dud Corner
Cemetery (Dud
Corner Cemetery - Wikipedia) de moeite waard al was het maar dat de
fietsgids een prachtig uitzicht belooft van op één van de twee torens van het
kerkhof. Ik vul het visitors’ book
aan met mijn naam, herkomst en datum. Ik lees sommige commentaren zoals: “Certains
n’étaitent que des enfants, merci à eux de nous avoir défendu.” Zelf kom ik
niet tot het schrijven van een commentaar. Nochtans heb ik al enkele visitors’
books ingevuld maar nog geen commentaar bedacht. Ik fiets dwars door
Loos-en-Gohelle. Achtereenvolgens: Rue Jean-Baptiste Roussel, Rue Roger
Salengro en Avenue de la Fossé 12. Het Hill
70 Memorial Park and Visitors Center (Hill
70 - Home) heb ik niet gezien en pas later op internet
ontdekt. Hill 70 werd in 2019
geopend, lang nadat de fietsgids uitgegeven werd. Via de Route de Béthune rijd
ik Lens binnen. Het is 18h45 als ik bij Hôtel
de France aankom op de Place du Général de Gaulle tegenover het station van
Lens. De eerste indruk van het hotel is niet bemoedigend en de receptionist,
een jonge Marokkaan spreekt te snel. Er is geen lift. De kamer is op de derde
verdieping. De muren zitten onder de vlekken en alles is afgeleefd. De
decoratie is geen rommelmarkt waardig. Dat alles tot op de draad versleten
wordt zou me moeten blij stemmen want het is ook mijn principe. De
ontgoocheling is dat Booking.com veel mooiere kamers toont. Ik voel me
bedrogen, zet er me overheen want het bed en de handdoek zijn onberispelijk en
er is gepoetst. Na een verfrissende douche trek ik de stad in. Net als in
Armentières wijkt ook hier het asfalt en de auto nog niet voor meer groen en
verkeersvrije straten en pleinen. Anderzijds is het prima dat er geen
aantrekkelijke dure etalages zijn die om de haverklap vernieuwd worden. De
lelijkheid van de stad is haar ecologische schoonheid. Op de Place Jean Jaurès
stap ik binnen bij Konapoke en bestel
een vegetarische poke bowl. Ik proef voor het eerst wasabi-saus. Veel te
pikant! Geen wasabi meer voor mij. Ik ga op wandel en neem achter de
spoorwegbrug op de Avenue Alfred Maes het fiets- en wandelpad naar het museum
Louvre-Lens. Het pad maakt deel uit van de Véloroute
de la Mémoire (La
véloroute de la mémoire,Cyclotourisme, (somme-tourisme.com)) en de Euro-5 fietsroute, en leidt naar de Site Minier du 11-19 (L’ensemble
minier du 11/19, Loos-en-Gohelle - VPAH (vpah-hauts-de-france.fr)). Ik ben al een heel
eind op weg als plots het pad afgesloten is door een hoge poort. Ik begrijp er
niets van en pas ’s anderendaags wordt duidelijk waarom? 22h: terug op de
hotelkamer.
|
Het oorlogsmonument op de Place du Général de Gaulle, Armentières. |
|
De voormalige Brasserie Motte-Cordonnier. |
|
De voormalige Brasserie Motte-Cordonnier. |
|
Musée de la Bataille de Fromelles.
|
|
Musée de la Bataille de Fromelles. |
|
Het gemeentehuis van La Bassée. |
|
De mijnterrils Les jumeaux in Loos-en-Gohelle. |
|
Het station van Lens. |
|
Mijn geliefkoosde avondmaal: een poke bowl. |
01/06/2023: Lens – Souchez – Ablain Saint-Nazaire – Givenchy-en-Gohelle
– Neuville-Saint-Vaast – Thélus – Roclincourt – Arras. (245 km).
De gesloten poort is mijn eerste gedachte zodra
ik wakker word. Douchen, ontbijten, de fietstassen volproppen en hop de fiets
op. De poort is open en ik rijd het Louvre-park binnen. Toch wel bizar dat er
fietsroutes door het park lopen en gesloten worden als het park sluit. Het
museum gaat pas om 10h open. Enkel groepen mogen eerder binnen. Ik word
geweigerd, geen uitzondering voor mij. Ik twijfel of ik niet meteen
rechtsomkeer zou maken -ik heb het museum eerder in 2016 met Carine bezocht-
maar besluit toch eerst het park te verkennen. Het is uitgestrekter dan ik me
herinner en ik bezoek daarna dan toch het museum. Het is nog steeds fris als ik
boodschappen haal bij de Carrefour op de Place Jean Jaurès. Zijn naam werd aan
verschillende straten en pleinen gegeven in Frankrijk en in België. Volgens
wikipedia werd de socialist Jean Jaurès (1859-1914) aan de vooravond van de
Eerste Wereldoorlog vermoord vanwege zijn aanhoudend verzet tegen gewapende
conflicten. Ik schaam me de namen van dictators en oorlogsmisdadigers te kennen
maar niet de namen van pacifisten zoals Jean Jaurès, Hans en zijn zus Sophie
Scholl leden van die Weiβe Rose, .......
Heeft ons onderwijs voldoende aandacht voor mensen die streden om oorlog te
voorkomen ook al zijn ze er niet in gelukt? Het is 11h30. De zon breekt
volledig door. Ik zet mijn tocht verder. De route volgt een stuk van de Véloroute du Bassin Minier, gaat over
een begroeide mijnterril en loopt deels parallel met het riviertje Souchez in
de richting van het gelijknamige dorp. Ten noorden van het dorp ligt het Centre d’Histoire du Mémorial 14-18 (Centre
d'Histoire - Un musée sur la Première Guerre mondiale à Souchez
(memorial1418.com)) dat net sluit bij mijn aankomst. Ik fiets en
wandel de heuvel op naar de Franse militaire begraafplaats Nécropole Nationale de Notre-Dame-de-Lorette (Nécropole
nationale de Notre-Dame de Lorette - Wikipedia) met centraal de
basiliek en het ossuarium in de Lantaarntoren. Alweer indrukwekkende getallen.
Meer dan 40.000 Franse soldaten van wie de helft in individuele graven, liggen
hier begraven. Tien jaar geleden werd vlakbij de Anneau de la Mémoire (Anneau
de la Mémoire - Wikipedia) ingehuldigd. Op de wanden staan de namen van
580.000 gesneuvelde soldaten uit 40 landen. Indrukwekkend! Net toen ik
rondgefietst ben om de omtrek van het monument te meten, komen een drietal
bezoekers het monument binnen. Ik krijg een pak verwijten over mij heen dat ik
schaamteloos en respectloos ben. Het dringt niet meteen tot me door dat fietsen
rond het monument verboden is. Respectloos? Ik vind van niet! Wat zouden de
580.000 soldaten er van vinden? Ze zouden er waarschijnlijk hartelijk om
lachen! Ik zou bijna de omtrek vergeten te vermelden: 310 meter. Alvorens de
route me terug naar Souchez leidt, passeert ze langs de kerkruïne van
Ablain-Saint-Nazaire. Ik fiets onder de A26 (E15) door langs het kerkhof Givenchy-en-Gohelle canadian cemetery 14-18.
Langs de Chemin des Canadiens, rijst het monumentale witte Canadian National Vimy Memorial (Mémorial
de Vimy — Wikipédia (wikipedia.org)) op. Wie vergeet aan
de oorlog te denken, geniet alvast van de vergezichten. Ik fiets in een wijde
boog rond het monument. Aan het lokaaltje van de bewakingsdienst klop ik aan en
vraag of de stad aan de horizon Lens is? De man van dienst beaamt, wijst ook
andere herkenningspunten aan zoals de Terrils
Jumeaux, de Tour d’extraction Fosse 11-19
(Fosse
n° 11 - 19 des mines de Lens — Wikipédia (wikipedia.org)), .... Hij heeft
blijkbaar tijd voor een gezellig babbeltje tot hij plots in actie schiet.
