La Voie Bleu van Metz naar
Epinal, de Maasroute van de bron tot de monding, bizarre bedenksels onderweg en de
ontmoeting met Jeanneke l’Abandonnée.
Vroeger, toen ik lange
tochten van bijna drieduizend kilometer fietste, waren er wel eens bewonderende
ogen op mij gericht. Bewonderaars heb ik nu niet meer. Ik ben zelf bewonderaar
geworden van fietsers die uitzonderlijke tochten rijden zoals wielertoerist en
sportleraar Bruno Van Wilderode uit Oudenaarde die deelnam aan de
North-Cape-Tarifa-Bikerace. (www.northcape-tarifa.com). Op 20 juni vertrok hij in het Noorse North Cape en
eindigde op 18 juli na 7.400 kilometer als vierde in het Spaanse Tarifa. Er is
dus niets bijzonders aan een fietstochtje langs de Moezel en de Maas. Toch ben
ik best wel fier dat meerdaagse fietstochten nog lukken. Ik liet me inspireren
door de fietsgids van Paul Benjaminse (www.cyclingeurope.nl). Het stuk langs de Moezel van Metz tot Epinal maakt
deel uit van La Voie Bleue van
Luxemburg tot Lyon (www.lavoiebleue.com). Van Epinal gaat het heuvelend naar het brongebied
van de Maas. Stroomafwaarts door de Maasvallei wordt de rivier alsmaar breder
en vanaf Sedan fiets ik op het jaagpad vlak naast de Maas tot voorbij Luik. Tussen Givet en Namen is het minder veilig fietsen en deel ik overwegend de rijweg met druk en snel verkeer. Pas als ik in Nederland ben, kan ik opnieuw dagdromend over vrijliggende fietspaden rondtoeren. Zelden moet ik nog de weg delen met het gemotoriseerde verkeer. De Maas daarentegen is minder zichtbaar. Ik fiets veelal op dijken aan de rand van de uiterwaarden van de rivier. De Maasroute slingert door het landschap van linker- naar rechteroever en omgekeerd. Tot wel zestien keer brengt een veerpont (Voetveren - Home (veerponten.nl)) mij naar de overkant van de Maas. De hele Maasroute (EuroVelo 19 | Maasfietsroute - EuroVelo) van het brongebied tot de monding is bewegwijzerd, doch de fietsgids van Paul Benjaminse is handig om mee te
nemen.
|
Uit de fietsgids van Paul Benjaminse. |
21/06/2022: Zottegem – Metz. Buiten alle verwachtingen
verloopt de treinreis van Godveerdegem naar Metz heel vlotjes. Slechts twee
overstappen en zowel in het station Brussel-Zuid als in het station Luxemburg
zijn er liften en kan je gemakkelijk met de fiets op de trein. Daarover hoefde
ik me dus echt geen zorgen te maken maar deed het wel. In Luxemburg heb ik tijd
voor een rondritje en kijk op de Place de la Constitution uit over de
parkvallei van de Pétrusse, een zijriviertje van de Alzette. Na zes uur
treinreis sta ik in Metz op de Place Charles de Gaulle en dit voor nog geen 25
euro mede doordat alle openbaar vervoer in het Groothertogdom Luxemburg gratis
is. Van mijn bagage ben ik na mijn aankomst in Metz snel verlost. Hotel Bristol is in de buurt van het
station. Ik heb een lange avond om de stad te ontdekken met de fiets. Metz is
een vlakke stad en de oude stad ligt in de oksel van een vertakking van de
Moezel en haar zijrivier de Seille. De Moezel vormt in de buurt
van Metz een waaier van vertakkingen die verderop weer samenkomen zoals een
bloedvatenstelsel. Tientallen kilometers fiets ik, ongepland en kriskras door
de stad leer ik haar stratenplan kennen. Ik kom langs la Porte Serpenoise, la Tour
Camoufle, le Jardin de l’Esplanade, in de lommerte van de platanen langs het Canal
de la Moselle en de Moezel, la Temple Neuf, Place de la Comédie, la cathédrale
en la Place Jean-Paul II, la Seille en la Porte des Allemands, ......
Tussendoor kies ik een verkeerd restaurant en eet Flammkuche met geitenkaas en
honing op het terras van L’heure de la
Pause. Niet lekker, echt een verkeerde keuze, misleid door het rustige
terras met slechts enkele klanten. Terrassen die overvol zitten, vermijd ik
liever. Wie zit er nu graag in zijn eentje aan een tafel met rondom gezellige
conversaties? Intussen heeft de stad zich opgemaakt voor het Fête de la Musique. In de straatjes van
de oude stad, maar ook elders in de stad en overigens in heel Frankrijk treden
muzikanten op. Een koortje zingt populaire deuntjes. Wie wil, zingt mee, ambiance,
ik lijk wel de enige die zwijgt. De stad loopt vol, sprankelt en parelt op deze
warme zomerse avond. Met de fiets aan de hand, slenter ik door de straten. Soms
is er geen doorkomen aan wanneer iedereen zich rond een bandje schaart en ik
rechtsomkeer moet maken. Ik eindig ergens in een café dat heerlijk geurt naar
appeltabak en shisharokers. "Narguilé", leert een vrouw mij aan de toog.
|
De vallei van het riviertje Pétrusse in Luxemburg gezien vanaf de Place de la Constitution. |
|
Zicht op Moyen Pont en le Temple Neuf in Metz. |
|
Een aftakking van de Moezel in de nabijheid van het Plan d'Eau in Metz. |
|
La Porte des Allemands aan de Seille in Metz. |
22/06/2022: Metz – Pont-à-Mousson – Nancy, (totaal: 84 km). Voor mijn vertrek naar
Frankrijk had ik uit nieuwsgierigheid de fietsroute al een keer bekeken op
google-maps en gemerkt dat de Moezel veel meer is dan een blauw lijntje op de
kaart zoals de Schelde of de Dender in Vlaanderen. Langs de oevers van de
Moezel liggen talloze meren, groot en klein, grillig van vorm. Her en der
vertakt de rivier en zijn eilanden gevormd. Je moet niet vrezen verloren te
rijden, de route is goed bewegwijzerd. Ter hoogte van Moulins-lès-Metz steek ik
de Moezel over en vervolg ik de route links van de rivier stroomopwaarts. Onderweg
maakt een groot infobord duidelijk dat je de Véloroute Charles-le-Téméraire fietst. (Véloroute Charles
le Téméraire - une balade à velo en Belgique, Luxembourg et en France à travers
l'histoire (veloroute-charles-le-temeraire.fr)) Andere borden hebben het dan over La Voie Bleue of L’Échappée Bleue (La Voie Bleue - Moselle Saône à
vélo : 700 km de voyage au bord de l’eau). Het zijn niet
dezelfde fietsroutes maar ze hebben een gemeenschappelijk trajectstuk. In
Cornu-sur-Moselle gaat de fietsroute door de dorpstraat Rue de la Moselle, over
de Moezel en sluit achter het station van Novéant vrijwel onmiddellijk aan op
het jaagpad langs het Canal Latéral de la Moselle. Zonder bewegwijzering was ik
hier zeker fout gereden. Verderop gaat de route over het kanaal en fiets ik
tussen de Moezel en het kanaal. In Pagny-sur-Moselle fiets ik opnieuw het
kanaal over en volg tot Pont-à-Mousson waar het kanaal even ophoudt. Van ver
zie je de Abbaye des Prémontrés en de Église Saint-Martin aan de overkant van
de Moezel. Hoe mooi het ook moge zijn, ik heb in het verleden genoeg abdijen en
kerken bezocht en trek naar de Place Duroc. Op het driehoekig plein met rondom
arcaden zijn tal van winkeltjes en horecazaken. Ver ga ik het niet zoeken en ga
zitten op het terras van Bistrot Au
Passe-Temps voor een kleine pizza op een leisteen. Net ten zuiden van
Pont-à-Mousson begint het kanaal opnieuw. Ik steek over om vervolgens tussen
kanaal en Moezel tot Dieulouard te fietsen. Al een hele tijd hangen zwarte
wolken boven de vallei. Het is zwoel en zomers warm. Uiteindelijk begint het
dan toch te regenen. Ik kan schuilen in een vogelkijkhut. Ter hoogte van
Dieulouard ga ik over de Moezel en blijf links van de rivier stroomopwaarts
fietsen tot Custines waar ik opnieuw de Moezel oversteek om niet veel verder
een aftakking over te steken en vervolgens langs de Meurthe richting Nancy te fietsen. De
Meurthe mondt net ten zuiden van Custines uit in de Moezel. Ik zei het toch dat
het een kluwen is van meren, aftakkingen, eilanden en kanalen rond de Moezel. De
complexiteit zorgt voor een gevarieerde route door prachtige natuur. Zonder
bewegwijzering zou het een zenuwslopende klus zijn om door het labyrint heen te
komen want de kaartjes in de fietsgids van Paul Benjaminse zijn onvoldoende
gedetailleerd. Jammer dat ook de A31(E21) vanaf Dieulouard tot vlak voor Nancy
het zelfde traject volgt. Je beleving gaat in rook op door het lawaai van de
autosnelweg. Het verkeerslawaai is soms zo hinderlijk dat je zelfs niet met
jezelf kan praten. Ik overdrijf allicht. Fietsend langs de Meurthe ligt aan de
overkant op een heuvel het dorpje Bouxières-les-Dames. Vanaf Maxéville waar de
Meurthe en het Canal de la Marne au Rhin in elkaars buurt komen volg ik het
kanaal tot het centrum van Nancy. Nancy ligt dus niet aan de Moezel maar aan de
Meurthe. Ik mag dan al heel tevreden zijn van de voorbije dag, de grote
verrassing komt pas als ik op de Place Stanislas sta. Een mooiere beloning kan
ik niet krijgen. Het is werkelijk een verrassing want nooit eerder ben ik in
Nancy geweest. De Place Stanislas was mij totaal onbekend. Ik ben de stad
binnengekomen langs de Porte de la Craffe. De Grande Rue brengt me naar de Place
de la Carrière en het Parc de la Pépinière. Op de Place Stanislas kan ik mijn
ogen niet geloven en blijf minutenlang kijken. Ik wil zo snel mogelijk mijn
bagage kwijt om de stad verder te verkennen en stel mijn fiets-GPS in om naar
het hotel te rijden. Nog vijf kilometer en na één kilometer is het klimmen tot
het hotel in de wijk Laxou. Ik heb gevloekt, driekwart uur voor vijf kilometer.
Na de douche was ik na amper een kwartuurtje terug in de Grande Rue bij de
Porte de la Craffe op het terras van Brend’Oliv
voor een salade estivale en een crème brulée. Veel heb ik niet meer gefietst
met in het achterhoofd de rit naar de bovenstad.
|
La Place Duroc in Pont-à-Mousson. |
|
Een bowstringbrug over de Moezel bij de monding van de Meurthe in de Moezel tussen Custines en Frouard. |
|
Bouxières-aux-Dames gelegen op een heuveltje langs de Meurthe. |
|
La Porte de la Craffe in Nancy. |
|
La Place Stanislas in Nancy. |
|
La Place Stanislas in Nancy. |
|
La Place Stanislas in Nancy.
|
|
Eglise Saint-Sébastien op de Place Charles III in Nancy.
|
23/06/2022: Nancy –
Crévéchamps, (totaal: 144 km). Het is zeer warm. Ruim een
uur zit ik op het terras van Brasserie Jean Lamour op de Place Stanislas. Ik
heb absoluut geen zin om weg te gaan en bestel opnieuw. Ik haal zo snel
mogelijk het schijfje citroen uit mijn frisdrank en bijt het vruchtvlees van de
schil. Een ongewassen citroen bespoten met gifstoffen wil ik niet in mijn
drank. Citroenschijfjes verbeteren trouwens de smaak van de frisdrank niet. Het
sap zit immers opgesloten in de cellen van het vruchtvlees. De weinige
smaakstoffen die vrijkomen uit de beschadigde cellen aan de oppervlakte van het
schijfje beïnvloeden de smaak niet. Meestal is aan de frisdrank reeds kunstmatig
citroenzuur of E330 toegevoegd tijdens de productie. Hopelijk recupereert de
ober de citroenschijfjes uit de lege glazen voor een volgende klant. Het zou
toch zonde zijn om al die duizenden citroenen nutteloos weg te gooien. Aan
voedselverspilling doen wij toch niet mee? Of toch? Thuis breng ik groene thee
op smaak met fijngesneden schijfjes bevroren citroen en gember. Inderdaad,
bevroren! Om citroenen van biologische teelt langer te bewaren gooi ik ze
ongesneden in de diepvries, net als de geraspte gember. Op de Place Stanislas en
op de Place de la Carrière zijn sportactiviteiten en andere initiatielessen
voor kinderen aan de gang. Van op mijn stoel volg ik de breakdanceles. Het is
fascinerend hoe sommige kinderen meteen de bewegingen of om het met een
passender woord te zeggen, de moves van de breakdancer nadoen en anderen
zichzelf in de knoop slaan. Ik heb daarna nog rondgefietst in de stad en toevallig
de Place Charles III, de overdekte markt Marché Central en de Cathédrale
Notre-Dame-de-l’Annonciation ontdekt maar zonder een af te vinken monumentenlijstje.
Ik heb dus zeker niet alles gezien, een reden om terug te komen net zoals Metz
waar ik het Centre Pompidou niet gezien heb. Ik heb zin in nog wat lekkers en
kom in het smalle straatje Rue de la Primatiale terecht met verschillende
restaurantjes waarvan de terrasjes zich stilaan vullen. Mijn keuze is een
voltreffer. Echt lekker en een volgende keer kom ik beslist opnieuw bij Le Coq en Fer eten. De stad uitrijden is
simpel. Het Parc de la Pépinière en de Place Stanislas liggen vlakbij het Canal
de la Marne au Rhin. De Meurthe ligt iets oostelijker. Zuidwaarts langs het
Marne-Rijnkanaal in Laneuveville-devant-Nancy is er aansluiting op het Canal de
jonction de Nancy (Canal
de jonction de Nancy - Wikipedia) dat het Marne-Rijnkanaal verbindt met het Canal
de l’Est bij het zuidwestelijk aan de Moezel gelegen Messein. De fietsroute
volgt het volledige Canal de jonction de Nancy. Sluis na sluis gaat het steeds
wat hogerop langs het kanaal. Ik heb het aantal sluizen niet geteld. Volgens
internet zijn het er dertien. Bij de volgende vijf sluizen tot Messein gaat het
telkens een stukje neerwaarts. Het kanaal ligt niet in de vallei van een rivier
zoals het Marne-Rijnkanaal bij Nancy en het Canal de l’Est bij Messein. Het
kanaal gaat als het ware over een heuvel en wordt op het hoogste punt gevoed
met water uit de Moezel. Ik bezoek het pompstation bij Messein. De Moezel die
van het zuiden komt buigt bij Messein sterk naar het westen om stroomafwaarts
met een ruime bocht terug naar het oosten te buigen en ten noorden van Nancy
bij Frouard en Pompey noordwaarts te stromen. De Moezelbocht van Messein naar
Frouard maakt dus geen deel uit van de fietsroute. Bij Messein gaat het
zuidwaarts langs het Canal de l’Est parallel aan de Moezel. Bij
Flavigny-sur-Moselle gaat het Canal de l’Est met een brug over de Moezel (le
pont-canal de Flavigny). Frankrijk heeft wel meerdere kanaalbruggen. Tijdens de
fietsroute langs de Loire in 2013 maakte ik kennis met de kanaalbrug van Briare
(le pont-canal de Briare) over de Loire ontworpen door Gustave Eiffel en met de
kanaalbrug van Le Guétin over de Allier (le pont-canal du Guétin). (Liste
des ponts-canaux de France — Wikipédia (wikipedia.org)). Met de auto kom je
niet langs deze architecturale pareltjes uit de negentiende eeuw. Na een
dertigtal kilometer langs kanalen houd ik er vandaag mee op. Ik heb
gereserveerd bij B&B L’Orée du Bois
in Crévéchamps, een onbeduidend dorpje met driehonderd inwoners langs het Canal
de l’Est. Ik maak kennis met Romain en
verneem dat onze gastvrouw er nog niet is. We hebben tijd voor een lange babbel
afwisselend in het Frans en het Duits. Romain is een gepensioneerde verpleger op
weg naar huis in Luxemburg. Hij was met zijn vrouw op bezoek bij hun dochter in
het Zwitserse Freiburg en fietst de terugweg. Morgen overnacht hij in Metz waar
ik twee dagen geleden was en ik logeer overmorgen in Corre waar hij gisteren was. Hij gaat er nogal vandoor en is niet aan zijn proefstuk toe. Hun
zoon woont in Dresden en hun andere dochter in Bielefeld en ook hen bezoekt hij
wel eens met de fiets. Wanneer onze gastvrouw dan eindelijk thuis komt, is ze
bereid voor ons te koken. Ik had nog wat picknickoverschot maar Romain had
helemaal niets meer en het dichtst bijzijnde restaurant is een paar dorpen
verder. Tijdens het avondmaal pakken dikke wolken samen. Een korte regenbui
koelt alles snel af. Fietsen is zowat het enige gespreksonderwerp tijdens het korte
avondmaal. Romain vindt het soms lastig overnachting te vinden nochtans zijn er
in elk dorp of stad honderden leegstaande slaapkamers maar Zimmer-Frei-bordjes
zijn nergens nog te bespeuren. Het lijkt wel of de overheid en de horecalobby
het de particulieren zoals gepensioneerden onmogelijk maakt een centje bij te
verdienen. Je kan enkel nog overnachten in hotels of B&B’s. Door het
beperkte aanbod en de digitalisering ben je nagenoeg verplicht te reserveren, wil
je zeker zijn van een kamer. Hoe fijn zou het zijn niet te hoeven reserveren en
in elk dorp bij een Zimmer Frei te
kunnen aanbellen. Je zou dan kunnen stoppen met fietsen wanneer je moe bent, of
wanneer je pech of geen zin meer hebt of wanneer het weer tegenzit. Hoe
frustrerend is het vandaag in een dorp aan te komen, wetende dat er tientallen
lege bedden zijn bij particulieren maar nergens te kunnen overnachten. In
Nederland heb je Vrienden op de fiets
(www.vriendenopdefiets.nl) als variant op Zimmer Frei. Wanneer onze gastvrouw het
dessert opdient en inpikt op ons gesprek, zegt ze dat ze sinds kort meer
fietsers over de vloer krijgt. De voorbije jaren werd het wegdek en de
bewegwijzering van de fietsroute La Voie
Bleue sterk verbeterd. Dat is leuk om horen en hopelijk worden
fietsvakanties populairder.