Iemand fietst op de paden rond het herdenkingsmonument. Mijn opmerking dat dit
toch niet zo erg is, negeert hij en springt in zijn auto om de man te berispen.
Er zijn dus wel degelijk regels hoe je gesneuvelde soldaten moet eren en
respecteren. Ik durf niet meer te fietsen, stap te voet verder en betreed de
trappen van het monument. Het felle zonlicht weerkaatst pijnlijk op het witte
gesteente. In de afdaling van de heuvel ligt links van de weg het
bezoekerscentrum Vimy Visitor Education
Centre (Vimy
Visitor Education Centre | Projects | The Vimy Foundation). De toegang is
gratis en achter het gebouw ligt een stuk authentiek slagveld. Men zou de
oorlog enigszins dichterbij kunnen brengen door de gruwel te laten horen, maar
misschien zou het kinderen traumatiseren voor wie de loopgraven zonder gruwel een
fantastische speeltuin zijn. In het volgende dorp Neuville-Saint-Vaast ligt aan
het einde van de Rue du 8 Mai, langs de drukke D937 het grootste Duitse militaire
kerkhof van Frankrijk waar 45.000 soldaten begraven liggen. Ik maak het ommetje
niet en fiets door naar Thélus en Roclincourt. Net voor Arras is er door het
dorpje Saint-Nicolas nog een steile afdaling die naar de Scarpe, een
zijriviertje van de Schelde leidt. Het is nu aan de GPS om me tot het B&B Hotel in de buurt van de Place des Héros en de Grand’Place te leiden. Het is bijzonder aangenaam midden
in de stad te logeren en de fiets op stal te kunnen laten. Ik hoop tijdens mijn
avondwandeling mijn zakdoek minder nodig te hebben. Al een paar dagen word ik
geplaagd door hooikoorts. Ik heb last van een loopneus en licht geprikkelde
ogen. In haar atelier ‘Au Bleu d’Arras’,
Place des Héros 32 beschildert Christelle Perrier porselein met kobaltblauw.
Een oud ambacht komt tot leven. (Duik
in de grote Bleu d’Arras, met Christelle Perrier - Arras Pays d'Artois Tourisme
(arraspaysdartois.com)). Het verhaal begon in 1770 toen de vier
zusters Delemer een porseleinfabriek oprichtten in de Rue de la Comédie (nu:
Rue Désiré Bras). Een paar jaar later verhuisde de productie naar de Refuge de
l’abbaye d’Étrun in de Rue d’Amiens. Voor het grootste deel van de decoratie
werd kobaltblauw gebruikt vandaar de naam Bleu
d’Arras. Het bedrijf werd in 1790 ontbonden. (La
manufacture des sœurs Delemer ou les débuts de la porcelaine d’Arras - Un
document à l'honneur - Découvrir - Archives - Pas-de-Calais le Département
(archivespasdecalais.fr)). Pas in de vorige eeuw werd het Bleu d’Arras nieuw leven ingeblazen door
Henri Caudron en wordt vandaag voortgezet door Christelle in haar atelier ‘Au Bleu d’Arras’. [10h-10h45: bezoek aan
het Louvre-museum – 11h30: vertrek uit Lens – 14h: picknick nabij de basiliek
Notre-Dame-de-Lorette – 16h: Vimy Memorial – 18h45: aankomst in Arras – 22h:
terug op hotel na avondwandeling.]
|
Panoramafoto van de klif van Bâmiyân, Afhjanistan. Op 11 maart 2001 werden de twee Boeddhabeelden op de archeologische site vernietigd door de Taliban. (Louvre-Lens). |
|
Schilderij uit 1511: Ontvangst van een Venetiaanse delegatie in Damascus. (Louvre-Lens). |
|
Mozaïekfragment van een fonteindecoratie, 3de eeuw na Christus, Tunesië. Gevleugelde kinderen spelend met dolfijnen. (Louvre-Lens). |
|
Het Centre d’Histoire du Mémorial 14-18, Rue Pasteur 102, Souchez. |
|
De basiliek Notre-Dame-de-Lorette. |
|
De basiliek Notre-Dame-de-Lorette. |
|
De dorpen Ablain-Saint-Nazaire (rechts) en Souchez (links) gezien vanaf L'Anneau. |
|
De panelen met duizenden namen van gesneuvelde soldaten in l'Anneau de la Mémoire. |
|
Ruïne van de vroegere kerk van Ablain-Saint-Nazaire. Ze werd volledig verwoest tijdens de Eerste Wereldoorlog. |
|
Het heuvelende landschap op weg naar Vimy. |
|
Langs de D55 aan het Canadian National Vimy Memorial |
|
Na een steile afdaling door het dorpje Saint-Nicolas rijd je over het riviertje de Scarpe Arras binnen. |
|
La Place des Héros in Arras. |
|
La Grand’Place d' Arras in 2023. |
|
La Grand’Place d'Arras, un jour de marché in 1878, naar een schilderij van Charles Desavary (1837-1885) in het Musée des Beaux-Arts d'Arras. |
02/06/2023: Arras – Bretencourt – Hannescamps –
Hébuterne – Beaumont – Pozières – Bazentin – Fricourt – Bécourt – Albert. (310
km).
Een straat verder dan de Place de la Vacquerie, startplaats van de fietsrit, duikt de Abbaye Saint-Vaast voor me op. In de
voormalige abdij zijn het Musée des
Beaux-Arts d’Arras en een mediatheek gevestigd. Nog maar een paar minuten
op de fiets en mijn programma wijzigt. Het museumbezoek neemt een ferme hap van
mijn dag. Op de koop toe geraak ik daarna niet wijs uit de wegbeschrijving in
de fietsgids en verlies kostbare tijd. Ik twijfel er niet aan dat de auteur de
route daadwerkelijk gefietst heeft maar misschien heeft hij zijn fietsgids
achteraf gemaakt met behulp van Google Maps. In zijn wegbeschrijving gebruikt
hij wel eens straatnamen terwijl er geen straatnaambordjes te vinden zijn of wanneer
een goed zichtbaar bord de richting aangeeft naar een volgend dorp, maakt hij
er geen gebruik van. In de plaats van duidelijkheid krijg je een wegbeschrijving
die voor interpretatie vatbaar is. Na een vluchtig bezoek aan het Faubourg d’Amiens Cemetery (Faubourg
d'Amiens Cemetery - Wikipedia) en aan de Mur des Fusillés op de Citadelle d’Arras volgt de route
grotendeels de loop van het riviertje Le
Crinchon richting Achicourt, Wailly en Bretencourt. Langs de D3 fiets ik
verder zuidwaarts in een vlak en open landbouwlandschap door de dorpen Ransart,
Monchy-au-Bois, Hannescamps, Foncquevillers en Hébuterne. Na Foncquevillers
ligt de streek bezaaid met militaire kerkhoven zoals Foncquevillers Military Cemetery, Gommecourt Wood Cemetery, Cimetière
Militaire de Hébuterne, Luke Copse
British Cemetery, Het Sheffield
Memorial Park met het Railway Hollow
Cemetery en het Queens Cemetery. Serre Road Cemetery No.1, No.2 en No.3, Euston Road Cemetery, Cimetière
Militaire de Sucrerie, Munich Trench
Cemetery, Redan Ridge Cemetery No.1, No.2 en No.3, Ten Tree Alley Cemetery,
Waggon Road Cemetery, Frankfurt
Trench Cemetery, ...... Enkele van de begraafplaatsen die op de route
liggen, heb ik bezocht. Iets ten zuiden van Beaumont-Hamel ligt het Canadese Newfoudland Memorial and Visitors Centre
(Beaumont-Hamel
Newfoundland Memorial - Wikipedia, Visitors'
Centre Newfoundland Memorial Park (greatwar.co.uk)). Midden het bewaarde
slagveld, vol met kraters, staat hoog op een rotspartij een kariboebeeld,
symbool van Newfoudland. Verder op het domein kom je langs Y Ravine Cemetery, het 51st
Highland Divison Memorial, Hunter’s
Cemetery, Hawthorn Ridge Cemetery
No.2, ...... Uit nieuwsgierigheid loop ik het bezoekerscentrum binnen maar
zodra ik de vele teksten op de tentoonstelling zie, bekoelt mijn interesse
snel. Een jonge gids biedt uitleg aan. Ik doe teken dat het niet nodig is maar
ze gaat toch verder en zegt mij gisteren gezien te hebben in het
bezoekerscentrum van Vimy. Ze vraagt naar het waarom van mijn bezoek. De
fietstocht langs de frontlijn vindt ze bijzonder. Zij en haar collega-gidsen
zijn Canadese studenten die vier maanden in het Vimy en het Newfoudland
visitors’ centre werken. Tijdens hun vrije tijd reizen ze door Europa. Zij bezocht
recent Brugge en Gent en gaat binnenkort enkele dagen naar Milaan. Als je met
de jeugd babbelt voel je in hun enthousiasme dat ze nog een heel leven voor
zich hebben. De verhalen van ouderen zoals van de afvalruimer Michel zijn gekleurd
door heimwee en door het besef dat het leven in een oogwenk voorbij is. Ik zet
mijn helm op en daal zachtjes naar het riviertje l’Ancre. Zodra ik het riviertje over ben moet ik snel naar een
lagere versnelling schakelen en een tandje bijsteken. De Ulster Tower (Ulster Tower -
Wikipedia) ligt op een heuvel en biedt een prachtig
uitzicht over de omgeving. Een gepensioneerde Ierse vrijwilliger houdt de
tearoom open. Ik bestel thee en cake. De man is gul met uitleg. Ik luister maar
half, details van het verloop van de oorlog interesseren me echt niet. Twee
Engelsen, een veertiger en zijn vader verlossen me van de Ier en nemen het
gesprek over. Ze hebben het graf van hun gesneuvelde voorvader bezocht op een
nabij gelegen kerkhof en hebben duidelijk meer interesse voor wat zich hier een
eeuw geleden afspeelde. Het doet me denken aan de fietstocht met Boudewijn in
de zomer van 2001 naar Santiago de Compostela. Niet iedereen die naar
Compostela fietst of stapt, is op bedevaart. Niet iedereen die de
Frontlinieroute fietst is geïnteresseerd in de oorlog. Op dezelfde heuvel ligt
het dorpje Thiepval met slechts 120 inwoners. In de Eerste Wereldoorlog was het
dorp een van de brandpunten in de slag aan de Somme waarbij het volledig werd
verwoest. Op een boogscheut van de kerk ligt het architecturaal bombastisch
Thiepval Memorial (Thiepval Memorial
- Wikipedia) ter ere van de 72.000 vermiste Britse en
Zuid-Afrikaanse soldaten die sneuvelden in de slag van de Somme tussen 1915 en
1918. Een Londense school bezoekt het monument. Sommige leerlingen zitten gezellig
op de trappen, een groep meisjes loopt door het gras en neemt selfies. Een andere
leerling heeft oog voor details en esthetiek, en hoopt misschien later een
compliment te krijgen een goed fotograaf te zijn. Is de oorlog in hun
gedachten? Het bijhorende bezoekerscentrum en museum werden pas in 2004
geopend. (Thiepval
Visitor Centre & Museum, Somme Battlefields, France (greatwar.co.uk)). In de museumwinkel
wordt oorlogsspeelgoed zoals tanks en vliegtuigjes verkocht. Hypocriet!
Onbedoeld leer je kinderen dat het OK is om oorlog te voeren. Ik kort de route
nog een tweede keer in. Als ik in Bazentin kom, neem ik meteen de weg richting
Mametz en laat de heen- en terugweg naar Longueval onaangeroerd. Toegegeven, ik
heb daardoor een belangrijke site niet bezocht met o.a. het Delville Wood Cemetery (Delville
Wood Cemetery - Wikipedia , DELVILLE
WOOD , Delville
Wood Cemetery, Longueval (greatwar.co.uk)), het South Africa National Memorial (The
South Africa (Delville Wood) National Memorial, Longueval (greatwar.co.uk) , Delville
Wood South African National Memorial - Wikipedia , Battle
of Delville Wood - Wikipedia) en het Museum to the South-African Forces (Museum
to the South African Forces, Delville Wood, Longueval (greatwar.co.uk)). Zonder veel
aandacht voor bezienswaardigheden zet ik mijn weg verder langs de dorpen
Mametz, Fricourt, Bécourt en bereik mijn eindbestemming voor vandaag pas om 20h
na 65 kilometer. Het eerste wat ik wil doen bij aankomst in Albert, Rue Paul
Bert nr. 16 is een douche nemen want het was een vrij warme dag. Bovenop het
gesukkel met de code en het sleutelkastje om de studio binnen te geraken was de
vaststelling dat mijn verblijf niet gepoetst was bijzonder frustrerend. Het bed
beslapen, de handdoeken op een hoopje, lege verpakkingen her en der, ..... Ik
laat me moedeloos op de zetel vallen, zoek naar de contactgegevens van de
eigenaar en vind ze uiteindelijk goed verstopt in een infomapje. De eigenaar is
eerlijk en geeft toe dat hij vergeten is de poetsvrouw te verwittigen. Hij belt
me wat later terug en belooft me dat er iemand onderweg is. Ik wacht geduldig
en een uurtje later verlaat de poetsvrouw de studio zich nogmaals
verontschuldigend. Ik ben blij geen opmerking te krijgen over mijn fiets die
binnen in de studio staat. Eindelijk kan ik douchen! Ik ben te moe voor lange
wandelingen en heb honger. Rusten en eten combineren perfect in het Italiaans
restaurant Basilica op de Place
d’Armes. 22h30: terug in de studio.
|
De maquette van de Cathédrale Notre-Dame de l'Assomption et de Saint-Vaast en de voormalige Abbaye Saint-Vaast waarin onder andere het Musée des Beaux Arts d'Arras is gevestigd. |
|
Toegang tot de Citadelle d'Arras. |
|
Le Mur des Fusillés op de Citadelle d’Arras. |
|
Anno 2023: langs akkers ligt opgegraven oorlogsmunitie. |
|
De studio in Rue Paul Bert 16, Albert. |
03/06/2023: Albert – Dernancourt – Ville-sur-Ancre – (Beacon
Cemetery, D1) – Corbie – Sailly-le-Sec – (Beacon Cemetery, D1) – Bray-sur-Somme
– Cappy – Herbécourt – Péronne. (370 km).
Ik heb gisteren nauwelijks iets van de stad
Albert gezien en fiets nu lukraak rond. Ik bezoek de Basiliek Notre-Dame de Brebières in Neo-Byzantijnse stijl. (Basiliek
Notre-Dame de Brebières - Wikipedia). Boven op de zeventig
meter hoge toren prijkt een indrukwekkend verguld Mariabeeld, en onder de
basiliek door stroomt het riviertje l’Ancre.
In het Office du Tourisme stopt men mij een mapje toe met kaarten van de
fietsroute La Vallée de Somme à vélo.
Het idee om na Péronne de vakantie verder te zetten met een fietstocht langs de
Somme tot de monding wordt concreter. Op aanraden van het Office du Tourisme
daal ik naast de basiliek af in het ondergrondse Musée Somme 1916 (Musée Somme 1916 – ALBERT – Au
coeur des champs de bataille de la Somme (musee-somme-1916.eu) , Museum Somme 1916
- Wikipedia). Het museum bevindt zich in de voormalige
ondergrondse eeuwenoude krijtgroeven. Met het vooruitzicht van de Tweede
Wereldoorlog werden de groeven ingericht als schuilkelders voor de bevolking.