|
Het Canal de jonction de Nancy. |
|
Het Canal de jonction de Nancy bij de aansluiting op het Canal de l'Est (Canal des Vosges). |
|
Het pompstation bij Messein dat water van de Moezel oppompt naar het Canal de jonction de Nancy. |
|
De kanaalbrug van Flavigny. Het Canal de l'Est gaat over de Moezel. |
|
Het Canal de l'Est (Canal des Vosges). |
24/06/2022: Crévéchamps – Charmes – Golbey – Epinal, (totaal: 205 km). Even ter herinnering voor
mezelf. Het voorbije fietstraject volgt de Moezel en het parallelle Canal
Latéral à la Moselle van Metz tot ten noorden van Nancy van waar het
Marne-Rijnkanaal en de Meurthe gevolgd wordt tot ten zuiden van de stad.
Vervolgens heb ik het volledige Canal de jonction de Nancy gevolgd in
zuidwestelijke richting tot de aansluiting in Messein op het Canal de l’Est
parallel aan de Moezel. De ruime bocht die de Moezel neemt ten westen van de
stad Nancy heb ik dus niet gedaan. Vandaag gaat het verder tot Golbey en Epinal
tussen de Moezel en het Canal de l’Est. Het Canal de l’Est, branche Sud van Neuves-Maison
tot het einde in Corre aan de Saône wordt ook Canal des Vosges genoemd (Canal des Vosges
– Wikipedia). Ziezo alles zit netjes in mijn geheugen. Alweer een
mooie fietstocht voor de boeg, hoofdzakelijk tussen het kanaal en de Moezel op
een kort stuk na van Les Vieux Frères tot Roville-devant-Bayon. Ook in
Thaon-les-Vosges wordt er over een kort stuk van kant gewisseld langs het
kanaal. Ter hoogte van Bainville-aux-Miroirs –hoe komen die dorpen aan hun
naam?- liggen het kanaal en de Moezel zo dicht bij elkaar dat ik er met moeite
tussendoor kan. Zo lijkt het althans op de kaart. In Charmes heb ik een
ontmoeting met de geschiedenis. Op 6 juli 2006 verbleven Tine De Myttenaere en
ik hier een nachtje op de camping tijdens de fietsroute De Groene Weg naar de Middellandse Zee. Zes jaar eerder fietste ik
dezelfde route met Serge maar helaas nam ik toen geen notities. Ik fiets na de
picknick door het stadje op zoek naar herinneringen. Helaas, ...... niets. Als
ik Golbey nader zie ik het hotel Atrium
al staan aan de overzijde van het kanaal. De naam is passend gekozen. Alle
kamers zijn gelijkvloers rond een binnenplaats zoals een Romeinse villa. De
locatie is ideaal. Morgen fiets ik verder langs het Canal des Vosges en vlakbij
het hotel is een aftakking van het kanaal naar Epinal. De bagage laat ik met
plezier achter en zet koers naar Epinal. Maar vooreerst de watercomplexiteit
nog even verduidelijken. Zuidwaarts fietsend ligt het Canal de l’Est tot Colbey
rechts van en parallel aan de Moezel. Net ten noorden van het stadje buigt het
kanaal naar het westen en laat de Moezel los. Op dezelfde plaats begint een
aftakking van het kanaal naar Epinal. De aftakking van het Canal de l’Est (branche d'Epinal) gaat
met een kanaalbrug over de Moezel (le pont-canal de Golbey) en loopt links naast
de Moezel tot Epinal. Ik stop enkel voor een foto van de kanaalbrug en haast me
naar Epinal. Zes kilometer vrees ik voor regen met de bomen langs het kanaal als
paraplu in plaats van parasol. De zuidwestenwind, tegenwind voor mij, brengt al
dagen lang wolken mee. Mijn paraplu moet ik pas boven halen als ik door Epinal
wandel. De hemelsluizen gaan open. In de
Rue des Pompes loop ik de brasserie Le
Virgile binnen. Veilig en droog, een pizza, een thee en dan nog een thee.
Het blijft regenen. Geen probleem, ik heb tijd en goed gezelschap van Sofian en
Julien, twee werkmakkers, dertigers. Sofian is een grappige komiek. Een serieus
gesprek kan het nooit worden. Zelfs Julien moet nog steeds hard mee lachen.
Sofian relativeert en karikaturiseert. Hij is net als Julien in Frankrijk
geboren. Toch ervaart hij het leven helemaal anders dan Julien want zijn ouders
zijn Algerijns. Hij heeft een scherpe mening over alles en iedereen maar zoals
ik zei, hij is grappig en prettig gestoord. Als ik dit fietsverslag schrijf,
ben ik reeds terug thuis. Het zoeken naar herinneringen, het worstelen met
woorden, het reconstrueren van de fietstocht,...... het is lastiger dan fietsen
zelf. Het geheugen is iets verbazingwekkend. Toen ik op 24 juni in Epinal was,
zou ik gezworen hebben dat ik er nog nooit geweest was. Nu ik het verslag
schrijf en herinnerd word aan de fietsroute De
Groene Weg naar de Middellandse Zee die door dezelfde streek loopt,
herinner ik me ook ooit een weekje ergens in het noordoosten van Frankrijk
geweest te zijn met Carine Raes en haar mama Marie-Louise bij familie van hen.
Op eigen kracht kan ik me geen namen van plaatsen herinneren die we bezocht
hebben. Ik zoek naar notities en foto’s. Eind augustus 2015 logeerden we in Le
Clerjus en bezochten onder andere de distillerie Paul Devoile in Fougerolles,
een rommelmarkt (vide grenier) in Vauvillers, de stadjes Plombières-les-Bains
en Bains-les-Bains, het wellnesscentrum Thermes de Vittel en op de terugweg
naar huis, jawel: Epinal met een terrasje op La Place des Vosges en een bezoekje
aan de Basilique Saint-Maurice. Zelfs de replica van het antieke beeldje Le
Tireur d’épine op de Place Pinau staat vermeld in mijn notities. Zonder verslag
en foto’s van toen zou ik blijven beweren nooit eerder in Epinal geweest te
zijn.
|
De Moezel in Bainville-aux-Miroirs. Het Canal des Vosges ligt vijftig meter naar rechts. |
|
Ten zuiden van Bainville-aux-Miroirs. Links van het jaagpad de Moezel, rechts het Canal de l'Est (Canal des Vosges). |
|
Zand- en grindwinning langs de Moezel. |
|
De kanaalbrug van Golbey. Het Canal de l'Est (branche d'Epinal) gaat over de Moezel. |
|
La Place des Vosges in Epinal. |
25/06/2022: Golbey –
Corre, (totaal: 271 km). Ik verlaat de Moezel nu definitief en volg het Canal des Vosges tot het einde in Corre waar het kanaal aansluit op
de Saône. Bij de start in Golbey volgen een vijftiental sluizen kort na elkaar
en gaat het bij elke sluis een beetje hogerop. Het
kanaal volgt vervolgens de loop van le Ruisseau des Sept Pêcheurs en van het
riviertje le Côney stroomafwaarts. Bij elke volgende sluis -een veertigtal- gaat het nu een beetje bergaf. (Schéma du canal
des Vosges — Wikipédia (wikipedia.org) , Canal des Vosges
| Binnenvaart in Beeld (Schéma
du canal des Vosges — Wikipédia (wikipedia.org) , Canal
des Vosges | Binnenvaart in Beeld ). Bij Chaumousey ligt het kanaal hoger dan het omringende
dorp en gaat het kanaal telkens met een brug over de Chemin des Gdes Fouillies,
de Chemin des Prés en over de Route de Darmieulles. Voor mij is het de
omgekeerde wereld want in Vlaanderen heb ik nog nooit gezien dat een kanaal met
een brug over een weg gaat. Ergens tussen Thiélouze en Méloménil wordt de
waterscheidingslijn aangegeven met een bord langs het kanaal (Ligne de partage
des eaux Mer du Nord – Mer Méditerranée, altitude 370 m). Ten noorden van de
lijn stroomt het water naar de Noordzee, ten zuiden naar de Middellandse Zee.
Van Golbey tot de waterscheidingslijn moet je bij elke sluis een beetje
hogerop, daarna gaat het bij elke sluis naar beneden. Het Canal des Vosges moet
dus net als het Canal de jonction de Nancy met water gevoed worden. De
kanaalsluizen worden niet meer door sluiswachters manueel geopend en gesloten.
De schippers openen en sluiten de sluizen zelf met behulp van een automatisch
systeem. De meeste sluiswachterhuisjes zijn dan ook niet langer bewoond. Ramen en
deuren zijn dichtgemetseld en de huisjes verkrotten. Één enkele keer was een sluiswachterhuisje
ingericht als vleermuizenwoonst. Bij sluis 24, omgeven door bos, vogelgefluit
en rust is het zalig picknicken. Ik had toevallig daar honger maar welbeschouwd
is het langs het ganse kanaal zalig vertoeven. Je moet zelfs geen honger hebben
of niet moe zijn, het zou zonde zijn niet af en toe te stoppen en de hele
omgeving bewust in je op te nemen. In Fontenoy-le-Château gaat de route over
het kanaal en het riviertje Côney en vervolgens door het dorpje. Rond de Place
de Gilbert, een pleintje langs de gekasseide dorpsstraat zijn het Hôtel de
Ville, musée de Broderie en Postes-Telegraphes-Telephones gevestigd. De ooit
pastelkleurige gebouwen en de huizen in de straat zijn aan opfrissing toe. Maar
wie moet het doen? Er zijn vier keer minder inwoners dan een eeuw geleden. Op
het pleintje pronkt het standbeeld van de dichter Nicolas Gilbert, hier geboren
in 1750. Hij was net geen dertig toen hij in Parijs van zijn paard viel en kort
daarna overleed. Een stukje voorbij Fontenoy-le-Château vloeit het kanaal
tussen hoge rotswanden. Heerlijk fris! Ter hoogte van het dorpje Ambiévillers
–ik ben net de grens gepasseerd tussen het département des Vosges en het
département de la Haute-Saône- benut de elektriciteitscentrale Site
hydroélectrique du Gros Moulin de waterkracht van het riviertje de Côney. Het
riviertje mondt uit in de Saône bij het dorp Corre, ook het eindpunt van het
Canal des Vosges en van de fietstocht vandaag. Corre telt zeshonderd inwoners, honderd
minder dan veertig jaar geleden. Er is een haventje en een Port de Plaisance, en
belangrijker voor mij: een supermarkt! Mijn gastvrouw heeft immers geen tijd om
een ontbijt klaar te maken en ook niet voor een uitgebreide ontvangst met heel
veel woorden. Begrijpelijk, ik logeer op een boerderij.
|
Sluis nr.15 tussen Thiélouze en Méloménil. |
|
Place Gilbert met het standbeeld van Nicolas Gilbert in Fontenoy-le-Château. |
|
Het Canal des Vosges tussen de rotswanden net voorbij Fontenoy-le-Château. |
|
het Canal des Vosges nabij Corre. |
|
De supermarkt van Corre. |
|
Het jachthaventje van Corre bij de samenvloeiïng van het Canal des Vosges en de Saône. |
26/06/2022: Corre – Bourbonne-les-Bains, (totaal: 305 km). Het heeft geregend, het is
zwaar bewolkt en frisser dan gisteren. Ik heb niet zoveel zin om te vertrekken
en zou liever in mijn studiootje blijven. Ik ben blij geen lange tocht te
hebben gepland maar dit heeft niets met het slechte weer te maken. Mijn route
verlaat vandaag de vlakke jaagpaden langs rivieren en kanalen en trekt de heuvels
in naar het brongebied van de Maas. De fietsroute La Voie Bleue loopt verder zuidwaarts langs de Saône.
Voorzichtigheidshalve heb ik voor mijn eerste heuveldag een korte rit gepland.
De kortste weg van Corre naar Bourbonne-les-Bains is slechts 25 kilometer. De
route in de fietsgids is wat langer en loopt door een zestal dorpen. Een GPS is
niet nodig, de fietsgids van Benjaminse volstaat. Hoe heuvelachtiger een
landschap, hoe minder wegen er zijn. Van het ene naar het volgende dorp loopt
meestal slechts één hoofdweg. Het wegennetwerk is hier dus veel minder dicht
dan in Vlaanderen. En de verkeersdrukte valt ook mee, zeker op zondag. De
bevolkingsdichtheid is hier immers een stuk lager dan in Vlaanderen. In de
dorpen is er geen nieuwbouw te bespeuren en is er vrij veel vervallen
leegstand. Misschien is dat geen slechte zaak. Als de bewoners wegtrekken en in
steden gaan wonen kan de mobiliteit efficiënter en ecologischer georganiseerd
worden. In Blondefontaine regent het zo hard dat ik wel een uur lang moet
schuilen in een karrenkot. Tegenover het kot staan twee identieke huizen, het
ene is gerestaureerd, het andere staat zichtbaar al jaren leeg. En in
Bourbonne-les-Bains is het niet anders. Al vroeg in de namiddag arriveer ik in
het stadje en installeer me op de tweede verdieping van het hotel l’Étoile d’Or. Bourbonne-les-Bains is
een kuuroord met een warmwaterbron die al gekend is sinds de Gallo-Romeinse
tijd. Er zijn een zestal hotels en vele gemeubelde studio’s om de kuurgasten te
ontvangen. Het stadje telt 2.000 inwoners tegenover 3.000 vijftig jaar geleden.
Natuurlijk is er veel leegstand als één derde van de bevolking weg is. Het
stadje is aan een opfrisbeurt toe. Met slechts één wens trek ik door het stadje:
het hete water uit de bron zien stromen en mijn handen er in onderdompelen.
Helaas, helaas is dit niet meer mogelijk. De thermale bron van 65°C zit onder
het Station Thermale ValVital. (- Les
cures thermales (tourisme-bourbonne.com)). Op restaurant gaan zit er ook niet in. Alles is dicht
op zondagavond. Wandelen, wandelen, wandelen,.... en picknicken op de
hotelkamer, iets anders valt hier niet te beleven.
|
Villars-le-Pautel. |
|
Antiekwinkel bij Françoise in de Rue du Pot Clair in Villars-le-Pautel. |
|
Schuilen in het karrenkot, Rue de la Saule in Blondefontaine.
|
|
De Huisjes tegenover het karrenkot. (Foto bron: google maps, streetview) |
|
Rue du Beute à Villars in Villars-Saint-Marcellin. |
|
Place des Bains in Bourbonne-les-Bains. |
|
Uitzicht over Bourbonne-les-Bains vanuit het Parc de l'Hôtel de Ville. |
|
Route des Quatre Vingts. |
27/06/2022: Bourbonne-les-Bains – bron van de Maas –
Saint-Thiébault, (totaal:
360 km). In Pouilly-en-Bassigny, op een tiental kilometer van
Bourbonne-les-Bains bevinden zich de bronnen van de Maas. Één van de vier
bronnen ligt langs de D130b richting Damrémont. Ik ontmoet er Frank en Jeanne
uit Zoetermeer. Ze trakteren met madeleintjes uit Commercy. Ze hebben de Maasroute
stroomopwaarts gefietst vanuit Maastricht en volgen de fietsgids van Benjaminse
naar Metz. Hoe raar het ook moge klinken, voor hen is het een eindpunt en voor
mij een beginpunt in het midden van onze vakantie. De bron is een symbolische plek
voor een uitgebreide fotosessie. De ochtend begon zwaar bewolkt met weinig hoop
op een droge dag, doch tegen de middag breekt het wolkendek open en wordt de
zon machtiger. Geen regen tijdens mijn picknick aan de kerk van
Provenchères-sur-Meuse en lichte opklaringen in Bassoncourt. Ik praat er met
meubelmaker (ébéniste) Fréderic in de Rue de Plécy. Hij nodigt me uit in zijn
atelier en toont prachtig werk. Hij werkt met hout en gekleurd hars. We hebben
het ook over de leegstand. Hij heeft enkele jaren geleden voor een spotprijs
drie huisjes naast elkaar opgekocht en opgeknapt. Iets verder in de straat
staan identieke huisjes. Ze werden tot de jaren vijftig bewoond. Een deur met
rechts een raam en links een grote toegangspoort tot de schuur. Er was slechts
één woonruimte. Achter de woonruimte was de varkensstal. Het achterste gedeelte
van de schuur was de koeienstal. Slapen deed men op de eerste verdieping,
wellicht ook boven de stal waar men profiteerde van de warmte van de dieren. Er
is nooit elektriciteit of stromend water geweest. Ik vergat een foto te maken
maar nam later een print van google-street-view. Ik kan me niet indenken dat in
Vlaanderen een huis meer dan zeventig jaar zou leegstaan. In onze streken is de
bevolking steeds maar toegenomen en zo ook de druk op de woningmarkt. Ik heb
vandaag meer gebabbeld dan gefietst. Ook in Hacourt raak ik heel toevallig aan
de praat. Ik fiets langs een loods waar het heel sterk naar etherische oliën
ruikt. Buiten liggen zakken gestapeld. Razendsnel associeer ik wat ik zie, ruik
en hoor tot een fabriekje van cosmetica of iets dergelijks. Ik stop en stap op
de man toe die uit de loods komt. Meneer Legrand was vroeger landbouwer en nu
is hij vertegenwoordiger en verdeler van additieven voor de landbouwsector. Ik zou
de ontmoeting waarschijnlijk nooit onthouden hebben, had hij niet gesproken
over zijn zoon Johann. Johann en zijn vriend Théo fietsten tijdens de
coronatijd door hun geboortestreek en noteerden bijzondere verhalen tijdens hun
ontmoetingen. De fietsrit resulteerde in een boek: Le tour du monde de la Haute-Marne, geïllustreerd met tekeningen
van Boris Beluche. (www.tourhautemarne.fr). Door
al dat geklets onderweg kom ik pas om 18h30 aan bij het hotel Auberge du Cheval Blanc in
Saint-Thiébault. Zoals ik al zei, reserveer je best op voorhand want de tijd
dat in elk dorp enkele bewoners je met open armen in hun Zimmer Frei ontvingen is voorbij. Als je gereserveerd hebt,
verwacht je natuurlijk dat het hotel open is. In Saint-Thiébault sta ik echter
voor een gesloten deur net als twee jonge vrouwen met bagage. Ze komen uit
Tilburg, zijn op weg naar het zuiden en hadden pech onderweg. Hun auto is naar
een nabij gelegen garage gesleept en zij zijn hier gedropt. De meiden Eva en
Nathalie zijn behoorlijk gestresseerd. Wat de overbuurman hen gezegd heeft,
hebben de Nederlandse vrouwen maar half begrepen. Ik bel aan. De man beweert
dat de eigenares boodschappen doet en niet lang wegblijft. Eveneens belangrijke
informatie is dat het naburige huis bij het hotel hoort. Nathalie vindt een telefoonnummer
naast de deur en belt de eigenares. De deur van het huis is niet op slot en de
sleutels van de kamers liggen op de keukentafel. We kunnen ons eindelijk
installeren. De eigenares komt later met eten voor drie. Nu alles geregeld is,
denk ik tijdens het avondmaal een rustige babbel te zullen hebben met Eva en Nathalie.
Hun adrenaline ebt echter niet weg. Bovendien spreekt Nathalie snel en
onduidelijk, en het lijkt wel of ze nog niet gemerkt heeft dat ik er ook ben.
Druk, druk, druk,...... bellen naar de verzekeraar, zeuren over autopech en
pietluttigheden,..... Je zou niet denken dat die twee met vakantie zijn terwijl
ze beweren hoogdringend aan ontspanning toe te zijn. Het ligt niet zozeer aan
de meisjes maar aan hun manier van reizen. Fietsen leegt immers je hoofd en je
lichaam wordt gezond moe. Van autorijden ben je helemaal gestresseerd, je hoofd
is een mallemolen en je lijf staat stijf van de adrenaline. En dan heeft Eva
ook nog de pech enkel Heineken bier te vinden in de koelkast in plaats van een
smaakvol Belgisch biertje zoals ze zou willen. Later op de avond heb ik dan toch
een gezellige babbel met haar in de tuin. Ze wil zich politiek engageren in de
hoop een steentje te kunnen bijdragen aan de noodzakelijke maatschappelijke
veranderingen. Ze is realistisch als het over klimaatproblemen gaat. Het wordt
een zware klus om de hele wereld te transformeren. Er zal meer nodig zijn dan
alleen een technologische oplossing. Ons gedrag moet ook veranderen, benadrukt
ze. Mij politiek engageren zoals Eva kan ik niet waarmaken. Ik heb niet de
ambitie de wereld te veranderen, toch probeer ik mijn ecologische voetafdruk zo
klein mogelijk te houden. Ik vind het voor mezelf een mooi project. Maar stel
dat iedereen zou streven naar een zo klein mogelijke ecologische voetafdruk,
....... Ik weet het, het is veel complexer, maar toch ...... We ronden ons gesprek af, willen gaan slapen
maar krijgen de voordeur van het huis niet op slot. We bellen de eigenares ondanks
het late uur. Jeetje, stom dat we daar niet aan gedacht hebben. De deurklink
moet omhoog gehouden worden om de sleutel te kunnen omdraaien.
“De wereld is naar de kloten.
We hebben veel
te lang genoten.
Zo kan het niet
blijven duren.
We leven tussen
duizend vuren.
Het wordt
aangenaam warmer,
en feesten nog
wat langer
tot alle ijs is
gesmolten
en ’t verdorde land verzonken.” Johan
|
het dorpje Beaucharmoy. |
|
Bron 1 van de Maas in Pouilly-en-Bassigny. |
|
het dorpje Provenchères-sur-Meuse. |
|
De Maas net voorbij Provenchères-sur-Meuse. |
|
Doncourt-sur-Meuse. |
|
Een tweehondertal meter voorbij het station van Hâcourt stroomt de Maas.
|
|
Rue de Plécy in Bassoncourt. Huisjes met hun schuur en stallen onder één dak. (bron: google maps). |
28/06/2022: Saint-Thiébault – Neufchâteau – Domrémy-la-Pucelle, (totaal: 410 km). Wat ik ook probeer, ik krijg
de deur niet open en moet noodgedwongen door het raam. Het ontbijt wordt aan de
overkant in het hotel geserveerd. De meiden zijn nergens te bespeuren en komen
pas ontbijten als ik klaar ben om te vertrekken. Vanaf Sommerécourt zou de
route het riviertje le Mouzon kunnen volgen langs de dorpen Pompierre,
Circourt-sur-Mouzon, Bréchaincourt, Villars en Rebeuville tot de monding in de
Maas bij Neufchâteau. In plaats daarvan gaat het in Bréchaincourt naar links
naar de saaie D1 tot Neufchâteau. Het stadje heeft een 6.600 inwoners, ruim
2.000 minder dan vijftig jaar geleden en ligt in het departement Vosges. Er
zijn winkels en horeca. Het mooiste plekje in de stad is de Place Jeanne d’Arc,
een driehoekig schattig pleintje met in het midden haar standbeeld. Alle huizen rondom zijn drie verdiepingen hoog en
opgetrokken in kalksteen. De vele ramen, sommige met luiken, de zandkleurige steentinten
brengen een architecturaal sober en sfeervol optreden. Een apotheek, het Office
du Tourisme en een paar onopvallende winkeltjes zijn aan het pleintje
gevestigd. Voor een restaurant moet ik verder zoeken. Tevreden met mijn keuze
ben ik niet. De frietblokjes zijn donkerbruin gebakken en niet te eten. De
enige reden om de naam van het restaurant l’Eden
te onthouden is te vermijden er nog te komen. Ik ben al meerdere keren tot de
conclusie gekomen dat onderweg picknicken het gezelligst en gezondst is. Om
mijn culinair verdriet goed te maken, stap ik de pâtisserie en tearoom La Néocastrienne binnen en kies het grootste
stuk kaastaart. En nog volstaat het niet om mijn foute keuze te vergeten. In de
supermarché laad ik mijn tassen vol met voedzame alternatieven. Ik treuzel en
ben benieuwd van wie de koersfiets is met tassen aan de middenbuis en het
stuur. Een jonge man in strak fietstenue met een geweldige haardos komt buiten.
“Aussi en route”, vraag ik ietwat onzeker, schrik om genegeerd te worden. Maar
nee, de vriendelijke Brusselaar heeft tijd voor een praatje. Pierre is thuis
vertrokken en fietst elke dag ruim honderd kilometer. Hij moet volgende zondag
in Genève zijn. Maandag starten de repetities. Pierre Gervais is acteur en
speelde onder andere Luca Keizer in de serie Fiskepark. Hij reist met een absoluut minimum aan bagage en
kampeert wild indien nodig. Zijn minimalisme spreekt me helemaal aan. Het
dwingt je anders te denken. Het zet de ramen en deuren van je geest open. Mindfullness,
out of the box thinking, mind clearing, moodboard, ....... zijn soms duur betaalde woorden
voor wat soms makkelijker te bereiken valt met de fiets. En als je dan onderweg
ergens naar een top klimt en beloond wordt met een geweldig uitzicht zoals aan
de Basilique du Bois-Chenu, ook Basilique Sainte-Jeanne-d’Arc genoemd in
Domrémy-la-Pucelle, dan klaart je hoofd helemaal op. Het uitzicht over de Maasvallei
is schilderachtig. Uren zou ik hier kunnen wegdromen. De basiliek loop ik snel
in en uit om zo lang mogelijk naar het landschap te kijken. De herinnering moet
beter zijn dan de foto. Het is niet de eerste keer dat ik hier het landschap
bewonder. Op 11 juli 2007 was ik hier met mijn collega Serge Piette tijdens de
fietstocht van Gent naar Figueres. Die dag fietsten we 115 kilometer van
Chalaines naar Langres. Serge fietste na Figueres verder tot Cádiz het uiterste
zuiden van Spanje en ik maakte rechtsomkeer tot Auxerre. We fietsten toen ook
door het dorp Domrémy-la-Pucelle waar ik vanavond overnacht in de B&B Le Clos, een statig landhuis in
de Rue Principale (www.leclosdomremy.fr). Overal in het huis staan beelden van Jeanne d’Arc.
De heer des huizes geeft heel omstandig uitleg en leidt me naar de riante
logeerkamer Napoleon III. Er is een ontbijthoekje en een salon. Ik schuif de
tafel voor één van de hoge ramen en terwijl ik avondmaal denk ik aan het
verleden van het landhuis. Hier woonde immers een maîtresse van Napoleon III
(1808-1873). Hij liet het landhuis in 1862 voor haar optrekken. Maar wat doe je
met zo’n groot landhuis? Inrichten als prostitutiehuis en mannen ontvangen.
Volgens mijn gastheer was Victor Hugo één van de welgekomen bezoekers. Zijn
naamplaatje prijkt op de deur van een andere logeerkamer. Ik moet kiezen tussen
aangename dingen: een avondje in de luxueuze kamer of buiten. Dan toch een
wandeling door het zeer stille Domrémy waar slechts een honderdtal mensen
wonen. Het weer heeft nu duidelijk gekozen voor de prettige kant. In de loop
van de dag zijn de wolken weggetrokken en werd het steeds zonniger. Nu ik in
noordelijke richting fiets kan ik van de zuidwestenwind profiteren. Hij heeft
het mij lastig genoeg gemaakt tijdens de rit van Metz naar het zuidelijker
Epinal.
|
Bourmont entre Meuse et Mouzon. |
|
Het dorpje Pompierre aan le Mouzon, een zijriviertje van de Maas. |
|
Brug over de rivier le Mouzon te Circourt-sur-Mouzon. |
|
Neufchâteau. |
|
Place Jeanne d'Arc in Neufchâteau. |
|
De Maas aan de Allée Charles Péguy kort na het verlaten van Neufchâteau. |
|
Basilique du Bois-Chenu of ook Basilique Saint-Jeanne-d'Arc genoemd. |
|
Uitzicht over de Maasvallei vanaf de Basilique du Bois-Chenu. |
|
In de Basilique du Bois-Chenu. |
|
De B&B Le Clos in Domrémy-la-Pucelle. |
29/06/2022:
Domremy-la-Pucelle – Vaucouleurs – Commercy, (totaal: 485
km). Mijn gastheer brengt het ontbijt op
de kamer. Ik zie hem terug bij de afrekening en breng de talrijke beelden van
Jeanne d’Arc in zijn huis ter sprake. Robert is begeesterd door haar, leidt me
door verschillende kamers om zijn collectie van een honderdtal beelden te
tonen. Zijn passie behelst meer dan verzamelen alleen. Op zijn website
inventariseert hij alle publicaties over Jeanne d’Arc. (www.jeannedomremy.fr). Robert wordt
regelmatig als kenner gecontacteerd en geeft lezingen. Een uur lang scrolt hij
door zijn website, geeft uitleg, wijdt uit over details van schilderijen en
becommentarieert controverses. De zoektocht naar de historische waarheid is
zijn passie. Volgens hem is het maison
natale in Domrémy, gebouwd begin negentiende eeuw niet het geboortehuis. Jeanne
d’Arc leefde immers vier eeuwen eerder. Straffer nog, Jeanne d’Arc is niet eens
geboren in Domrémy en zou een dochter zijn van de Duitse Isabeau de Bavière,
koningin van Frankrijk. (La naissance de
Jeanne d'Arc à Domremy (jeannedomremy.fr)). De roodharige
Jeanne bracht wel haar kinderjaren door in Domrémy vooraleer ze naar een
klooster werd gestuurd. Is de waarheid nog te achterhalen? Ik ben in de war na
de uitleg van Robert en heb al helemaal geen zin meer het geboortehuis van
Jeanne d’Arc te bezoeken en fiets weg naar Greux. Net zoals de voorbije dagen
fiets ik van het ene dorpje naar het volgende. Ze liggen schijnbaar willekeurig
uitgestrooid in de heuvelende Maasvallei. De steilere heuvelruggen van de
vallei zijn bebost, de zachtere hellingen vormen een lappendeken van akkers, weiden
en bosjes. Wanneer en hoe zijn de dorpjes ontstaan? En hoe komen ze aan hun naam?
Na Greux steek ik de Maas over naar Maxey-sur-Meuse waar het riviertje le Vair
en le ruisseau des Roises uitmonden in de Maas die hier al een behoorlijke
breedte heeft. Een paar dorpen verder loont het de moeite de lavoir de Sauvigny uit 1839 te zoeken.