Het museum kwam er na 1990 in de langste ondergrondse gang (230 meter) die van
de basiliek tot de Jardin Public
loopt. Aan de hand van nagebouwde taferelen wordt het soldatenleven aan het
front onomwonden geschetst. In een veldhospitaalscene wordt een hand
geamputeerd. Akelig, maar het was de realiteit. Er zijn foto’s, voorwerpen en honderden
documenten tentoongesteld, te veel om alles in detail te bekijken. Hier en daar
blijven mijn ogen toch aan een foto kleven en worden de beelden levend, de
gruwel voelbaar. Het park is een verademing na het museumbezoek. Het is bijna
middag en behoorlijk warm. Mijn lippen zijn de voorbije dagen door zon en wind
uitgedroogd en gebarsten. Mijn onderlip bloedt, staat gezwollen en doet pijn.
Ik haal lipbalsem bij de apotheek en hoop op snel beterschap. Elke dag smeer ik
mijn gezicht, oren, hals en nek goed in maar mijn lippen vergat ik steeds. Nu
nog een tocht van 75 kilometer aanvangen zoals de fietsgids voorstelt, zie ik
niet zitten. De kortste weg van Albert naar Péronne is slechts 25 kilometer wat
dan weer te kort is en misschien een gevaarlijke route. Dan toch maar in eerste
instantie naar Corbie door de vallei van de l’Ancre langs de dorpen Dernancourt
en Ville-sur-Ancre. De route verlaat vervolgens de vallei en klimt tot het Beacon Cemetery (Beacon
Cemetery - Wikipedia), te midden van uitgestrekte akkers met een
geweldig uitzicht tot de stad Albert en het goudblinkende Mariabeeld. Vanaf hier volgt de fietsgids de
D1 tot het centrum van Corbie. Onderweg kom ik voorbij het 3rd Australian Division Memorial en le site du crash du Baron Rouge. In de zachte afdaling naar Corbie
aan de Somme sla ik de remmen dicht en geniet van op de krijtrots La Falaise Sainte Colette (Le
point de vue Sainte-Colette (valdesomme-tourisme.com)) van het mooie
uitzicht over Les Étangs de la Barette
langs de Somme. Volgens het boekje loopt de route verder ten zuiden van de
Somme naar de dorpen Fouilloy en Villers-Bretonneux waar enkele belangrijke
oorlogsmonumenten en musea gelegen zijn zoals: het Villers-Bretonneux Memorial (Villers-Bretonneux
Memorial, France (greatwar.co.uk)) met het Sir John Monash Centre (Home I Sir John
Monash Centre I Sometimes harrowing, often moving (sjmc.gov.au)), het Villers-Bretonneux Military Cemetery (Villers-Bretonneux
Military Cemetery, Fouilly (greatwar.co.uk)) gelegen langs de D23
en het Musée Franco-Australien (Musée
Franco-Australien (museeaustralien.com)) in het centrum van
Villers-Bretonneux. Door tijdsgebrek moet ik schrappen en de route naar Péronne
inkorten. Ik volg een stuk jaagpad langs de Somme tot Sailly-le-Sec en passeer
langs de witte krijtrots La Falaise
Sainte Colette, nu gezien van aan de oever van de Somme. Het verdere
traject naar Péronne laat ik over aan de GPS en volg blindelings. Tot mijn
verbazing kom ik opnieuw langs het Beacon
Cemetery. Ik lig languit in het gras voor de graven van rifleman I. Hurley,
private P. Moston en corporal R.R. Scott. Ik bestudeer de kaarten om toch min
of meer een idee te hebben hoe de GPS me stuurt. Mijn gedachten dwalen af naar
de drie mannen die in augustus 1918 sneuvelden. Ik vind hun namen terug op de
website van de Commonwealth War Graves
Commission (Find war dead |
War graves search | CWGC) maar kom niets bijzonders over hen te weten. Er
is geen foto, geen geboortejaar, beroep of familie vermeld, ........ Ik
gehoorzaam de GPS en volg de D1 ten noorden van de Somme over de heuvelkam
richting Péronne. Er is geen fietspad en het verkeer houdt zich niet aan
snelheidsbeperkingen. Ik begrijp niet waarom automobilisten hun snelheid niet
minderen wanneer ze fietsers naderen. In Bray-sur-Somme daalt de weg naar de
vallei van de Somme maar het is pas in Cappy dat ik de rivier zie en oversteek,
onmiddellijk gevolgd door een klim naar het volgende vlakke plateau. Het open
landbouwlandschap wordt tot Péronne nog één maal doorbroken door het dorp
Herbécourt. Daarna kruist de D1 de
spoorlijn en de E19 (A1) Rijsel-Parijs. Na aankomst in het hotel op de Place Louis Daudre in Péronne verloopt
de avond volgens klassiek patroon: douchen, eten en wandelen. Ik houd van een
snelle bediening en kies een pizzeria. Zo heb ik nog wat tijd over om de stad
te verkennen en ontdek de Porte de
Bretagne en het achterliggende park. 22h: terug in het hotel.
|
De ingang van het ondergrondse Musée Somme 1916 naast de Basiliek Notre-Dame de Brebières.
|
|
Het park met de uitgang van het Musée Somme 1916. |
|
Uitzicht over Les Étangs de la Barette en de Somme gezien vanop de Falaise Sainte-Colette. |
|
Monumentale toegangspoort van de voormalige abdij in Corbie. |
|
Mairie de Corbie. |
|
De Sint-Jan-Baptiste kerk van Péronne. |
|
Porte de Bretagne. |
|
Omwalde vestingmuren in het park van Péronne. |
|
Mairie de Péronne.
04/06/2023: Langs de Somme: Péronne – Cappy – Froissy –
Corbie – Amiens. (435 km). Bij de Carrefour waar ik spijs en drank haal,
staat een groep amateurwielrenners. “We komen van Andrésy bij Parijs”,
antwoordt één van hen op mijn vraag waar ze vertrokken zijn. Het tolt in mijn
hoofd. Parijs ligt 150 kilometer hier vandaan. Terwijl Ken, Parijzenaar van
Filippijnse afkomst, zijn pasta binnenschrokt, geeft hij meer uitleg. Ze zijn
vrijdagnacht vertrokken in Andrésy en fietsen een lus van 600 kilometer. Het is
geen wedstrijd. Ze rijden in groepjes, elk op eigen tempo. Sommigen
overnachtten enkele uren in een hotel, anderen zoals Ken en zijn vrienden
hebben buiten geslapen of dutten tussendoor. Hij toont me zijn stempelkaart en
tot mijn verrassing werd de kaart na 310 kilometer afgestempeld in Taverne ’t Hemelrijck op de Muur in
Geraardsbergen. De volgende stempel werd 50 kilometer verder gedrukt in de Rue
Royale, Tournai. Momenteel hebben ze 460 kilometer in de benen. Ze moeten
vanavond voor middernacht terug in Andrésy zijn. Ze willen dit jaar in augustus
deelnemen aan Paris-Brest-Paris
Randonneur (PARIS-BREST-PARIS), een tocht van 1.200
kilometer georganiseerd door Audax Club
Parisien. (Audax
Club Parisien Randonneur – Club cycliste parisien fondé en 1904
(audax-club-parisien.com)). Om te kunnen deelnemen moet je als
voorbereiding vier stempelkaarten voorleggen. Indrukwekkend! Als het meezit zal
ik in 10 dagen 600 km fietsen. Zij fietsen dezelfde afstand in een weekend! We
wensen elkaar veel succes. Geen van ons gaat het museum Historial de la Grande Guerre bezoeken. (Historial
de la Grande Guerre – Musée de la Première Guerre Mondiale). Meestal ontdek ik de
bezienswaardigheden pas nadat ik al een volgend hotel geboekt heb, te ver weg
om tijd vrij te maken voor een museumbezoek. Ik had gerust een dag langer in
Péronne kunnen blijven om het Historial
de la Grande Guerre te bezoeken of de Somme stroomopwaarts te verkennen of
om alsnog de site met begraafplaats, memorial en museum in Longueval te
bezoeken. Het is middag als ik de rommelmarkt in Péronne verlaat en vertrek aan
het haventje Porte de Plaisance langs
het Canal de la Somme. Het wordt een
warme zondagse uitstap, heerlijk fietsen langs het water, zonder
beslommeringen, ...... Er valt niets te beleven. Zo mag het wel eens zijn. En
toch, .... Bij de sluis van Sormont op het Canal de la Somme kleurt het water fel
blauw. Volgens een visser werd methyleenblauw (Methyleenblauw -
Wikipedia) toegevoegd. Ik ken het stofje als
redoxindicator en als kleurstof voor weefselpreparaten maar wist niet dat het
ook medische toepassingen heeft, schimmels en protozoa in water doodt. Ik kom
opnieuw in Cappy, nu langs het jaagpad, gisteren langs de D1 die de Somme en
het Canal de la Somme kruist. In Froissy zijn de voorbereidingen aan de gang
voor een ritje met de stoomtrein maar ik heb geen ticket. (Infos
utiles - P'tit train de la Haute Somme (petittrainhautesomme.fr) , Froissy
Dompierre Light Railway - Wikipedia). Het jaagpad ligt vlak naast het
station-museum. Het traject tussen Sailly-le-Sec en Corbie stond gisteren in
omgekeerde richting op het programma. Daarna gaat het verder tot Amiens. Het is
19h als ik aankom bij Hôtel Normandie
in de Rue Lamartine, niet veel later dan het voorspelde aankomstuur. Gemiddeld
leg ik immers 10 kilometer per uur af, pauzes inbegrepen, een handig gegeven
bij het maken van de dagplanning. Eten hoef ik niet meer. Ik heb onderweg
gepicknickt en kan direct na een verfrissende douche de stad in voor een
wandeling. |
|
De stempelkaart: Brevet des Randonneurs Mondiaux - Audax Club Parisien, Andrésy Cyclo. |
|
Brocantemarkt in Péronne. |
|
Langs de Somme. |
|
De winkelstraat Rue de Noyon, Amiens. |
|
Opmerkelijk gebouw in de Rue des 3 Cailloux, Amiens. |
|
Place de l'Hôtel de Ville, Amiens. |
|
Le Quai Belu gezien op de Pont de la Dodane, Amiens. |
05/06/2023: Langs de Somme van Amiens naar Abbeville. (490
km).
Enkele sms’jes met felicitaties herinneren er
mij aan dat ik vandaag 58 jaar word. Één na één beantwoord ik ze met foto’s van
de fietstocht want bijna niemand weet dat ik met vakantie ben. Nieuwsgierigheid
naar waar? Hoe? Tot hoelang?, ...... brengt een berichtenstroom op gang waaraan
ik veel tijd spendeer tijdens en na het ontbijt. Ik ben niet gehaast, de rit
tot Abbeville is volgens het kaartje van La
Vallée de Somme à vélo slechts 50 kilometer. Volgens het zelfde kaartje
zijn er tal van belevingspunten langs de Somme zoals: een belvédère, maison des marais, château, site historique,
ancien moulin, jardin, centrale hydroélectrique, coeur du village, base
nautique (canoë-kayak, planche à voile, paddle, pédalo, .....), ancienne usine,
camp romain, club de voile, .......,
ruim veertig in totaal. Soms moet je de route verlaten zoals voor een uitzichtpunt.
Kortom, je kan vele dagen langs de Somme spenderen. De hele vallei is één groot
recreatiedomein. Ik houd van de stad Amiens, in het bijzonder de Quartier Saint-Leu en het Parc Saint-Pierre. Les Hortillonnages bezocht ik in 2016 tijdens de fietstocht van
Rijsel naar Plouhinec. Ik blijf in de stad rondhangen tot na de middag. In de
Carrefour haal ik boodschappen. Er is een saladbar. Ik vul een kartonnen kom
-bowl heet dat tegenwoordig- met rijst, verschillende bereide groenten en kip,
en betaal volgens gewicht. De kassierster is opmerkzaam en vraagt of ze het
deksel mag vastkleven. Een goed idee van haar, zodat mijn heerlijke maaltijd de
fietsrit tot de picknick overleeft. Onderweg naar Abbeville is het fietsen op
zich al belevingsvol zonder de toeristische points
d’intérets. Langs de meren in de vallei, op de talrijke eilandjes in de
rivier, en langs de oevers van de rivier en het kanaal staan honderden
vlierstruiken in bloei. Hier zou ik naar hartenlust vlierbloemen kunnen plukken
en van het extract siroop maken. Thuis durf ik niet meer uit schrik dat de
vlierbloemen vervuild zijn met uitlaatgassen en sproeistoffen. De Somme is een
traag stromende rivier in een brede bedding die nauwelijks bebouwd en
verkeersarm is, een warm paradijs vol heerlijke geuren en geluiden. Na twee
dagen zitten mijn fiets en fietstassen onder het fijn wit grindstof van de
jaagpaden en zelf ben ik aan een douche toe als ik in Abbeville aankom. Het is
een verrassing als blijkt dat ik geboekt heb in een woonzorgcentrum. Eerst
dacht ik een verkeerd huisnummer genoteerd te hebben maar omdat in de buurt
niets te vinden is wat op een hotel lijkt, fiets ik toch het domein op en meld me
aan bij de receptie. Nee, het is geen vergissing. Domity’s l’Aigrette Bleue aan de Boulevard de la Portelette is
zowel een woonzorgcentrum als een hotel. Tussen de serviceflats van de bewoners
worden studio’s verhuurd aan bezoekers en toeristen. Ik logeer op de eerste
verdieping in een huiselijk ingerichte studio met terras, salonhoek en TV. Het
is de eerste keer deze fietsvakantie dat ik ‘thuis’ blijf en niet de stad
intrek.
|
La Falaise Sainte-Colette in de buurt van Corbie. |
|
Le Château de Long. |
|
Het dorp Long. |
|
Le Château de Pont Rémy. |
|
Domity’s l’Aigrette Bleue aan de Boulevard de la Portelette, Abbeville. |
06/06/2023: Langs de Somme van Abbeville naar
Saint-Valery-sur-Somme. (505 km).
In de lift, op weg naar de ontbijtkamer, heb ik
het gezelschap van een bewoonster die me graag wil rondleiden. Ze toont de gym-
en fitnessruimte, het zwembad en de tuin met hoge moestuinbakken waar bewoners
zelf iets kunnen kweken. Zij en haar man wonen hier heel graag. Ze hebben hun
huis verkocht, de kinderen wonen ver weg, ......... Het voordeel van de
hotel-woonzorg-mix is dat de bewoners eens een babbeltje kunnen doen met de
hotelgasten en soms een lang babbeltje. Ze wordt zowaar filosofisch. “Als men
jong is, droomt men van wat komen zal. Als men oud is, mijmert men over wat voorbij
is.”, lacht ze. Ik moet helaas mijn studio voor 10h ontruimen en bedank haar
voor de rondleiding. Abbeville is een kleine stad en telt 20.000 inwoners. De
centrumstraten Rue Saint Vulfran, Rue du Pont aux Brouettes, Place Max Lejeune,
Place de la Libération en omliggende straten hebben een strak functionele
naoorlogse architectuur. De stad werd in de nacht van 19 mei 1940 zwaar
gebombardeerd door de Duitsers. In de kelder onder de muziekkiosk zaten toen 21
‘vijandige’ Belgen opgesloten onder wie Joris Van Severen, stichter van het
Verdinaso. De Fransen hebben hen ’s anderendaags geëxecuteerd uit vrees dat ze
door de Duitsers zouden bevrijd worden. De gebeurtenis staat bekend als het Massacre d’Abbeville, (Bloedbad van Abbeville - Wikipedia). In het Parc
d’Emonville speelt een oudere man gitaar en zingt Franse Chansons. Er
schaart zich een groep scholieren rond hem maar al snel worden ze door hun
leraar aangemaand om voort te maken. Het zijn leerlingen van het
Ecole-Collège-Lycée Saint-Pierre Abbeville vlak naast het park. Aan het
Collégiale Saint-Vufran ontmoet ik twee Australiërs, zestigers, man en vrouw.