P. Thiébaut, de architect van de wasplaats liet zich inspireren door de Griekse
antieke cultuur en ontwierp het rijkelijk versierd gebouw. In Vaucouleurs moet
ik hoogdringend en heb alleen oog voor een café, restaurant, om het even wat
als er maar een toilet is. Op zijn Vlaams gezegd: ik moet kakken en het is al na
sluitingstijd. Enkel bij Pizza Giulietta
staat de deur nog open. De stoelen staan op tafel, ..... ook gesloten, maar ik
mag toch het kleine kamertje in. Opgelucht kijk ik daarna met andere ogen naar
Vaucouleurs. Het stadje ligt tegen een heuveltje aan en het is jammer dat ik de
inspanning niet gedaan heb hogerop te klimmen tot la Chapelle Castrale. Vaucouleurs is ook une ville Johannique (www.villes-johanniques.fr). Voor het
gemeentehuis, geflankeerd door het musée Jeanne d’Arc staat een immens
standbeeld van haar te paard. Ik kijk op en vraag: “Jeanne, vertel nu eens wie je
echte ouders zijn?” Ik vertrek zonder antwoord. Wie alleen fietst, praat veel met
zichzelf en soms ook met standbeelden of met een knuffelkonijn. Ergens onderweg
na Saint-Germain-sur-Meuse ligt er eentje langs de weg. Ik ontferm me over haar,
noem haar Jeanneke l’Abandonnée en stop mijn reisgezel in mijn stuurtas met het
kopje naar buiten. Gevonden spullen tijdens mijn dagfietstochten thuis gaan
naar de kringloopwinkel maar Jeanneke wil en zal ik dit niet aandoen.
Weeshandschoenen zijn ook een uitzondering en een verzamelobject van mij. Met
één handschoen van een paar kan de kringloopwinkel niets aanvangen en weggooien
lukt me om één of andere nog niet achterhaalde reden niet. Thuis staat een
volle doos met handschoenen zonder wederhelft. Het ergste zijn de blikjes en
lege plasticflessen die mensen onderweg verliezen. Ik weiger te geloven dat
mensen ze moedwillig weggooien zoals sommige kwatongen beweren. J. Mensen verliezen lege
blikjes en flesjes gewoon door onhandigheid zoals de baby die Jeanneke verloor
zonder het wel en goed te beseffen. Het doet me hartzeer al die blikjes en flesjes
niet te kunnen meenemen naar huis. Ik haal ze uit wegbermen, akkers en weiden en
laat ze op een hoopje, goed zichtbaar langs de weg. Ach, ik wijk te ver af van mijn
fietsverslag. Bij Euville duikt opnieuw het Canal
de l’Est op, nu de noordelijke tak die ook Canal de la Meuse wordt genoemd. Commercy, de bakermat van la petite madeleine komt dichterbij
alsook de verwachting het gebakje op mijn hotelkamer te vinden. Helaas, geen
madeleintje op bed ondanks de naam Hotel
de la Madeleine en de ernaast gelegen bakkerij La Boîte à Madeleines. Ontgoocheld trek ik fietsend de stad in. Het
centrum wordt gedomineerd door het Château Stanislas met de rug naar het water
gekeerd, een zijtakje van het Canal de la
Meuse. Met de slechte restaurantervaring van Neufchâteau in het achterhoofd
ben ik voorzichtig maar anderzijds drijft de goesting op een madeleintje of
iets anders zoets me naar la crèperie La
Bigouden op de Avenue Stanislas. Heerlijk: een crêpe met crème de marrons
en een frisse bolée de cidre op deze warme avond. En net als in Epinal zou ik
gezworen hebben nog nooit eerder in Commercy te zijn geweest. Ik vind later bij
het schrijven van het fietsverslag enkele notities op de achterkant van een
wegenkaart. Tijdens de paasvakantie van 2004 fietste ik in twee dagen van
Dinant naar Saint-Maurice-sous-les-Côtes, een dorp gelegen tussen Moezel en
Maas. Op 8 april reed ik vanuit Saint-Maurice-sous-les-Côtes een lus langs
onder andere Saint-Mihiel en ....., jawel, Commercy.
|
De lavoir van Sauvigny. |
|
De lavoir van Sauvigny. |
|
Pootje baden in de Maas in Sauvigny. |
|
Enkele oude huizen met schuur in het gehucht Traveron. |
|
De Rue du Moulin (D145) in Pagny-la-Blanche-Côte. |
|
La Chapelle du Vieux-Astre net voorbij Sepvigny. |
|
Rue de l'Eglise naar la Chapelle Castrale. |
|
Het standbeeld van Jeanne d'Arc bij la Mairie de Vaucouleurs. |
|
Het Canal de l'Est in Euville aan de kruising met de D144. |
|
Château de Commercy. |
|
Jeanneke l'Abandonnée. |
30/06/2022: Commercy
– Saint-Mihiel – Verdun, (totaal: 549 km). Zodra ik het hotel uit ben, stap ik bij de
buren de winkel binnen van La Boîte à
Madeleines (www.madeleines-zins.fr).
Ze zijn niet de enige fabrikant van het gebakje. In het centrum op de Place
Charles de Gaulle 8, doet hun concurrent A
la Cloche Lorraine (www.madeleine-commercy.com)
eveneens zijn uiterste best om het gebakje alle eer aan te doen. Geladen met
madeleintjes voor een hele week, zet ik aan richting Saint-Mihiel. Al na een
zestal kilometer moet ik het Canal de la Meuse in Pont-sur-Meuse verlaten. De
avonturiers kunnen het altijd eens proberen tot hoever ze langs het kanaal
kunnen fietsen. Ik volg de nog steeds uitstekende bewegwijzering naar Mécrin en
Brasseitte. Voor het stadje Saint-Mihiel, vlak na Ailly-sur-Meuse is er een
stevig klimmetje met weidse uitzichten over de Maasvallei. Aangekomen in het
stadje dagen er geen herinneringen op aan de zomerfietstocht van 2007 naar
Figueres. Een madeleintje in de thee dompelen zoals Proust deed, zal mij niet
helpen. Nochtans was ik in Saint-Mihiel op 10 juli 2007, de geboortedag van
mijn nichtje Fien. Volgens mijn notities van toen fietsten Serge Piette en ik
die dag 135 kilometer van Verdun via Saint-Mihiel naar Chalaines. Commercy
deden we niet aan. De route maakte een omweg langs het Lac de Madine. De
Maastrajecten van Pagny-sur-Meuse tot Domrémy-la-Pucelle en van Verdun tot
Saint-Mihiel maakten deel uit van de zomerfietstocht 2007. We fietsten toen
gemiddeld dubbel zoveel kilometers per dag als vandaag waardoor dorpjes en
stadjes aan ons voorbijvlogen zonder een herinnering na te laten. Mijn fietsvakanties
zijn inmiddels noodgedwongen geëvolueerd van sportieve uitdagingen naar
culturele uitstapjes. Ik picknick in
Saint-Mihiel langs de Maas. Daarna wordt het lastiger. De wind komt
voornamelijk uit noordelijke richtingen, de bewolking neemt toe. De Maas krijg
ik nauwelijks nog te zien tot Verdun. Bovendien is het niet zo prettig fietsen
langs de D34 waar regelmatig grote vrachtwagens passeren. In Dugny-sur-Meuse
moet ik een halfuur schuilen voor een fikse regenbui. Het is zelfs koud
geworden. Gisterenavond was het nog warm genoeg om mijn T-shirt te spoelen en
te drogen. Dit zou vandaag niet lukken. In Belleray, het dorpje net voor Verdun
zie ik de Maas terug en kan ik in alle rust langs het Maaskanaal en de Maas de
stad binnenfietsen onder de Tour de Chausée door. De Avenue de la Victoire en
het Monument à la Victoire herken ik
nog van de zomer van 2007, maar misschien herinner ik eerder de foto’s van
toen. Herinneren is toch wel iets heel bijzonders. Het is iets immaterieel, een
herinnering in je hoofd kan je immers niet vastnemen maar ze is wel het resultaat
van materiële, biochemische processen in je hoofd. Je geheugen en herinneringen
worden immers verstoord als bepaalde delen van je hersenen door ziekte of ongeval
beschadigd worden. Ik sta nog steeds bij het Monument à la Victoire et aux Soldats de Verdun (Monument
à la Victoire et aux Soldats de Verdun — Wikipédia (wikipedia.org)). Welke lessen hebben
we uit WOI en WOII getrokken? In ieder geval niet de juiste als ik aan de
oorlog in Oekraïne denk. West-Europa heeft deze oorlog mee mogelijk gemaakt. We
zijn hypocriet. De voorbije twintig jaar hebben we Poetin zien evolueren van
een pseudodemocraat naar een militaire dictator. We hebben de voorbije twintig
jaar steeds meer olie en gas van dictator Poetin gekocht terwijl hij de ene
misdaad na de andere beging en de Krim annexeerde. We hebben zijn
oorlogsmachine gefinancierd en geen enkele stap ondernomen om de aankoop van
olie en gas te verminderen en te stoppen. Ook van andere dictaturen kopen we
olie en gas en dit terwijl het IPCC (Intergovernamental Panel on Climate
Change) omwille van klimaatveranderingen als dertig jaar schreeuwt dat we
moeten stoppen met het gebruik van fossiele brandstoffen. Is dat onze manier om
vrede in de wereld te brengen? We zijn hypocriet, zowel de politici als de
burger want in een democratie is de burger mee verantwoordelijk. Hij kiest
immers de politici. De Europese burger is mee verantwoordelijk door zijn
politieke stem en zijn gedrag. Toen de oorlog in Oekraïne uitbrak, hebben wij
burgers ons olie- en gasverbruik niet drastisch verminderd als symbolische
steun aan het Oekraiënse volk en als signaal naar de politici om dictators niet
langer economisch te steunen. We hebben ons pas laten horen als de
brandstofprijzen de pan uitswingden. We zijn verslaafd aan fossiele
brandstoffen en aan decadente consumptie. Ik weet dat het complexer is dan dat,
maar toch ..........
|
Het Hotel de la Madeleine en de bakkerij La Boîte à Madeleines. |
|
De bakkerij A la Cloche Lorraine. |
|
Een koekendoos met madeleintjes. |
|
Avenue de la Victoire in Verdun. |
|
De Porte Chausée aan de Maas in Verdun. |
01/07/2022: Verdun –
Dun-sur-Meuse – Laneuville-sur-Meuse – Stenay – Mouzay, (totaal: 624
km). Na de boodschappen bij Leclerc, loop ik binnen bij de kapper die
naast de kassa’s van de supermarkt is gevestigd. Ik vraag of er iemand mijn
baard wil bijknippen. “De barbier is vandaag afwezig”, krijg ik te horen. Een
andere kapster moeit er zich mee, neemt me mee naar de kappersstoel, zwiert een
schort om me heen, laat de stoel kantelen, neemt mijn bril af en voor ik het
besef is mijn baard ingekort en presentabel voor 8 euro. Heel tevreden met haar
kordate aanpak, spring ik blijgezind op de fiets. Mijn eerste twintig kilometer
tot Regnéville-sur-Meuse liggen langs het Canal de l’Est (Canal de la Meuse).
De rest van de dagtrip moet ik de weg op, min of meer parallel aan de Maas. In
Doulcon wijk ik van de Maasroute af naar Dun-sur-Meuse dat aan de andere kant
van de rivier ligt. Het dorp herinnert me aan de fietstocht Langs Oude Wegen. In de zomer van 2004
zat ik hier op 6 juli op een terrasje aan de Maas met de Zwitser Etienne. We
hadden elkaar twee dagen eerder in Lierneux ontmoet, schuilend voor de regen in
een bushokje. In Dun-sur-Meuse scheidden onze wegen. In het volgende dorp
Varennes-en-Argonne ontmoette ik dezelfde dag Werner, een Limburger en
wiskundeleraar. Met hem fietste ik vijf dagen tot La Souterraine. Ik kon het
tempo van de gedisciplineerde Werner niet meer aan en liet hem gaan. Of je het
gelooft of niet, tijdens ons afscheid passeerden Tom en Ina met de fiets, twee
Gentenaars op weg naar Rocamadour. Vanaf Rocamadour fietste ik alleen verder en
op 20 juli 2004 stond ik boven op de Col d’Aubisque. Exact vijf jaar later was
ik opnieuw in Dun-sur-Meuse tijdens de fietstocht De Groene Valleien van Boulogne-sur-Mer naar de Moezel. Zoveel
herinneringen aan Dun-sur-Meuse, het is nogal evident dat ik afwijk van de
Maasroute. Het is steil klimmen tot de kerk van waar een fabuleus uitzicht over
de Maasvallei mijn ogen doen tollen. Het is het ommetje waard om er te picknicken
wat ik dan ook doe. De B&B voor vanavond ligt in Mouzay, tien kilometer noordelijker
dan Dun-sur-Meuse, maar de route loopt aan de andere kant van de Maas en is
dubbel zo lang omdat ik de Maas pas opnieuw kan oversteken in Stenay. Ik heb
niet het gevoel een moeilijke keuze te moeten maken. Één of andere rare kronkel
in mijn hoofd beveelt me de route te fietsen zoals het boekje voorschrijft. Dus
terug naar Doulcon en verder langs de D313. Onderweg, in Laneuville-sur-Meuse
staat een oude vervallen boerderij. Ik ben te nieuwsgierig en fiets het met
onkruid overgroeide erf op. Het ziet er al jaren verlaten uit, toch voel ik me
niet op mijn gemak. Overal ligt rommel, ook in de stallen en schuren. Er staat
een nieuwe vuilnisbak bij het woongedeelte. Zou er toch iemand wonen? Boven een
dichtgemetselde deur staat 1763 gebeiteld. Eeuwenoude huizen en boerderijen
opgetrokken uit natuursteen zijn hier in de streek en langs de fietsroute geen
uitzondering. Ik moet denken aan het ouderlijk huis van mijn vader in Balegem,
Issegem dat eerder deze maand is afgebroken. Mijn grootvader was landbouwer en
steenbakker. Hij bouwde het huis, de stallen en schuren met stenen gevormd uit
ter plaatse gedolven klei en gebakken in veldovens. Amper honderd jaar later is
alles gesloopt. Hetzelfde lot onderging de ouderlijke boerderij van mijn moeder
vijfentwintig jaar geleden. De buren van de verlaten boerderij bevestigen dat
er een alleenstaande en zonderlinge man woont. Ze spreken wat minachtend en
lacherig over hem terwijl ik hem wel zou willen ontmoeten. Minimalistisch of
zelfs als clochard een tijdje leven is stiekem altijd wel mijn droom geweest
maar dan wel als een clochard zonder zorgen. Zonder zorgen is ook mijn
gastvrouw. Lisa is de drukte in Nederland ontvlucht, woonde daarna in de
Ardennen en kocht zes jaar geleden het riante 18de eeuwse landhuis
met ommuurde tuin aan de Rue Saint-Pierre in Mouzay (www.maisonlesbeauxarts.com). Tegenover haar
huis staat een lavoir gevoed door bronwater waar ze op bloedhete dagen graag
gaat pootje baden. Ze gaf muziekles, danst ontzettend graag en organiseert
huisconcerten. Tegenover mijn logeerkamer is een zaaltje met tal van
muziekinstrumenten. Terwijl Lisa kokkerelt, wandel ik richting Maas zonder haar
te bereiken. Het is te ver en ik wil niet te laat komen op het avondeten. Er
schuift een Duits koppel mee aan tafel. De verwachtte gezelligheid blijft uit
ondanks de inspanningen van Lisa. De vrouw van het koppel is ziek en na het
eten vertrekken ze zonder dessert huiswaarts. De start van de Tour de France
vandaag is aan tafel niet ter sprake gekomen. Het is Yves Lampaert die de
eerste rit, een vlakke individuele tijdrit van 13,2 kilometer in Kopenhagen met
een gemiddelde snelheid van 51,8 km/u aflegt en wint. Ik duizel van de
snelheid. Ik haal gemiddeld 15 km/u maar mijn fiets met bagage weegt wel drie
tot vier keer meer en het ventje op de fiets is zijn beste tijd al lang
voorbij. Zo’n racefiets weegt amper zes à zeven kilogram. De allerlichtste
racefiets weegt iets minder dan drie kilogram. In de fietswereld wordt steeds
naar lichtere fietsen gestreefd en zijn de lichtste fietsen de duurste en meest
prestigieuze. In de autowereld daarentegen, heb je net het omgekeerde: hoe
zwaarder, hoe meer prestige. Dat de auto voor de meesten een statussymbool is,
is onbegrijpelijk. Vorig jaar beëindigde de auto in Europa het leven van bijna
20.000 mensen en de milieuvervuiling is ook niet min. De nadelen van de auto
wegen alsmaar zwaarder door. Onze mobiliteit evolueert in een desastreuze
richting. Een eenvoudige redenering maakt dit duidelijk. Te voet haal je 5
km/u. Met de fiets gebruik je 15 à 30 kg materiaal om je snelheid te
verviervoudigen tot 20 km/u. Met een auto gaat het gemiddeld maar vier keer
sneller dan met de fiets maar je gebruikt hiervoor maar liefst minimum 700 kg,
35 keer meer materiaal. En zware wagens zijn helemaal absurd: twee ton
materiaal om veelal slechts één persoon van pakweg 70 kilogram te verplaatsen.
Er wordt meer brandstof verbruikt om de auto, dan om de persoon te verplaatsen.
Het is hoogdringend onze mobiliteit te hertekenen. Ons huidig mobiliteitsgedrag
is ronduit decadent en wereldvernietigend. Ik weet dat het complexer
is dan dat, maar toch ..........
|
Het Canal de l'Est. |
|
Een stukje oorspronkelijk jaagpad langs het Canal de l'Est. |
|
Dun-sur-Meuse met op de heuvel de Eglise Notre-Dame-de-Bonne-Garde. |
|
Dun-sur-Meuse gezien vanaf de Eglise Notre-Dame-de-Bonne-Garde. |
|
Een nog bewoonde boerderij uit 1763 in Laneuville-sur-Meuse. |
|
De watermolen van Stenay. |
|
De B&B Maison les Beaux Arts langs de tuinzijde. Het landhuis dateert van 1779. |
02/07/2022: Mouzay – Stenay – Laneuville-sur-Meuse –
Sedan, (totaal: 682
km). Lisa
speelt graag met woorden en midden in ons gesprek declameert ze een gedichtje
van Bert Deben (www.bertdeben.blogspot.com),
een Vlaamse hedendaagse dichter met wie ze bevriend is. Ze zou graag zijn
gedichten op muziek zetten, neemt haar gitaar en zoekt een passende melodie.
“Ik hoor daar buiten vogels fluiten,
mooier nog dan Strauβ
of Bach,
en kijk doorheen
gezeemde ruiten,
en vraag hen of ik
buiten mag.
‘U bent reeds buiten,
wij zijn binnen’, zei één der vogels
waarna ik even moest
bezinnen
en zien, wat ook die
vogel zag.
De hele wereld is een
woonst
voor ieder die van
vrijheid houdt,
en alles is er om het
schoonst.
De vogels fluiten hun
refrein,
een ode aan het
wereldwoud
waar wij te weinig deel
van zijn.”
Er
is niets mooier dan een binnen-buiten-gedichtje om deze fietsdag aan te vatten
en op uitnodiging van brouwer Alain die deze ochtend bij Lisa bier leverde,
bezoek ik enkele kilometers verderop zijn Brasserie
Charmoy (http://www.bierecharmoy.com).
Het robuust vierkantig kasteeltje domineert het erf. De oude stallen en schuren
worden gerenoveerd. In een apart gebouwtje rechts van het kasteeltje is de
microbrouwerij ondergebracht. Alain Bonnefoy is trots op zijn biertjes die hij
zelf ontwikkelde. Zijn opleiding volgde hij deels in de abdijbrouwerij van
Orval, een dertigtal kilometer hier vandaan, waar hij nog steeds zijn gist
haalt. Naast brouwer is Alain ook boer en verbouwt zijn eigen brouwgerst.
Proeven doe ik niet. De alcohol zou mijn benen verlammen. Het is kort na de
middag als ik terug aansluit op de route in Laneuville-sur-Meuse en verder
noordwaarts fiets. Ergens tussen Luzy-Saint-Martin en Pouilly-sur-Meuse krijg
ik na een klimmetje onverwacht applaus van twee vrouwen, zittend in een
vouwstoeltje langs de bosrand bij een uitgebreide picknick en hun twee bepakte
fietsen. Alleen Nederlanders zijn zo gek om vouwstoeltjes mee te zeulen op de
fiets. Ik maak kennis met Lilian en Astrid uit Utrecht. Na
Villers-devant-Mouzon -langs de D4- komt nog een allerlaatste klimmetje,
bemoeilijkt door een wispelturige wind. Soms duwt hij mij en op andere momenten
lijkt het wel of hij tegendraads is. Bovenaan het klimmetje wacht een wijds
uitzicht over de Maasvallei. Geen heuvels meer, vanaf Remilly-Allicourt volgt
de route het jaagpad langs de Maas. Je merkt dat het weekend is. Een
allegaartje van fietsers en wandelaars zoekt ontspanning langs het water.
Meewarig hoofdschuddend betreur ik de baasjes die hun droevig kijkende hond in
een kar achteraan de fiets meezeulen. Honderd jaar geleden hielpen honden de
mens. Ze trokken karretjes met goederen (Hondenkar - Wikipedia)
en liepen in een hondenrad om de melk te karnen (vb. Hondenmolen van
Zannen | Belgische Molendatabase | Molenecho's (molenechos.org)).
Misschien moet de hond opnieuw het rad in om elektriciteit te produceren in
plaats van zich te vervelen in een kar. Net zo met de vele duizenden nutteloze
paarden die het labeur op het veld missen. Zou het niet beter zijn hun weiden
te bebossen? De mens is slaaf van zijn gezelschapsdieren die bovendien een veel
te grote ecologische voetafdruk hebben. Welvaart gesponsord door fossiele
brandstoffen heeft nu eenmaal zijn decadente kantjes. De eerste kennismaking
met Sedan na het verlaten van de Maas is de Avenue Philippoteaux en le Jardin
Botanique. Sedan is een klein stadje gedomineerd door één van de grootste
middeleeuwse burchten van Europa. De bevolking is de voorbije veertig jaar
sterk afgenomen van 24.000 naar 16.000 inwoners en dat is te merken aan de vele
leegstaande huizen. Ik ga logeren in de ietwat griezelige Rue Saint-Michel op
de derde verdieping van het gelijknamige charmante hotelletje. De eeuwenoude
straat met natuurstenen huizen is architecturaal eenvormig en niet verstoord
door een kakofonie van bouwstijlen. Het is wachten op grondige renovatie en
opfrissing om opnieuw te schitteren. Dit weekend schittert de stad met La Fête de la Bière. De feestzone
vermijd ik aangezien ik geen alcohol drink, de muziek buitensporig luid is en
wat moet een mens alleen midden een feestende meute. Traditiegetrouw na een
fietsdag wandel ik door de straten van de oude stad en beland op het terras van
pizzeria Le Grill de Lucifer tegenover het
Fort van Sedan.
|
Lisa zingt een gedicht van Bert Deben. |
|
Het kasteeltje van de familie Bonnefoy en rechts de microbrouwerij Charmoy. |
|
Uitzicht over de Maasvallei langs de D1 tussen Villers-devant-Mouzon en Petit-Remilly. Het bordje vermeldt: Aire de la Cabrette. |
|
Le Palais des Princes aan de Place du Château tegenover het restaurant Le Grill de Lucifer. |
|
De binnenhof van het Fort van Sedan. |
|
Het Fort van Sedan. |
|
Le Jardin Botanique aan de Avenue de Verdun in Sedan. |
|
Rue Saint-Michel met het gelijknamige hotel. |
|
De binnenstad van Sedan is aan renovatie toe. |
|
Jeanneke speelt verstoppertje maar vergeet dat ze lange oren heeft. |
03/07/2022: Sedan – Charleville-Mézières, (totaal: 722 km). Ik heb lang geslapen, kan maar niet besluiten
het bed te verlaten en ben de laatste gast in de ontbijtkamer. Het wordt een
warme zondag met een rustige vlakke rit langs de Maas tot Charleville-Mézières.
Ik luier lang op het binnenkoerterras van het Château Fort de Sedan tot ik er plots aan denk nog boodschappen te
moeten doen. Bij de Carrefour in de Rue de Gambetta staan twee bekende fietsen.
De kassabediende wil mijn grapje om Lilian en Astrid om te roepen niet
inwilligen en dus ga ik zelf op zoek. Het gebeurt wel vaker dat randonneurs die
dezelfde route fietsen elkaar meerdere keren ontmoeten. De wind waait pesterig
uit noordelijke richtingen en vertraagt mijn tempo. Het is halfvijf als ik
neerstrijk op mijn volgend terrasje tegenover het Hôtel de Ville de Mézières
aan de Quai de la Porte Noire. De twee stadsdelen Mézières en Charleville
hebben zich lang geleden in de bochten van de Maas genesteld. Net als in Sedan
en in vele dorpen van de streek is het aantal inwoners ook in Charleville-Mézières
teruggelopen. Twintig jaar geleden waren ze met 10.000 meer dan de huidige
46.000 inwoners. Ook hier merk je dat we België naderen. De baksteen is opvallend
aanwezig in Charleville-Mézières met de Place Ducale als architecturaal
pareltje. In Sedan proefden we het noorden al in La Fête de la Bière. Wie tijd neemt om te wandelen, maakt zeker
kennis met Arthur Rimbaud. Zijn gedichten zijn op tal van muren uitgeschreven,
ook op de binnenplaats van het Hotel de
Paris vlakbij het station waar ik logeer. Op aanraden van de receptionist
eet ik bij de buren in La Locomotive
een salade van geitenkaas, honing, spek en een mix van groenten. Daarna trek ik
opnieuw de stad in. Vond ik het vroeger gênant aangesproken te worden door
straatenquêteurs of schooiers, wel nu niet meer, integendeel. Soms heb ik een
gezellige babbel met hen, maar niet deze keer. Een man vraagt of ik hem een
paar euro wil geven om eten te kopen. Ik ben wat wantrouwig, hij is beter
gekleed dan ik maar ik ben te nieuwsgierig naar zijn verhaal. Het is een
moeilijk gesprek en ik vermoed dat hij geestelijke gezondheidsproblemen heeft.
We stappen een buurtwinkeltje binnen en ik betaal zijn rekening. Verder kan ik
hem niet helpen zonder het risico te lopen mezelf in nesten te werken en
vertrek. Aan het Musée Arthur Rimbaud
neem ik de Passerelle du Mont Olympe
over de Maas en het Île du Vieux Moulin,
een eilandje in de Maas. Ik voel hoe vermoeid mijn benen zijn als ik de steile
heuvel opklim aan de overkant van de Maas. Pas ’s avonds leer ik de namen van de
brug en het eilandje kennen op Google Maps. En nog verder zoekend naar
informatie op internet ontdek ik dat over enkele dagen, op 7 juli om precies te
zijn, de Tour de France langskomt in
Sedan en Charleville-Mézières tijdens de zesde etappe van Binche naar Longwy,
een rit van 220 kilometer. Ik noteer het in mijn agenda en kijk er naar uit tijdens
de wielerwedstrijd de steden Sedan en Charleville-Mézières, en de Franse
Ardennen vanuit de helikopter op TV te zien.
|
l'Hôtel de Ville de Charleville-Mézières. |
|
Place Winston Churchill in Charleville-Mézières. |
|
La Place Ducale in Charleville-Mézières. |
|
La Place Ducale. |
|
Het Hotel de Paris. |
|
De binnenkoer van het Hotel de Paris met het gedicht Voyelles van Arthur Rimbaud. |
|
Het Musée Arthur Rimbaud aan de Maas. |
|
De Passerelle du Mont Olympe naast het Musée Arthur Rimbaud gaat over de Maas en het Île du Vieux Moulin. |
|
Her en der in de stad staan gedichten van Rimbaud op muren uitgeschreven. |
|
Het station van Charleville-Mézières. |
04/07/2022: Charleville-Mézières – Fumay – Haybes, (totaal: 785 km). Aan de ontbijttafel maak ik kennis met de Tsjech
Jan. Zijn vrienden kamperen terwijl hij op hotel logeert. Voor Jan is het de
laatste fietsdag. Hij moet vervroegd naar huis en fietst vandaag tot Dinant.
Bij mijn vertrek uit Charleville-Mézières loopt het bijna fout. Ik wil naar het
noordelijk gelegen Nouzonville en volg mijn kompas. Net op tijd bemerk ik het
bordje Nouzonville dat in de andere richting wijst. Ik ben eventjes in de war
tot ik er achter kom dat de Maas hier zodanig kronkelt dat ik eerst zuidwaarts
moet fietsen om na de lus noordwaarts te fietsen. Een paar verbindingskanalen
die twee grote lussen van de Maas afsnijden maken het nog complexer. De
fietsroute volgt de kanaalstukken. Het is allemaal veel duidelijker als je er
een gedetailleerde kaart bijneemt. Onderweg verandert het landschap drastisch.
Op sommige plaatsen stroomt de Maas tussen hoge steile rotswanden of beboste heuvels.
Bij Monthermé waar de Semois in de Maas uitmondt, steek ik de rivier over. Bij
Revin kronkelt de Maas tot meerdere bochten zoals in Charleville-Mézières. Een
ruim tweehonderd meter lange kanaaltunnel (Tunnel van Revin
- Wikipedia) snijdt één van de lussen af. De tunnel,
toegankelijk voor scheepvaart en fietsers is jammer genoeg wegens werken
gesloten. Ik heb intussen opnieuw het gezelschap van Astrid. Lilian rijdt
kilometers voorop. Ik heb trouwens ook de Tsjech Jan en zijn vrienden tijdens
hun picknick opnieuw ontmoet en was verwonderd dat Jan niet al weg was. Wat
later is hij in volle vaart gepasseerd want hij moet voor de avond Dinant
halen. Lilian wacht ons op in Fumay waar we boodschappen doen. De dames fietsen
vervolgens naar hun camping. Ik hang wat rond in Fumay. Het is best pittig
klimmen tot de kerk. Misschien had ik wat meer tijd moeten nemen om ook in andere
dorpen wat rond te fietsen. Fumay ligt bijna helemaal omsloten door de Maas die
niervormig om het dorp heen stroomt. Ik had mezelf de wijde lus rond het dorp
kunnen besparen en ter hoogte van het ‘nierbekken’ door het dorp rijden. Het
maakt niet uit, ik ben nog fit genoeg voor de laatste kilometers. Van zodra ik
in het volgende dorp Haybes de Maas verlaat, is het stevig klimmen tot aan mijn
hotel Robinson. Ik was mentaal
voorbereid. De hotelierster had me verwittigd toen ik reserveerde. Op het
terras zitten een tiental mensen. Ik kom in het gezelschap terecht van Joep,
Hein en Rob, drie gepensioneerde Nederlanders en net zoals de meeste andere gasten
ook fietsers. Aardig gezelschap, intelligent en belezen. Met een bewonderende
glimlach luister ik naar hun sportieve prestaties die net als hun professionele
carrière niet min zijn. Ik vind het interessant hoe ze met elkaar praten en
houd me wat afzijdig. Ik weet van alles wel iets maar ten gronde meepraten kan
ik niet. Alleen als het over het stikstofdossier gaat dat momenteel zowel in
Nederland als in Vlaanderen voor heel wat beroering zorgt, kan ik mijn
scheikundekennis inbrengen. De Duitse chemici Haber en Bosch die de
ammoniaksynthese ontwikkelden en de ingenieurs die de verbrandingsmotoren
ontwierpen, hebben ruim een eeuw lang de wereld veel welvaart gebracht en
zonder het te beseffen en te willen, hebben ze ons ook opgezadeld met het
stikstof- en klimaatprobleem. De agro-industrie strooit ammoniumnitraat en elk voertuig
met benzine- of dieselmotor produceert stikstofoxiden. De landbouwer streeft al
jaren naar optimaal gebruik van kunstmeststof en elke verantwoordelijke burger
streeft naar minimaal gebruik van de auto. De overheid heeft echter het
stikstofdossier steeds voor zich uitgeschoven. De manier waarop de overheid
onder druk van Europa nu snel een oplossing wil forceren is onaanvaardbaar. Ze
hadden met een langetermijnplanning de landbouwers een oplossing moeten bieden
in plaats van ze nu met kortzichtige maatregelen te beknotten. We hebben de
landbouw meer dan nodig. Nu ja, ik besef wel dat ik de problematiek sterk
simplificeer. Mijn tafelgenoten halen er al snel hun smartphone bij om één en
ander te verifiëren. Ze zijn hipper dan veel jongeren en heel behendig met
moderne technologie en allerlei applicaties op de smartphone. Ook culinair proberen
ze graag nieuwe dingen uit en proeven verschillende Belgische biertjes, voor,
tijdens en na het eten!
|
|
|
De Maas stroomt in de Franse Ardennen tussen steile heuvels. |
|
Monthermé ligt aan weerszijden van de Maas. |
|
De kerk van Fumay. |
|
Het indrukwekkende oorlogsmonument in Haybes. Het dorp werd tijdens WOI volledig verwoest door de Duitsers. Een deel van de bevolking werd vermoord. |
05/07/2022: Haybes –
Dinant – Namen, (totaal: 878 km). De tip van Rob heb ik onthouden en fiets na het
ontbijt een paar honderd meter verder tot het uitzichtpunt over Fumay (Point de
vue de Robinson). De huizen, de kerk, de auto’s, het hele dorp lijkt piepklein
en is in één oogopslag te zien. Ik voel me een wezen in een hogere dimensie dat
oppermachtig is over de wereld in de lagere dimensie zoals in Flatland, de roman uit 1884 van Edwin Abbott
Abbott, een schoolmeester en Anglicaans priester. Ik zou in een luchtballon nog
hoger willen stijgen tot ik het hele fietstraject van Metz tot Epinal en van de
Maasbronnen tot Namen kan zien. Ik heb beslist niet verder dan Namen te
fietsen. Ik ben vermoeid en wil thuis rusten vooraleer de tocht tot de monding
te starten. Nog een laatste keer kijk ik naar Fumay en daal vervolgens door
Haybes tot de Maas en zet koers richting België. Bij Ham-sur-Meuse maakt de
Maas een diepe zuidwaartse lus die afgesneden wordt door een kanaaltunnel (Tunnel
van Ham-sur-Meuse - Wikipedia). De tunnel is niet toegankelijk voor fietsers, die
de weg op moeten als ze de rivierbocht niet willen nemen. Ik neem de volledige
bocht. Aan de binnenkant van de lus ligt het dorp Chooz en haar kerncentrale (Kerncentrale
Chooz - Wikipedia). Givet, de laatste Franse gemeente vooraleer
België langs de Maas binnen te rijden, en zijn dominant fort Charlemont dat neerkijkt over de
Maasvallei behoorde tot 1699 tot de Zuidelijke Nederlanden en werd met het
Verdrag van Rijsel definitief aan koning Lodewijk XIV toegewezen. Vanaf Fumay -in
vogelvlucht amper 20 kilometer tot Givet- is Frankrijk een smalle strook van
hooguit 10 kilometer breed. Ik ben al een paar dagen in de buurt van de
Belgische grens. Ook de steden Sedan en Charleville-Mézières liggen in
vogelvlucht op amper 15 kilometer van de grens met België. Na Givet moet ik een
drukke weg op en omheen een industriegebied fietsen. Vanaf de Belgische grens
kan ik opnieuw het jaagpad langs de Maas op. In Hastière steek ik de Maas over
tot net voor Waulsort op rechteroever waar ik opnieuw de Maas over ga via een
barrage en het île de Waulsort. Alles
is goed bewegwijzerd. Daarna moet ik met tegenzin de N96 delen met het
autoverkeer tot Dinant. Vervolgens is het weer veiliger op het jaagpad met de
chique naam Avenue Colonel Cadoux tot Anhée. Nog 20 kilometer tot Namen.