Ze fietsen drie maanden door Frankrijk, België en Kent. Heel moedig! In het
Office du Tourisme ontdek ik tot mijn verbazing een fietsknooppuntenkaart van
het département Somme, in het noorden begrensd door de rivier l’Authie, in het
zuiden door La Bresle. (Le
réseau Points Nœuds Somme à Vélo | www.somme-tourisme.com) De kaart is zowel in
het Frans als in het Nederlands verkrijgbaar! Een babbeltje hier, een babbeltje
daar, .... Het is na de middag als ik vertrek voor een korte rit van 15
kilometer over het jaagpad langs het Canal
maritime d’Abbeville à Saint-Valery. De condities zijn ideaal om snelheid
te maken: een effen, geasfalteerd en verkeersvrij jaagpad, hard opgepompte
banden, windmee en goeie benen zoals je in sportcommentaren hoort. Mentaal
verwerp ik mijn eigen voorstel. Nee, nee, geen wedstrijd. Winnen doe ik sowieso!
Het gelijkvloerse studiootje aan de Quai Blavet 61 langs de Somme dat ik
geboekt heb voor twee dagen heeft zicht op de baai. Het contrast met de studio
in Abbeville is groot. Geen receptioniste maar een sleutelkastje met code. Ik
neem de fiets mee naar binnen. Het kot is muf en donker. Ik gooi de gordijnen
en het raam open. Het verbaast me hoe zelden voorbijgangers naar binnen kijken.
Ik zou te nieuwsgierig zijn om niet naar binnen te gluren. De verleiding mijn
hoofd eens binnen te steken zou moeilijk te weerstaan zijn. Het uitzicht over
de baai is iets uniek. Ik ben hier eerder geweest, niet in de studio maar wel
in het stadje. Op 25 juli 2010 zijn Kurt en ik hier gepasseerd tijdens onze
fietstocht van Poperinge naar Saint-Valery-en-Caux. Niet dat ik me deze dag nog
herinner maar ik heb er notities van. We hebben toen mosselen met friet gegeten
aan de Place des Pilotes langs de
Somme / baai. We hadden nog geen slaapplaats, het was tegenwind en na halfacht
legden we nog twintig kilometer af tot de camping in Onival net voor Ault.
Saint-Valery-sur-Somme hebben we toen dus niet bezocht. Nu neem ik wel tijd
voor een lange slenterwandeling. Quai Jeanne d’Arc tot aan het strand, een
terrasje bij Buvette de la Plage,
verder langs het grindpad Chaussée du Cap Hornu, vervolgens naar de oudere
bovenstad, Rue de l’Abbaye, de Porte Jeanne d’Arc, Rue Jean de Bailleul, Place
Saint-Martin, de kerk, de Porte de Nevers en terug naar de benedenstad. Honger
heb ik niet. Op warme dagen eet ik tussendoor en heb ik geen zin in grote
maaltijden. Ik rust wat uit in mijn kamer, eet wat restjes, surf op internet
naar bijzonderheden in de stad en streek, en kijk uit over de baai. Het is te
mooi weer om binnen te blijven. Ik trek er opnieuw op uit langs de baai tot
zonsondergang.
|
Het station van Abbeville.
|
|
Place Bonaparte, Abbeville.
Rue Saint-Vulfran, Abbeville.
|
|
Place Max Lejeune en stadhuis van Abbeville. |
|
De gevel van La Chapelle Stanislas, Rue Josse Van Robais, Abbeville.
|
|
Phare de Saint-Valery-sur-Somme gezien van de Quai Blavet. |
|
Quai Jeanne d'Arc. |
|
Porte Jeanne d'Arc in de bovenstad van Saint-Valery-Sur-Somme. |
|
Uitzicht over het strandje en de baai van de Somme vanuit de bovenstad. |
|
Rue Du Quesnoy in de bovenstad. |
|
Porte de Nevers in de bovenstad. |
|
Rue des Moulins in de bovenstad. |
|
Een schoolopstel over slachtoffers van de zee. |
07/06/2023: ritje naar Le Crotoy en het Parc du
Marquenterre. (560 km).
Tijdens mijn ontbijt verras ik voorbijgangers aan
het openstaande raam met een overdreven “bonjour”. Sommigen schrikken, anderen
zwaaien of lopen zonder opkijken voorbij. Het spelletje stopt als ik ongewoon
lawaai hoor op de gang en er aangeklopt wordt. Het is de poetsvrouw. Ik vraag
naar beddengoed. Gisterenavond vond ik
geen kussen of dekbed. Ik heb de weinige extra kleren die ik mee heb als kussen
gebruikt en met mijn kleren aan op de zetel geslapen. Ook zij is verrast dat er
geen beddengoed aanwezig is, tot ze de zetel openvouwt tot bed. In de bak liggen
kussens en een dekbed. Met haar blik maakt ze me duidelijk dat ze vindingrijker
is dan ik. Ik bedank haar uitbundig en bied haar thee aan. Ze heeft geen tijd
en vertrekt. Ik ontbijt verder bij het raam en geniet van het unieke uitzicht
over de baai. Wanneer ik de fietsknooppuntenkaart bestudeer, een dagvullend
programma bedenk en de naam Le Crotoy op de kaart zie, denk ik glimlachend aan
het Nederlands koppel dat ik gisteren langs het kanaal ontmoette. Van zodra de vrouw
van het koppel Crotoy op z’n Engels uitsprak zoals in ‘boytoy’ hing er al
plezier in de lucht. Ook al herhaalde ik het met nadruk op de juiste manier, op z’n Frans dus, het lukte
haar niet. Ze
bleef Crotoy op z’n Engels uitspreken. Haar man kon zich niet
inhouden van lachen, evenmin zijzelf en ik. Het werd een fijn gesprek over
vakantie en levensstijl. Nederlanders op de fiets wijken af van de vooroordelen
die Vlamingen over hen hebben, maar dat is waarschijnlijk zo voor alle
veelfietsers. De fiets doet wat met een mens! Net zoals in 2010 probeer ik aan
de D940 te ontsnappen doch dat lukt niet. Gelukkig is er een vrij liggend
fietspad en is het laatste stuk tot Le Crotoy een grindpad tussen waters. Ik
doe boodschappen voor de hele dag, verken de stratenwirwar van het stadje en
neem al een eerste tussendoortje onder de bomen op het lommerrijke pleintje met
zicht op de baai aan de Rue Pierre Guerlain. Kaarten of GPS behoef ik niet, er
staan voldoende richtingbordjes naar het Parc
Ornithologique du Marquenterre. (Parc
du Marquenterre - Wikipedia , Le
parc ornithologique du Marquenterre en baie de Somme (somme-tourisme.com)). Het is een paradijs
voor vogelliefhebbers en natuurfotografen. Ik ben geen van beide en geniet een
paar uur lang als wandelaar van het natuurgebied. Bij de terugkeer word je
sowieso langs de souvenirwinkel gedwongen met overwegend plasticbrol. Enerzijds
worden we door de media terecht om de oren geslagen dat we voor de natuur en
het milieu moeten zorgen maar anderzijds verkopen natuurorganisaties
milieuvervuilende spullen die bovendien van ver weg geïmporteerd worden. Hoe
kun je de bevolking overtuigen milieuvriendelijker en ecologischer te leven als
zelfs het beleid van natuurverenigingen niet in overeenstemming is met hun
eigen principes. Ook onze Vlaamse vereniging Natuurpunt is hypocriet. Via hun webwinkel verkopen ze
milieubelastende spullen maar een rubriek hoe je zelf nestkastjes,
voederplanken, drinkbakjes, ...... kan maken uit gerecupereerd natuurlijk
materiaal ontbreekt. Er is geen webrubriek te vinden die de burger aanspoort
milieuvriendelijker te leven. De filosofie dat natuurbescherming hand in hand moet
gaan met milieuvriendelijk leven benadrukken ze bewust niet, heb ik ooit in een
telefoongesprek met een medewerker vernomen. Maar toch goed dat er
natuurverenigingen zijn of het Parc
Ornithologique du Marquenterre zou niet bestaan. Langs de kust fietsen is
hier niet mogelijk. Noordelijker, In de Rue du Bout d’Amont in
Saint-Quentin-en-Tourmont ligt het startpunt van ‘Les Crocs’, een 16 kilometer lange wandeling (Les
Crocs - autour du Marquenterre, PédestreEquestre, (somme-tourisme.com)). Tot de zee is het
3,5 kilometer stappen door zand. Fietsen is onmogelijk. Dertien jaar geleden
lieten ik en Kurt onze fietsen met bagage niet graag achter. Ik schreef toen over
de fietsvakantie: “..... Er is altijd wel
een zorg, een ongerustheid, een onzekerheid of onwetendheid die je een stuk van
het genieten ontneemt. ......”. Toen werden de fietsen en tassen niet
gestolen. Ik heb er alle vertrouwen in dat dit ook nu niet zal gebeuren en
vertrek. Het is drukkend warm, nu eens in de volle zon met verblinde ogen door
kale zandvlakten of tussen struiken, dan door koelere bossen, steeds op en af,
moeizaam ploeterend door het zand. Mislopen kan niet, de brede sentier is langs weerszijden tot aan de
zee afgebakend met afsluiting. Ik dacht de zee te horen ruisen en er bijna te
zijn maar het enige bordje onderweg is duidelijk. Ik ben nog maar halfweg en
hoor de naaldbomen en niet de zee. Het is ruim een uur stappen en voor ik de
zee kan zien moet ik de hoge duinen over. Prachtig is het! En toch blijf ik
maar hooguit een kwartuurtje aan het strand. Ik ga niet eens in het water. Het
is 17h30 als ik terug ben en picknick vooraleer de terugtocht van 25 kilometer
naar Saint-Valery-sur-Somme aan te vatten.