Opnieuw moet ik af en toe het verkeer trotseren en bovendien begint de
tegenwind me zwaar te vallen. Ik ben dan ook opgelucht als ik in Namen aankom.
Na Givet viel de route me zwaar tegen. Ik heb een hekel aan auto- en vrachtverkeer.
Je voelt je nooit veilig en dat is niet prettig. Autobestuurders zouden hun
snelheid moeten minderen tot een aanvaardbaar niveau en op voldoende afstand blijven
als ze fietsers inhalen. Fietsers en voetgangers een gevoel van veiligheid
geven is een vorm van elementaire beleefdheid die weinig bestuurders kennen.
Zij voelen zich veilig in hun wagen en denken niet aan het beklemmende gevoel
dat fietsers en voetgangers hebben als ze voorbij gezoefd worden. In de stad
worden bestuurders door de toenemende verkeersdrukte en allerlei maatregelen
gedwongen trager te rijden. Veiliger maar dan weer ongezonder door de giftige
uitlaatgassen behalve in de autoluwe zones en voetgangerszones. Maar het wordt
beter, .... te traag misschien,
.... hoeveel slachtoffers nog? Veel tijd
om uitgebreid te eten heb ik niet. Een snelle hap bij Hawaian Poké Bowl aan de Avenue de la Gare lijkt me gezond eten.
Snel bediend, lekker en vegetarisch. Ik ben helemaal fan van de nieuwe trend in
de fastfood. Ik heb nog tijd om wat rond te fietsen, mijn lievelingsbezigheid
in elke stad en wat te mijmeren op de Passerelle l’Enjambée vooraleer de trein huiswaarts
te nemen.
|
Uitzicht over het dorp Fumay. |
|
De kerncentrale van Chooz aan de Maas. |
|
Givet.
|
|
Aan het Île de Waulsort, een eilandje in de Maas steekt de fietsroute langs een afdamming (barrage de Hastière) en een sluis de rivier over. |
|
Het is niet prettig fietsen met het aan te hoge snelheid voorbijrazende verkeer. |
|
Dinant aan de Maas. |
|
Dinant. |
|
Namen aan de Maas. |
Van Dinant naar Hoek van Holland.
|
Uit de fietsgids van Paul Benjaminse.
|
22/08/2022: Dinant – Château de Poilvache – Namen, (totaal: 33 km). Op 22 july 1790 meldt de Gazette van Gend dat “... Volgens
een Officiëel Bericht, door het Congres uytgegeven, heeft den Vyand het Kasteel
van Dinant t’genemael verlaeten. Den Generael-Major Koehler schryft uyt
Bouvigne van den 19. dezer, dat hy dien dag ’s middags 500 mannen over de
Riviere heeft doen trekken, om de Vyanden te verjaegen uyt een oud Kasteel,
genaemd Poilvache, van waer zy de vervoeringe onzer Levens-Middelen ontrustten.
Onze Troupen zyn overgetrokken en zy hebben de hoogde beklommen onder het vuur
des Vyands, zonder een scheute te geven tot dat zy binnen het bereyk waeren,
als wanneer zy vele Oostenrykers gedood en den Post om twee uren bezet hebben,
doch altyd strydende met de Vyanden, die verschansd waeren op eene andere
hoogde, beheerschende onzen genomen Post, en van waer zy met een Kanon op ons
hebben geschoten, maer zonder ons andere schaede toe te brengen, als het dooden
van eenen Man van het Regiment van West-Vlaenderen. .....”. Het
krantenartikel dat ik een paar weken geleden eerder toevallig las, is de reden
waarom ik mijn fietstocht in Dinant hervat en niet in Namen waar ik vorige
maand het eerste deel van de Maasroute heb beëindigd. Ik wil de kasteelruïne
Poilvache waarvan sprake in het artikel bezoeken. De ruïne ligt op de
rechteroever van de Maas tussen Dinant en Namen. Helemaal dezelfde tocht wordt
het dus niet want ik fietste vorige keer aan de overzijde van de Maas. De trein
komt om 14h in Dinant aan na een rit van tweeënhalf uur met overstappen in
Brussel-Zuid en Brussel-Luxembourg. Ik laat op de Place reine Astrid mijn fiets
en bagage achter en neem de trappen naar de honderd meter hoger gelegen
citadel. Heerlijk om de Maas, het grijze stadje en de groen beboste hellingen te
zien vanuit de hoogte. Ik kom met het kabelbaantje naar beneden en volg de N92
langs de Maasoever. Op een steenworp van Dinant ligt aan de overkant van de
Maas het dorpje Bouvignes-sur-Meuse aan de voet van een steile rots met de
kasteelruïne van Crèvecoeur (Kasteel
van Crèvecœur (Bouvignes-sur-Meuse) - Wikipedia). Vanuit het dorpje
berichtte generaal-majoor Koehler in juli 1790 over de strijd van zijn troepen
tegen de Oostenrijkers tijdens de Brabantse Omwenteling. Enkele kilometers
verderop trokken zijn troepen de Maas over en verdreven de vijandelijke
Oostenrijkers uit de kasteelruïne van Poilvache (Kasteel
Poilvache - Wikipedia). Vanuit het dorpje Houx loopt een pad door de
bossen naar de vesting Poilvache gelegen op een steile rots. Het uitzicht over
de Maasvallei en het eilandje Île de Houx is nog idyllischer dan het uitzicht
van op de citadel van Dinant. Ik blijf op rechteroever fietsen. De drukke
onveilige N92 en de N947 wisselen af met rustige dorpswegen en met
onverharde paden langs de Maas. In Jambes ga ik over de sluis naar linkeroever
en stel de GPS in naar de Avenue Baron Louis Huart 29. Er doet niemand open.
Pas na een telefoontje komt een man opdagen die me binnenlaat. Het is de
kunstgalerijhouder zelf die me naar mijn kamer brengt. De muren van de
trappenhal hangen vol met kunstwerkjes. Hij maakt me attent op een tekening van
Félicien Rops (1833-1898) (Félicien Rops -
Wikipedia) terwijl ik meer aandacht heb voor het
kleurrijke collagewerkje van de Amerikaanse popartkunstenaar James Rizzi
(1950-2011) (James Rizzi - Wikipedia). De badkamer moet
ik delen met een andere gast. Op de benedenverdieping ligt de
galerij er rommelig en ordeloos bij. Ze wordt heringericht voor een volgende
tentoonstelling (Gery Art Gallery |
Facebook.). Ik trek de stad in voor een Poké Bowl op de
Marché Saint-Remy en een wandeling door de uitgaanswijk rond de Place Marché
aux Légumes en de Place Maurice Servais.
|
Dinant aan de Maas gezien van op de citadel. |
|
Dinant aan de Maas gezien van op de citadel. |
|
De citadel van Dinant. |
|
De Maas en Île de Houx gezien van op de kasteelruïne Poilvache. |
|
Villa langs de Maas. |
|
Ontsnapt aan de verkeersdrukte van de N92. |
|
De citadel van Namen gezien van op de oever van de Samber. |
|
Werkje van popartkunstenaar James Rizzi. |
23/08/2022: Namen – Huy – Tihange – Seraing – Luik, (totaal: 112 km). Er is geen ontbijt voorzien. Gelukkig maar want
zo netjes is het niet bij Gery Art
Gallery ook al voel ik er mij goed, doch op een ander ben ik strenger op
properheid dan thuis. Ik haal boodschappen in de stad en ontbijt op de
Passerelle l’Enjambée. Een heerlijker ontbijt kan ik me niet voorstellen. De
passanten wensen me “bon appetit” en misschien zijn er onder hen die willen
meefietsen. Ik volg de RaVel langs de rechtermaasoever en kom langs de hydro-elektriciteitcentrale
van Andenne. Verderop ligt aan de overkant de Sucreries de Wanze (Sucreries de
Wanze — Wikipédia (wikipedia.org)). Na de elegant slanke brug Pont Père Pire
duiken de robuust natuurstenen spoorwegbrug en het Fort van Hoei (Citadelle de
Huy) op. (Fort van Hoei -
Wikipedia). Dit keer blijf ik beneden in het stadje en
zoek een terras. De cold and sparkling cola bij Coffee & Cycling aan de Place Saint-Séverin, werkt drogerend.
Het is warm vandaag en de voorspellingen voor de komende dagen zijn
beangstigend. Na nog een rondritje door het stadje kom ik al vrij snel voorbij
de kerncentrale van Tihange. Ik volg blindelings de RaVel en weet niet altijd
aan welke dorpen ik voorbij fiets. Er is steeds meer industriële activiteit
langs de Maasoever, doch de veiligheid van de goed bewegwijzerde RaVel komt
niet in het gedrang. Het wordt groezeliger, er duiken leegstaande verroeste
fabrieken op en de RaVel slaagt er niet in het onaantrekkelijke stadje Seraing
te ontwijken. Maar bij mooi weer heeft ook het lelijke iets aantrekkelijks
alleen de uitlaatgassen van brommers, diesels en auto’s went nooit. Ik kom de
stad binnengereden langs de Rue Ferrer (N90a) en blijf wat hangen rond de
Esplanade de l’Avenir, mijn plaats zoekend tussen vreemden. Ik moet het stellen
met een caféterrasje van rokers en vuile tafeltjes maar het colaflesje is hier
even fris en bruisend als in een vijfsterrenrestaurant. Ik ben er dolgelukkig
mee. Ik verlaat de stad langs de Rue Cockerill, over de Maas. De fietsbordjes
Liège leiden me door de chaos van straten en verkeer naar Angleur. Ook na
Seraing blijft het opletten en kan je niet wegdromen op je fiets. Het verkeer
houd je voortdurend bezig. De laatste kilometers, opnieuw langs de Maas, kan ik
bekomen van het avontuur. Na het inchecken, een douche en een verkwikkend kort
slaapje in Hotel Le Cigne d’Argent
heb ik er weer zin in. Ik heb snel een avondmaal op de kamer gegeten en breng
de warme avond vooral door langs de promenadeoevers aan de Maas.
|
Namen: de citadel, de Passerelle l'Enjambée, het Waals Parlement (Hospice Saint-Gilles) en l' Espace Confluence. |
|
Moulins de Beez, industriële architectuur langs de Maas. |
|
De citadel van Huy. |
|
De kerncentrale van Tihange. |
|
Place Kuborn in Seraing. |
24/08/2022: Luik – (veerpont Lanaye-Eijsden) – Eijsden
– (veerpont Eijsden-Lanaye) – Kanne – Sint-Pietersberg – Maastricht, (totaal: 168 km). De verleiding om te treuzelen vandaag is groot
want het wordt tot meer dan 30°C. Zelfs de korte rit tot Maastricht zal
dagvullend zijn. Het is bijna middag als ik boodschappen haal op de charmante
Boulevard Saucy in de wijk Outre-Meuse en de stad Luik met een allerlaatste
foto in beeld breng. Na enkele kilometers steek ik over naar linkeroever en
volg het Albertkanaal parallel aan de Maas. De smalle strook tussen het kanaal
en de Maas is industriezone tot de eerste brug over het kanaal. Ik fiets door
het dorpje Hermalle-sous-Argenteau dat tussen kanaal en rivier gekneld ligt.
Van de kanaaloever tot de rivieroever is het amper een kilometer. Ik blijf
tussen de twee waterlopen, eerst nog langs het Albertkanaal tot het
verbindingskanaaltje bij Haccourt me naar de Maasoever leidt. Een vage herinnering
aan Eijsden dwingt me op het veerpont naar de overkant van de Maas met in het
midden de Belgisch-Nederlandse grens. Maar een ritje door en een terrasje in
het Nederlandse Eijsden brengen niets in herinnering. Ik keer zonder
opheldering terug en zet mijn tocht verder tot de sluis van Lanaye waar het
Albertkanaal afscheid neemt van de Maas en zijn tocht alleen verder zet naar
Hasselt. Ik fiets, afwijkend van de Maasroute, nog een eindje langs het kanaal
tot Kanne, benieuwd of daar herinneringen te vinden zijn aan de
Vlaanderenfietsroute die ik in april 2003 fietste. Ontgoocheld ben ik niet. Het
zou een wonder zijn iets te herinneren van een nietszeggend dorpje waar ik
bijna twintig jaar geleden eenmalig ben doorgefietst. Terug bij de sluis van
Lanaye hervat ik de route langs de linkeroever van de Maas en fiets Nederland
binnen. Ik moet niet zelf op zoek gaan naar mergel. Net voorbij de ENCI-cementfabriek
(ENCI
- Wikipedia) trekt de Maasroute over de Sint-Pietersberg
langs het buitengoed Slavante (Slavante
- Wikipedia), de grotten van Zonneberg (Gangenstelsel
Zonneberg - Wikipedia), de voormalige ENCI-mergelgroeve en het Fort
Sint-Pieter (Fort Sint Pieter
- Wikipedia). Er is evenveel ondergronds als bovengronds te
zien. Ik had op deze bloedhete dag de koele mergelgrotten van Zonneberg willen
bezoeken, doch die waren helaas gesloten. Maar zelfs zonder grottenbezoek voelt
de tijd te kort om weg te dromen bij het uitzicht over de Maas van op het Slavanteterras,
of bij het uitzicht over de ENCI-groeven of bij het uitzicht over de stad
Maastricht van bij het Fort Sint-Pieter. Ik heb tijd te kort om van al dat moois
te genieten. Als God bestaat en de schepper is van tijd, dan heeft hij een fout
begaan. De tijd als we ons amuseren en genieten gaat te snel en te traag als we
ongelukkig zijn. Had hij ons niet gelukkiger gemaakt met een tegenovergesteld
tijdsgevoel ? Tijd is relatief weten we van Albert Einstein. Één van zijn
citaten prijkt aan de ingang van de ENCI-mergelgroeve: “De tijd bestaat alleen
maar omdat anders alles tegelijk zou gebeuren.” Ik hol de Sint-Pietersberg naar
beneden, dwars door het stadscentrum van Maastricht naar de Grote Gracht en
sleur mijn bagage de trappen op, drie verdiepingen hoog tot het zolderkamertje van
Boutique Hotel Grote Gracht, een oud
sjiek hotel maar zonder lift! Ik denk twee keer na vooraleer ik naar beneden ga
en check of ik alles meeheb. Hoe meer energie en tijd iets kost, hoe
efficiënter je er mee omgaat. Wie thuis met de hand afwast, maakt minder vuil
dan wie een vaatwasmachine gebruikt. Ik logeer vlakbij de Markt met het
stadhuis en bij Vrijthof met de Basiliek van Sint-Servaas en de Sint-Janskerk. Het
Poké Bowl fastfoodrestaurant op de
Markt stemt mijn maag tevreden. Ik trek verder de stad door naar de
Maaspromenade tussen de Wilhelminabrug en de Sint-Servaasbrug, de oudste brug
van Nederland. Maastricht is een levendige stad met wel duizend terrassen en
ontelbare straatkasseien. De luidruchtige stinkende brommers wennen nooit en
nergens. Hoe lang tolereert de overheid ze nog? Er zijn nochtans voldoende
alternatieven. Aan de overkant van de Maas bij het station klinkt jaren 80
dansmuziek uit een openstaand raam op de eerste verdieping. Het is nog zeer
warm en het donkert. Ik ben moe gewandeld en ga zitten. Twee zwarten komen op
dezelfde bank zitten. Ik overweeg hen aan te spreken, verkies dan toch de rust
van het zwijgen en wanneer één van hen toevallig in mijn richting kijkt, spreek
ik hem dan toch aan. Ze spreken slechts gebrekkig Engels, geen Nederlands. Het
kost me ontzettend veel moeite hen te verstaan. Ik denk begrepen te hebben dat
ze Eritreeërs zijn, recent aangekomen in Nederland, de ene moslim, de andere
katholiek. Ik heb dorst en bied hen iets te drinken aan. Meer gebaren dan
woorden. De katholiek wil tabak, de moslim water. We gaan naar de SPAR waar ik
tabak en drank koop. Terug op het bankje neem ik af en toe een slokje. De
katholiek rolt zijn sigaretje en rookt terwijl de andere op zijn smartphone
tokkelt. We zwijgen tevreden. Woorden zijn te moeilijk geworden en vinden hun
weg niet meer. We zitten op dezelfde bank maar niet in dezelfde situatie. Ik
ben hier voor mijn plezier, zij niet. Ik denk aan een rijke die voor 1.000 euro
aandelen koopt en ze later met 100 euro winst verkoopt en een arme die 20 euro
steelt uit noodzaak. Geen van beiden hebben voor hun geld gewerkt en toch beoordeelt
het systeem de rijke als eerlijk en de arme als dief. Ik heb heel veel geluk in
Europa geboren te zijn en hoop dat de twee Eritreeërs ooit ook hier hun geluk vinden.