|
Le Crotoy. |
|
Le Crotoy. |
|
Le Crotoy. |
|
Le Crotoy. |
|
Le Parc Ornithologique du Marquenterre. |
|
Le Parc Ornithologique du Marquenterre. |
|
Le Parc Ornithologique du Marquenterre. |
|
Le Parc Ornithologique du Marquenterre. |
|
La Randonnée Les Crocs. |
|
La Randonnée Les Crocs, le sentier d'accès à mer. |
|
La Randonnée Les Crocs, le sentier d'accès à mer. |
|
La Randonnée Les Crocs, le sentier d'accès à mer. |
|
La Randonnée Les Crocs, le sentier d'accès à mer. |
08/06/2023: Saint-Valery-sur-Somme – Le Hourdel – Cayeux-sur-Mer.
(585 km).
Enerzijds heb ik mijn doel bereikt, anderzijds
waarom en voor wie zou ik naar huis gaan? De plannen zijn snel gemaakt en een
overnachting boeken in Cayeux-sur-Mer is zo gebeurd. Klokslag 10h klopt de
poetsvrouw aan en maakt me er attent op dat de studio ontruimd moest zijn. Ik
ben aan het ontbijten, moet nog inpakken, opruimen en de afwas doen. Ze is mild
en zal eerst een koffietje drinken in de stad. Ongelofelijk hoe snel en
efficiënt ik plots te werk ga. Ik heb zelfs gestofzuigd en na een half uur
verlaat ik de studio. Boodschappen had ik voor het ontbijt gedaan. Ik kan
meteen aan mijn tocht beginnen. Een poging om van op de parking aan het einde
van de Chaussée du Cap Hornu langs het water door de baai een wandelpad te
volgen naar de vuurtoren bij Le Hourdel
draait uit op een fiasco. Na enkele honderden meters kom ik aan een geultje
waar ik met de fiets niet door kan. Bovendien propt er zoveel slijk tussen de
wielen en de spatborden en rond de remmen dat ik nauwelijks nog vooruit geraak.
Ik maak rechtsomkeer en schraap met een takje het meeste slijk van mijn fiets.
Ik neem het onverharde pad op en naast de dijk rond de baai tot het gehucht Le Hourdel. Het grindstof dikt de nog
niet gedroogde modder aan. De ketting kraakt. Keitjes onder de wielen schieten
weg en de scherpe randen van silexsplinters snijden mijn banden aan flarden. Ik
overdrijf, zo erg is het allemaal niet. Ik ben nog niet lekgereden of heb nog
geen andere fietspech gehad en hopelijk mag dit zo blijven. In Le Hourdel heb ik geluk. Enkele
natuurgidsen hebben er op het keienstrand hun telescopen opgesteld om zeehonden
te spotten. (Connaître
les phoques |Parc naturel marin Estuaires picards et de la mer d'Opale
(parc-marin-epmo.fr)). Ik mag door hun telescoop turen. Ten noorden,
aan de overkant van de baai liggen de zeehonden te zonnebaden op de stranden van
Le Marquenterre, grenzend aan het Parc Ornithologique du Marquenterre.
Plots is er animo onder de toeschouwers. Een paar zeehonden komen vlakbij boven
water en zwemmen onverstoord de baai binnen. Toch wel de moeite waard om met de
fiets vanuit Zottegem tot hier te komen, alhoewel ik er bij mijn vertrek geen
flauw benul van had zeehonden te zullen zien. Ik volg een sentier littoral om zo dicht mogelijk bij de zee te blijven. Het is
zwoegen om af en toe mijn fiets door het zand te sleuren. De fietsknooppunten
volgen was gemakkelijker geweest. Ter hoogte van de gekantelde oorlogsbunker
kom ik op het geasfalteerde wandel- en fietspad Route Blanche of D102, dat tot
Cayeux-sur-Mer loopt. Nog nooit zo kort was mijn tocht, nog nooit zo vroeg was
ik op mijn bestemming Hôtel Le Neptune,
Avenue Maréchal Foch. Na de douche doe ik een akelige ontdekking. Ik kan het
jeukende zwarte puntje op mijn been lostrekken en laat het op bed vallen. Ik
zoom in met de smartphone-camera en het zwarte puntje wordt een teek. Het griezelig
monstertje leeft nog en kruipt verder. Het heeft zich niet met bloed
volgezogen. Ik begrijp niet waar het beestje vandaan komt en spoel het door in
de lavabo. Het griezelding verstoort gelukkig niet mijn dromen tijdens mijn
lange namiddagslaap. In de vooravond trek ik naar het keienstrand en wandel een
paar uur langs de waterlijn. De 540 kleurige strandhuisjes, elk met een eigen
naam langs de houten promenade aan het keienstrand vormen een prachtig decor
voor fotografen. Ook ik probeer hier de mooiste foto te maken. Tijdens de
wandeling heeft het idee op restaurant te gaan gewonnen van een picknick. Ik
heb er niet aan gedacht op internet te zoeken en loop door de centrumstraten
van het stille stadje Cayeux tot ik op de hoek van de Rue Antoine Sauvage en de
Rue Boyard aan Le Mytilus voorbij
kom. Ik krijg een tafeltje toegewezen in de veranda van het restaurant. De
gerechten volgen elkaar snel op wat ik apprecieer wanneer ik alleen ben. Het
verwijderen van de graten uit de doradevis vergt vakmanschap. Op restaurant
gaan is sowieso een inspanning en vergt nadien wat ontspanning op het strand.
Ik verbied mezelf te wandelen en blijf languit liggen op een helling keien. Het
Hallelujah van Leonard Cohen dwaalt
al dagen onophoudelijk door mijn gedachten. Ik wil er van af, schakel 4G aan en
haal het Benedictus van Carl Jenkins
uit de ether. (Bing Video's) Een mooiere avond kan ik me amper voorstellen.
|
Op weg van Saint-Valery-sur-Somme naar Le Hourdel langs de dijk rond de baai. |
|
Op weg van Saint-Valery-sur-Somme naar Le Hourdel langs de dijk rond de baai.
|
|
Le Hourdel. |
|
De vuurtoren van Le Hourdel. |
|
Zeehondenspotters bij Le Hourdel. |
|
Op weg van Le Hourdel naar Le Cayeux. |
|
Op weg van Le Hourdel naar Le Cayeux.
|
|
Het keienstrand van Cayeux. |
|
De strandhuisjes van Cayeux. |
|
Dorade. |
09/06/2023: Cayeux-sur-Mer – Ault – Cayeux-sur-Mer –
Le Hourdel – Saint-Marie-sur-Mer – Abbeville. (640 km).