|
L'Institut Archéologique Liégeois gezien van op de Quai Sainte-Barbe. |
|
Eijsden aan de Maas. |
|
De Sint-Servaasbrug gezien van op de Wilhelminabrug in Maastricht. |
|
Het pleintje Het Bat aan de Maas in Maastricht. |
25/08/2022: Maastricht – (veerpont Berg-Meeswijk) –
Maaseik – Thorn – Wessem,
(totaal: 232 km). De enige functie van de ober bij het ontbijt is
vragen of ik een roerei wil, met of zonder spek en wat later of alles naar wens
is. Hij is wel het mooiste decoratief stuk van de ontbijtzaal. Ik sla hem de
hele tijd gade, hoe hij van tafel naar tafel gaat en vermoedelijk aan de andere
gasten dezelfde vragen stelt. Niet bepaald een droomjob maar hij maakt mijn
ontbijt tot een topontbijt. Een stad verlaten zonder afscheidsritje door het
centrum kan ik niet. Na al die jaren fietsen is het een traditie geworden. Op
de Markt is het druk aan het viskraam. Zittend op de sokkel van het standbeeld
van Jan Pieter Minckeleers (Jan
Pieter Minckelers - Wikipedia), laat ik een paar
maatjes naar binnen glijden. Ik verlaat de stad langs de achterzijde van het
station en kom voorbij de fabrieken De
Koninklijke Mosa (Koninklijke Mosa
- Wikipedia). Vandaag worden hier keramische tegels
gefabriceerd. Het succesverhaal begon met de porseleinfabriek opgericht in 1883 door de familie Regout. Hier werd het
servies van mijn grootouders langs moederszijde ontworpen en gebakken. Op de
achterzijde van grootmoeders borden staat een sfinx afgebeeld met de tekst Petrus Regout & Co - Maastricht -
Medaillon - made in Holland. Bizar dat hoe ouder het servies wordt, hoe
waardevoller het wordt, althans voor mij. Net ten noorden van Maastricht begint
het Julianakanaal (Julianakanaal -
Wikipedia) als aftakking van de Maas. Ik steek via een
brug het kanaal over, blijf tussen Maas en kanaal, fiets door het dorp
Borgharen, langs het gelijknamige kasteel (Kasteel
Borgharen - Wikipedia), door het dorp Itteren en langs de
kasteelhoeve Hartelstein (Kasteelhoeve
Hartelstein - Wikipedia). Ik ga opnieuw het kanaal over, fiets langs
Bunde en Brommelen en tenslotte steek ik het Julianakanaal een derde en laatste
keer over bij Geulle. Het Julianakanaal is 36 kilometer lang en eindigt
noordelijker bij Maasbracht in de Maas. Tussen Maastricht en Maasbracht vormt
de Maas de Nederlands-Belgische grens. Na Geulle blijf ik tussen de Maas en het
kanaal tot het veerpont over de Maas bij Berg en kom zo opnieuw in België
terecht. Het is klokslag 17h als ik op de Markt van Maaseik bij het standbeeld
van de gebroeders Van Eyck sta, in
vogelvlucht amper dertig kilometer van Maastricht. Mijn kilometerdagteller
staat op zowat de helft meer, wat best mogelijk is na de rit langs en door de Maasdorpen.
Op het terras van brasserie Pannekoekenbakkerij
in de lommerte van de dubbele bomenrij die het marktplein omringd, giet ik met
onweerstaanbare goesting de koud bruisende cola naar binnen. De bloedhete dag
met temperaturen tot 33°C weegt op mij en de beetje verkoelende tegenwind
verandert daar niet veel aan. Het lijkt al een eeuwigheid geleden dat ik een terrasje
gedaan heb als ik neerstrijk bij café De
Witte Börstel in Meers. Ik ben
niet uitgedroogd of uitgeput, dat helemaal niet want ik doe het rustig aan met
veel schaduw- en drinkpauzes ook al is het met mineralen verrijkte water in
mijn fietstas lauw geworden. Ik fiets op souplesse en streef ernaar nooit het
gevoel te hebben een inspanning te doen. Tja, ik heb de voorbije jaren geleerd
efficiënt lui te zijn en alle energie maximaal te benutten. Ik picknick in het stadje
Thorn (Thorn
(Limburg) - Wikipedia) net over de grens in Nederland. Thorn ligt zoals
Kanne en Maaseik op de Vlaanderenfietsroute die ik bijna twintig jaar geleden
fietste en misschien nog een keer opnieuw moet fietsen om de route levend in
herinnering te brengen. In het Thornse stadscentrum met witte huizen en met
Maaskeien geplaveide straten mogen geen auto’s parkeren. Dat maakt het stadje
nog mooier en plezieriger om foto’s te nemen. Het is misschien een idee om ook
in andere steden en dorpen de omgeving van monumenten autovrij te maken. Nog
plezieriger is om autovrij naar Thorn te komen want schoonheid ontdek je ten
volle na enkele sportieve uren wandelen of fietsen. Mijn gastgezin van Vrienden op de Fiets is verwittigd dat
ik wat later zal komen. Dat geeft me de gelegenheid wat langer in het stadje te
blijven en ook op weg naar Wessem nog wat uit te rusten op een bankje nabij de
Maasplas De Grote Hegge. (Maasplassen
- Wikipedia) "De Maasplassen zijn ontstaan door grindwinning.
Voor de wereldoorlog was de Maas hier het enige water", legt Jacky me wat later
uit als ik samen met haar en haar man Jos gezellig in hun tuin zit. Hun dorp
Wessem is voor driekwart omringd door Maasplassen.
|
Het servies van mijn grootouders Hubert Lampaert en Maria-Clara De Medts, ontworpen en gebakken in het bedrijf van de familie Regout in Maastricht. |
|
Het kasteel Borgharen. Bij de restauratie worden o.a. mergelstenen gebruikt. |
|
De kasteelhoeve Hartelstein. |
|
Grindwinning in de Maasvallei. |
|
Het veerpont tussen Berg en Meeswijk. |
|
De gebroeders Van Eyck op de Markt in Maaseik. |
|
De jachthaven van Kinrooi. |
|
Het stadje Thorn. |
|
De Maasplas de Grote Hegge.
|
26/08/2022: Wessem – Roermond – (veerpont
Beesel-Kessel) – Baarlo – (veerpont Baarlo-Steyl) – Venlo – Arcen, (totaal: 315 km). Precies om 7h word ik gewekt door de twee kippen
des huizes en het klokkengeluid van de kerk. Bij het ontbijt krijg ik haarfijn
het gedrag van de kippen uitgelegd. Jacky speelt met taal en vertelt met passie
over hun kinderen en haar werk als begeleidster van vrouwen die voor het eerst
mama geworden zijn. Ik hoor haar graag bezig en haar woorden blijven me lang
bij. Tegen de middag ben ik in Roermond waar opvallend veel Duitsers zijn. Niet
verwonderlijk, de stad ligt op een zestal kilometer van de Duitse grens en een
tiental van de Belgische. Ik heb eerder zin in een hapje met soep dan in een
ijskoud drankje en zoek een terrasje op de Markt. De hittedagen zijn voorbij.
Het is zelfs bewolkt, een pak aangenamer om te fietsen. Helaas, een goed voelbare
tegenwind, harder dan de voorbije dagen, maakt het me knap lastig. Na de
laatste Maasplassen rond Asselt en net voor Beesel siert De Grauwe Beer het landschap langs de Maas. (De
Grauwe Beer - Wikipedia). De achtkantige houten windmolen werd in 1614
gebouwd als houtzaagmolen in Zaandam. In 1891 werd hij verscheept naar de
kleine Solberg in Beesel en deed tot de jaren 60 dienst als korenmolen. In 1982
verhuisde hij naar de oever van de Maas en in 2014 werd hij 60 meter
landinwaarts op een hogere plek geplaatst om niet langer onder te lopen bij
elke overstroming van de Maas. In Beesel loopt het fout voor mij. Er zijn
werkzaamheden in het dorp en de fietsbordjes zetten me vast in een lus. Ik
geraak er niet wijs uit en moet iemand aanklampen om me op de juiste weg te
zetten. De man fietst met me mee tot aan het veer naar Kessel. Oudere mensen
zijn de beste gidsen. Ze kennen de streek, vertellen leuke weetjes en tips,
hebben tijd voor een babbel en waarderen je gezelschap. Baarlo telt naast vier
kastelen en een watermolen tal van andere rijksmonumenten. Ik ben niet op zoek
gegaan naar de kastelen. De watermolen in het dorpscentrum aan de rand van
kasteelpark d’Erp ligt langs de Maasroute op mijn pad. Bij het veer van Baarlo
naar Steyl moet ik opnieuw mijn regenjas aantrekken. Na Kessel was het de
wolken gelukt een weinig te wateren. Ze zijn het blijkbaar verleerd terwijl
iedereen en alles smeekt om nattigheid, zelfs de daken om zich een keer te kunnen
ontstoffen. Fauna en flora lijden onder de droogte. Ik vrees dat vele recent
aangeplante bomen het niet zullen overleven. Het kwakkelweertje is een reden om
een overdekt terrasje te zoeken in Venlo, eerder dan een rondritje door de
stad. Daarna hoef ik mij geen zorgen meer te maken over het weer. Het wolkendek
wordt dunner en laat hier en daar wat zonnestralen door. Sinds Roermond loopt
de grens met Duitsland min of meer parallel met en ten oosten van de Maas en
dit blijft zo tot de Maas bij Cuyck, onder Nijmegen naar het westen afbuigt. Ik
blijf op rechteroever en fiets tot het noordelijker gelegen Arcen. Onderweg kom
ik langs het landbouwbedrijf van Mark en Ineke in Schandelo. Aan de automaat
staan nog een paar fietsers om verse melk en yoghurt te kopen. De
chocoladepudding smaakt heerlijk. Je kan met het bedrijf en hun visie kennis
maken op www.zuivelvannu.nl. De laatste kilometers
fiets ik door de bossen van het Landgoed Arcen (Landgoed
Arcen - Wikipedia). Aan de rand wonen Vrienden op de Fiets. Heerlijk is het om te mogen overnachten in de
sous-sol van het huis van Martijn. Hij neemt me meteen mee in zijn gesprek,
biedt thee aan en al snel kom ik erachter dat Martijn helemaal geen fietser is.
Vanavond gaat hij met de lokale natuurvereniging nachtvlinders bestuderen. Het
schemert als ik tot het centrum van Arcen wandel en in het donker aan de Maas
nog wat namijmer.
|
Het Kloosterwandplein in Roermond. |
|
Het stadhuis van Venlo aan de Markt. |
|
Het landbouwbedrijf met automaat in Schandelo. |
|
Het landbouwbedrijf in Schandelo. |
|
Het landgoed Arcen. |
|
Sleutel bij Vrienden op de Fiets. |
27/08/2022: Arcen – (veerpont Arcen-Broekhuizen) –
(veerpont Blitterswijck-Wellerlooi) – (veerpont Bergen-Vierlingsbeek) – Gennep, (totaal: 367 km). Ik heb ontzettend veel
vrienden in Nederland, allemaal Vrienden
op de Fiets, maar ditmaal lijkt het of ze me in de steek laten. Wel zeker
tien van hen heb ik gebeld. De ene heeft al gasten, een ander is ermee gestopt,
een volgende is met vakantie of neemt de telefoon niet op, nog een ander moet
werken die dag, ...... Telkens “Sorry”. Pfffff ......., zijn me dat vrienden
zeg! Uiteindelijk, vind ik Vrienden op de
Fiets in Oss die morgenavond een bed voor me willen opmaken. Oef, ik kan
eindelijk vertrekken en de sous-sol verlaten die ik helemaal voor mij alleen
had. Ik begin niet meteen aan mijn fietstocht, doch ga wandelen in de
kasteeltuinen van Arcen (Natuurlijk
genieten in Kasteeltuinen Arcen). Ik ben buitengewoon verrast door de grootse pracht rond het
zeventiende eeuwse kasteel met onder andere het rosarium met meer dan honderd
rozensoorten, de Acertuin met een wonderschone collectie Japanse esdoorns, de
Italiaanse tuin met Toscaans paviljoentje en fraaie terracottapotten, het
bamboebos met voortdurend ritselende bladeren, de Oosterse watertuin met het
Thaise vissershuis en de in bonsaivorm gesnoeide bomen, de water- en
beeldentuin met zeven vijvers en de 3.200 m² serre vol met (sub)tropische
planten. Het is middag als ik de tuinen en Arcen verlaat en enkele kilometers
verderop het veerpont naar Broekhuizen neem. Een paar dorpen verder vaar ik met
het veer van Blitterswijck naar rechteroever waar het Nationaal Park de Maasduinen ligt. (Welkom
in De Maasduinen - Nationaal Park De Maasduinen (natuurparkenlimburg.nl)). Tussen de Maas en de Duitse grens strekt zich de
langste rivierduinengordel van Nederland uit met in het zuiden Arcen en in het
noorden Gennep. Het is jammer dat de Maasroute de Maasduinen niet verkent. Dan
maar zelf een ritje uitstippelen met de fietsknooppunten: 63, 30, 29, 37, 79,
31, 80, 68 en 89. Zo ontdek ik het Reindersmeer, een stuk heide en zandduinen.
Het was best mogelijk om op rechteroever te blijven en naar Gennep te fietsen.
Ik kies ervoor om opnieuw de Maasroute te volgen en met het veerpont over te
steken van Bergen naar Vierlingsbeek op linkeroever. De route komt voorbij het
Sluis- en stuwcomplex van Sambeek, langs de dorpen Boxmeer en Beugen en
tenslotte opnieuw de Maas over naar Gennep op rechteroever. Deze keer niet met
een pontje maar via een vakwerkbrug van ruim driehonderd meter lang. (Maasbrug
bij Gennep - Wikipedia).
De brug was oorspronkelijk als spoorwegbrug gebouwd. De stoomlocomotief DB94
aan de Brabantweg herinnert nog aan het Duits
Lijntje zoals de spoorlijn tussen het Nederlandse Boxel en het Duitse Wesel
genoemd werd. Ik heb vandaag de Maas niet zo heel veel gezien en dat was de
voorbije dagen niet anders. Nederland geeft de Maas de vrijheid om zelf haar
weg te banen door de uiterwaarden die als natuurgebied zijn ingericht.