De enige reden om morgen naar huis te gaan is de
hittegolf die er aan komt. Ook vandaag wordt het al behoorlijk warm en wordt
fietsen lastiger. Toch is er nog tijd om een stukje verder zuidwaarts te
trekken voor een korte strandwandeling langs de krijtrotsen van Ault. Bordjes
waarschuwen voor vallende rotsbrokken. Op afstand blijven is de boodschap. De
mooiste foto maken zit er nu niet in. Pas ’s avonds kunnen de krijtrotsen
schitteren in de zon. De kennismaking met het dorp blijft beperkt tot de Grande
Rue. In zijn bar-galerie ontmoet ik kunstenaar Nais Romeo, een leeftijdsgenoot.
Zijn echte naam is Stéphane Nastuzzi. Hij studeerde aan het Institut Saint-Luc
in Doornik. Er zijn geen klanten. Met een fijne pen schetst hij in felblauw een
kustzicht van Ault. Op de oude postkaart die hij natekent wijst hij gebouwen
aan die de voorbije eeuw verdwenen zijn doordat de rotswanden zo’n 30
centimeter per jaar afbrokkelen. In maart dit jaar was er nog een grote
instorting waarbij een ondergrondse bunker uit de Tweede Wereldoorlog gedeeltelijk
vrijkwam. Men vreest dat bij verdere instorting van de krijtrots de bunker in
zijn val een deel van de weg Avenue Bel Air / Aveneue Circulaire zal
meesleuren. (Éboulement
de falaise : le bunker menace de s'effondrer, "notre crainte, c'est qu’il
entraîne une partie de la rue" (francetvinfo.fr) , "A
Ault, la falaise tombera assez rapidement" (lejdd.fr)). Het zwengelt de
discussie over de kustbescherming en de rol van de overheid opnieuw aan. Een
oud zeer! In 1846 nam Victor Hugo het woord in la Chambre de Paris: “Il y a
un siècle, le Bourg d’Ault avait deux villages, le village du bord de la mer et
le village du haut de la côte. Il y avait une église, l’église d’en bas qu’on
voyait encore il y a une trente ans. Un jour la tempête a soufflé, un coup de
mer est venu, l’église a sombré.” (Recul
de falaise | Ault- Le Petit Musée (ault-lepetitmusee.fr)). Omdat ik vanaf hier
de terugtocht naar Abbeville aanvat, heb ik het gevoel op het verste, het
zuidelijkste punt van mijn vakantie te zijn aanbeland. Maar dat is niet zo. De landkaart
liegt niet. Amiens ligt nog zuidelijker. In mijn hoofd liggen alle bezochte
steden en dorpen op dezelfde as als de tijd. Amiens bezocht ik vier dagen
geleden en bijgevolg ligt Ault verder, zuidelijker. De tijd kent geen oost,
west, zuid of noord en beweegt zich op een lijn, niet in een vlak waar de steden
en dorpen liggen. We kunnen niet terug naar het moment van gisteren, wel naar
Abbeville. Ik vat de tocht aan en neem dezelfde fietsknooppuntenroute terug
naar Cayeux-sur-Mer. Het idee dat ik huiswaarts fiets, doet me nog meer
genieten van het landschap, de warmte, de geur van de zee en het zand. Alweer
klinkt het Hallelujah van Leonard Cohen in mijn hoofd. In het hotel haal ik
mijn fietstassen op en bestel een crème brulée. De lokale supermarkt voorziet
me van picknick en nog extra drank want het is zeer warm. Even twijfel ik de
kortste weg over land te nemen naar Saint-Valery-sur-Somme. Pootje baden aan
het strand bij de bunker en het sprankeltje hoop de zeehonden opnieuw te zien
bij Le Hourdel is het ommetje langs de kust waard. Ik heb opnieuw geluk.
Terwijl ik in de buurt van de vuurtoren met Alain, een verlamde oudere man praat
over de ongemakken op de weg die hij met zijn handbike driewieler ondervindt,
roept zijn vrouw Nicole. Iedereen richt zijn blik op het water. Een zeehond
zwemt voorbij en blijft geruime tijd boven water. Wat een prachtige beloning
voor de extra kilometers fietsen. Ik fiets opnieuw op de dijk langs de baai
naar Saint-Valery-sur-Somme en vervolgens langs het kanaal naar Abbeville.
Regelmatig pauzeer ik in de lommerte om op krachten te komen. Huiswaarts
fietsen is lastig omdat ik het niet wil en het bereikte doel waarvan ik me
steeds verder verwijder als een aanzuigkracht aan me trekt. Hoe verder
verwijderd van Ault, Cayeux-sur-Mer, Le Hourdel, Saint-Valery-sur-Somme, Le
Crotoy, ..... hoe mooier en aantrekkelijker de kustdorpjes in mijn herinnering
worden. Wat zal de toekomst brengen voor deze kustdorpen? Zullen zij door het
steeds warmer wordende klimaat meer bezoekers krijgen uit oververhitte
binnenlandse steden, op zoek naar koelte? Een voorbijganger die ook een moment
pauzeert langs het kanaal naar Abbeville beweert dat het 30°C is. Ik ervaar het
niet zo, maar het zou best kunnen. 19h30: aankomst bij Domitys l’Aigrette Bleue. Bekend terrein en leuk vertrouwd te zijn
met de omgeving. Het lijkt bijna een doordeweekse avond in mijn studiootje.
Douchen en avondeten met het TV-Journaal op de achtergrond. Op internet zoek ik
de treinritten naar Zottegem en bereken hoeveel tijd ik morgen kan spenderen in
Amiens en Lille. Stilaan denk ik terug aan thuis, hoe de tuin er na
de lange droogte zal uitzien? Of er in de brievenbus zal zijn? Of er
nieuwtjes in de buurt zijn? .......
|
Ault.
10/06/2023: Abbeville – Amiens – Lille – Doornik –
Bruusel-Zuid – Gent-Sint-Pieters – Zottegem. Ontbijt op de studio. Warme dag tot 30°C. 9h45:
treinrit naar Amiens. Een viertal uren in Amiens gespendeerd met o.a. een
bezoek aan de kathedraal, een picknick onder de bomen van het Parc René Goblet,
rondritje door le Quartier Saint-Leu, ..... 14h30: treinrit naar Lille. Omdat
er dit weekend werkzaamheden zijn aan het spoor tussen Moeskroen en Kortrijk en
het niet zeker is dat ik mijn fiets kan meenemen op de vervangbus, maak ik een
omweg via Tournai naar Brussel-Zuid. Er zijn echter ook werkzaamheden tussen
Denderleeuw en Zottegem en om dezelfde redenen maak ik nog een omweg via Gent-Sint-Pieters
naar Zottegem. 21h: thuis. PS: Hittegolf
van 8 juni tot 17 juni 2023. groeten, Johan
De vakantie zit er op en de fiets hangt voor eventjes aan de haak. Voor reacties: vanhecke1965@skynet.be Tekst en fotografie (Samsung A70 smartphone): Johan Van Hecke. |
Mooi beelden en leuk verhaal, zelf een beetje mee op reis geweest 😜
BeantwoordenVerwijderenHallo Johann! Wir sind es; Marisa & Raphael von der Velo-/Zugreise von Luxemburg nach Brüssel. Könntest du uns deine Adresse per Mail senden, damit wir Dir eine Karte senden können? Liebe Grüsse aus der Schweiz ( Meine E-Mail Adresse: marisa.waser@gmx.ch)
BeantwoordenVerwijderen