Bewoning, dijken, wegen en fietspaden worden op afstand gehouden om de rivier voldoende
overstromingsruimte te bieden. Toen ik mijn fietstocht in het brongebied van de
Maas startte, zag ik de Maas ook slechts sporadisch. Ik fietste van dorp naar
dorp door het heuvelend landschap en kruiste hier en daar de Maas via
bruggetjes die geleidelijk langer worden naarmate de rivier breder wordt. Vanaf
Troussey, ten zuidoosten van het stadje Commercy zijn bevaarbare stukken van de
Maas gekanaliseerd en worden bochtige stukken ingekort door het Canal de la
Meuse (Canal de l’Est Branche Nord). Wanneer de Maas tussen de hoge rotswanden
van de Franse Ardennen duikt, is een kanaal aan haar zijde niet meer mogelijk
en is de rivier zelf gekanaliseerd. Ook in België is de Maas door de hoge rotswanden
in een korset gedwongen. Door het hele gebied van de Ardennen, beginnend voor
Sedan in Frankrijk tot voorbij Luik in België fiets je nagenoeg altijd langs de
oevers van de Maas en heb je de rivier constant in het zicht.
Zodra ik in Gennep over de Maas
aan de rotonde kom, vallen de drie grote ooievaars op. Ze staan er nog geen
jaar, weet mijn gastvrouw Leni te vertellen en het kunstwerk heeft alles te
maken met de bewoners op het stadhuis. Ze moedigt me aan nog even te genieten
van het muziekfestival van de Molukse gemeenschap op de Markt in Gennep. Op het
terras van pizzeria Eufraat, kom ik alles
te weten over de ooievaars. Momenteel zijn ze niet thuis en is hun nest leeg.
Er wonen al meer dan twintig jaar ooievaars boven op het stadhuis. Dit jaar
woont er een Nederlands-Frans koppel. Ze hadden vier jongen die helaas net als
vorig jaar allemaal gestorven zijn. De vader is hier acht jaar geleden op
hetzelfde nest geboren en is samen met een Française. Op internet wordt de dood
van de kuikens bevestigd. (Ooievaarskuikens
overleden - GennepNews) (Ooievaarsdrama:
kuikens dood door kou en regen - 1Limburg).
|
Het kasteel en de kasteeltuinen van Arcen. |
|
De kasteeltuinen van Arcen. |
|
De kasteeltuinen van Arcen. |
|
De kasteeltuinen van Arcen. |
|
Brouwerij Hertog Jan aan de Kruisweg in Arcen. |
|
Het veerpont van Blitterswijck naar de Maasduinen op rechteroever. |
|
Het Nationaal Park de Maasduinen. |
|
Het Nationaal Park de Maasduinen. |
Bergen.
|
Het ooievaarskunstwerk aan de rotonde van de Brabantweg en de Weverstraat in Gennep. |
|
De stoomlocomotief DB94 aan de Brabantweg in Gennep. |
28/08/2022: Gennep – (veerpont Middelaar-Cuijk) –
Grave – Keent – Ravenstein – Demen – Macharen – Oss, (totaal: 433 km). Ik heb goed geslapen in het
kleine kamertje. Toen ik twee dagen geleden belde om een kamer te reserveren
twijfelde mijn gastvrouw mij te ontvangen en vroeg of ik het erg zou vinden in
een klein kamertje te moeten slapen? Ik wist niet goed wat ik er mij moest bij
voorstellen en vroeg of ik met mijn voeten door het raam zou moeten slapen? Ze
moest erom lachen en ik verzekerde haar dat ik niets meer dan een bed nodig had
en dat de kamergrootte er niet toe deed. Zo een klein kamertje heeft wel iets
charmant en alles blijft binnen handbereik. Marion, de andere gaste aan de
ontbijttafel loopt het Pieterpad. (Pieterpad officiële website).
Het wandelpad bestaat veertig jaar en voert je van Pieterburen aan de
Waddenkust vijfhonderd kilometer zuidwaarts naar de Sint-Pietersberg bij
Maastricht. Leni fietst liever, vrij veel zelfs en gaat zelf ook logeren bij Vrienden op de Fiets. Ze is verbaasd als
ik zeg dat er geen Vrienden op de Fiets
te vinden zijn in ’s Hertogenbosch tot ze eraan denkt te zoeken in de
logeergids onder de naam Den Bosch.
En jawel, we hebben een twintigtal fietsvrienden in ’s Hertogenbosch of kortweg
Den Bosch. Den Bosch ligt op slechts 55 kilometer van Gennep maar ik ga er pas
morgenavond heen.
Net ten noorden van
Gennep aan de monding van de Niers in de Maas liggen de ruïnes van de burcht Genneper Huys. Het ruïneheuveltje biedt
een mooi uitzicht over de omgeving. De zon is opnieuw van de partij. Ik zoek
mijn zonnecrème die ik een paar dagen niet hoefde te gebruiken. Van op
rechteroever kijkend naar het dorp Cuijk lijkt de Sint-Martinuskerk drie torens
te hebben en buitenproportioneel groot te zijn. De rechtse toren, nu het museum
Ceuclum behoorde tot de voorgaande kerk
die in 1915 gesloopt werd. Het veerpont brengt me naar de overkant waar ik de
Maasroute vervolg langs de Kraaijenbergse
Plassen die ontstaan zijn door zand- en grindwinning en nu ingericht zijn
als natuur- en recreatiegebied. (Kraaijenbergse
Plassen - Wikipedia). Tussen Grave en Ravenstein lijkt het of ik
door savannegebied fiets. Het landschap van het buurtschap Keent heeft door de
aanhoudende droogte zijn groene tinten ingewisseld voor verdorde bruine
schakeringen. Ik ben blij net op tijd de schoonheid gezien te hebben, gestopt
te zijn en te gaan zitten voor een drankje en een fruitslaatje. In de verte
lopen wilde runderen. Rondom is nergens bebouwing te zien. De zeldzaamheid van
een onbebouwd landschap maakt het alleen maar schoner. Ik fiets over de
Keentseweg richting Overlangel. Net voor het afwateringskanaaltje zonder naam
staat een man in het landschap naar de grond te staren. Ik fiets voorbij, keer
dan toch om en vraag hem of er iets te zien is. Ik krijg een bijzonder boeiend
verhaal te horen over de stierenkuil die hij onderzoekt, hoe de kuil is
ontstaan en groeit, hoe allerlei insecten waaronder wespen en bijen hun nesten
maken in de wanden van de stierenkuil. Bijwijlen onderbreekt hij zijn verhaal
om me te wijzen op wat er gaande is. Het is alsof hij me een roman vertelt en
de gebeurtenissen in deze kleine microkosmos wereldnieuws zijn. Aan het
pittoreske vestingstadje Ravenstein verderop heb ik weinig aandacht besteed. Ik
merk pas op het terrasje bij Bistro Tante
Es in Demen op de Maasdijk dat Ravenstein toch wel een wandeling waard was.
De lijst Ravensteinse rijksmonumenten op internet is indrukwekkend. Na Keent
loopt de Maasroute voornamelijk over dijken met rechts uiterwaarden en de
rivier. Voorbij Megen aan de Maas, vertrekt het Burgemeester Delenkanaal dat
langs Macharen tot Oss loopt. Ik blijf liever wat langer buiten en picknick in
Macharen langs het kanaal waar ik ook de Maasroute verlaat en zuidwaarts naar
Oss fiets. Het is avond als ik bij mijn gastgezin aankom en verwelkomd word met
thee en koekjes.
|
Het stadhuis van Gennep aan de Markt. |
|
De monding van de Niers in de Maas gezien van op de ruïne van het Genneper Huys. |
|
Cuijk gezien van de overkant van de Maas. |
|
Het natuurgebied in de buurtschap Keent. |
|
Een boerderij langs de Maasdijk. |
|
De Sint-Laurentiuskerk op de Maasdijk in Dieden. |
29/08/2022: Oss –Macharen – (veerpont Maren-Alem) –
Den Bosch, (totaal: 488
km). Aan de ontbijttafel blijk ik de enige te zijn
die deze ochtend om 06:37 wakker werd door een noodsignaal op mijn smartphone
met de melding: “Brand met veel rook en geurhinder in Schaijk. Blijf uit de
rook! Sluit ramen en deuren. Zet ventilatie uit. Deze overlast wordt voor de
komende 12 uur verwacht.” Ik dacht aan een zware brand in een chemiebedrijf of
iets dergelijks. De gastvrouw, haar man en de andere gasten, een fietskoppel
waren door mijn bericht compleet verrast. Hoe kon dit? Ik werd gewaarschuwd
door NL-Alert en zij niet. Het lokale nieuws meldt een hooibrand in Schaijk.
Hinder kon men in Oss niet hebben want de wind waaide de rook de andere kant
op. Associaties brengen ons van gevaarlijke rook naar milieuschadelijke stoffen
en vervolgens naar gezonde voeding om te eindigen bij een sportieve
levensstijl. En dan weer de fiets op voor een volgend dagje rondtoeren. Ik ben
dan toch nieuwsgierig naar het centrum van de stad ook al had mijn gastvrouw
gezegd dat het niets bijzonders is. Sierlijke architectuur en oude
aantrekkelijke gebouwen zijn er nauwelijks, functioneel koude stijl des te
meer. Er zijn echter heel wat winkels, café’s, restaurants, een station en
groene buurten voor de zestigduizend Ossenaars. Ik ontdek het allemaal tijdens
mijn zoektocht naar de Albert Heijn
om een heuse dagpicknick bij elkaar te sprokkelen. Het is feestelijker te
picknicken in de natuur dan op restaurant te gaan. Bovendien kan ik dan meer
gespreid over de dag eten en moet ik niet met een overvolle maag fietsen. Het
is bijna middag als ik in Macharen terug aansluit op de Maasroute. Het
zijsprongetje naar Oss was een verrijking. Als ik nauwgezet op de Maasroute zou
blijven dan kom ik enkel langs toeristische plaatsen en nestelt zich in mijn hoofd
een fout beeld van Nederland. Misschien wil ik dan niet meer naar Vlaanderen terugkeren.
Bij Macharen gaat de dijkentocht verder: op de Megensedijk, de Kasteeldijk en
langs het Kasteel van Oijen. Ergens tussen Oijen en Lithoijen, langs de Oijense
Bovendijk, ter hoogte van de Vlierstraat wacht van op een ijzeren uitkijktoren
een weids uitzicht over de Hemelrijkse
Waard en de Maas. Aan de overkant van de Maas ligt de provincie Gelderland.
Soms picknick ik niet van honger maar omdat ik op een unieke plek ben. Ik haal eten
en drank uit mijn fietstassen en klim opnieuw de toren op. De weidse natuur
inspireert tot sprankelende ideeën. Ze groeien met de natuur mee en rijpen
tijdens het fietsen in de zon, zo anders zijn ze dan opgesloten kamergedachten.
Het is heerlijk dagdromend te kijken over de uiterwaarden van de Maas, de kaart
te bestuderen en de watercomplexiteit van Nederland te doorgronden. Na
Lithoijen en Lith komen Kessel en Maren waar Maas en Waal elkaar bijna raken.
Dat zie ik enkel op de kaart en niet onderweg. Na Maren neem ik het veer naar
Alem in Gelderland. Nog twee dorpen verder, Kerkdriel en Hedel, verlaat ik
alweer Gelderland, steek de Maas over en zet koers naar s’Hertogenbosch, de
hoofdstad van de provincie Noord-Brabant. Mijn allereerste kennismaking met Den
Bosch is bijzonder. Mijn gastvrouw lijkt verrast dat ze vanavond een Vriend op de Fiets heeft, ofwel geeft ze
ongewild die indruk. De fiets mag achteraan op het koertje. Ze leidt me naar
een grote kamer op de eerste verdieping. De kamer staat vol met boeken, oude
spullen, een tafel ingericht als bureau en twee eenvoudige nog onopgemaakte
bedden. Één bed maakt ze meteen op. Een wesp zoemt zenuwachtig tegen het raam
aan. Ze opent het raam en terwijl ze de wesp omzichtig naar buiten drijft,
bemerk ik aan de overkant van de laan de citadelmuren met omwalling. Mijn
gastvrouw neemt me mee door de gang naar de achterkant van het huis en opent
een deur. Ik schrik van het drukke gezoem in de badkamer waarop ze laconiek
zegt dat ze niet weet hoe die beestjes hier zijn binnengeraakt. Ik zie dat het
gaas van het bovenraampje kapot is. Waarschijnlijk bevindt er zich een
wespennest in de buurt aan de dakgoot. “Ze doen niets als je ze met rust
laat.”, adviseert ze en beëindigt hiermee de rondleiding. Ze gaat de trap af en
vraagt geen bad te nemen maar een korte douche. Zonder het erover te hebben
weet ik dat we iets gemeenschappelijk hebben. We zijn zuinig met energie en water,
en gebruiken spullen tot ze versleten zijn. Iets nieuw in haar huis is nergens
te bespeuren. Dat vind ik fijn. Niets nieuw, alles heeft geschiedenis, hier
achtergelaten als herinnering en een verhaal vertellend aan de gasten. Met minimum
vijftien zijn ze. Het is niet gemakkelijk rondzoemende wespen tellen. Zodra het
water uit de douchekop stroomt, voel ik me echt niet op mijn gemak. Als ik ze
met rust laat, doen ze niets, zei mijn gastvrouw, maar wat ga ik doen als zij
mij niet met rust laten? Mijn gastvrouw, Karin is haar naam, had gesuggereerd
dat ze, net als ik ’s avonds wel eens door de stad wandelt. Ze stapt snel. Ik
moet haar intomen en nodig haar uit voor een terrasje. De keuze laat ik aan
haar en we landen in een hoekje van de Markt tegenover De Moriaan, het oudste
bakstenen huis van Den Bosch.
|
De uitkijktoren langs de Oijense Bovendijk. |
|
De Hemelrijkse Waard. |
|
Het Prinses Maxima-sluizencomplex op de Maas bij Lithoijen. |
|
Fietsbewegwijzering aan de Molenweg tussen Lithoijen en Lith. |
|
Maasuiterwaarden langs de Kesselse of Marense Dijk. |
|
De Protestantse kerk op de hoek van de Kerkstraat en de Teisterbandstraat in Kerkdriel. |
|
De huisjes aan de dijk Hintham en het steegje Jeneverdammetje in Kerkdriel. |
|
De brug Treurenburg over de Maas van Hedel op weg naar Den Bosch. Op de achtergrond ligt de spoorwegbrug. |
30/08/2022: Den Bosch – Heusden – (veerpont
Herpt-Bern) – (veerpont Nederhemert) – Slot Loevestein - (gesloten veerpont
Loevestein-Woudrichem) – Rijswijk, (totaal: 551 km). “Als je na een kleine boodschap de WC kort
doorspoelt door de knop meteen weer terug te duwen, zachtjes, bespaar je
kostbaar schoon water, iets waar velen op de wereld erg om verlegen zitten.”
Het handgeschreven briefje hangt samen met een paar kleine krantenknipsels over
droogte en klimaat naast de toiletrolhanger. Karin heeft gelijk. Thuis leeg ik
mijn pisbokaal na een grote boodschap waarna alles in één keer wordt
doorgespoeld. Gemiddeld twee spoelbeurten per dag in plaats van vijf of zes
vroeger. Één iemand maakt niet het verschil, maar stel je voor dat tientallen
miljoenen mensen hun consumptiegedrag ecologiseren. Het hele huis spreekt over
wie Karin is, meer dan Karin zelf. Haar huis vertelt alles over haar. Terwijl
ze in de keuken mijn ontbijt klaarmaakt, ontdek ik haar verder. Enkele
uitgeprinte foto’s met groepjes lachende Indische kinderen met Karin op de
achtergrond, kleurrijke handgemaakte decoratie, misschien uit India. Karin
heeft dus iets met India. En boeken, overal boeken, kasten en muren vol. Ik
focus me op de titels en namen op de boekruggen . Karin Hilterman, tiens die
naam zegt me iets! Mijn gastvrouw komt net binnen. “U bent schrijfster?”, vraag
ik ter bevestiging. “Nou ja, niets bijzonders”, zegt ze en zet het ontbijt op
tafel. “Ach, ik had niet zoveel succes hoor!”. Wat haar plezier deed, was de
appreciatie van haar leerlingen. “Mevrouw, jouw boeken zijn tenminste spannend
en je weet pas op het einde hoe het echt afloopt.” Ze gaf les Nederlands en in
India richtte ze een schooltje op voor kinderen van de laagste klasse. Zodra ik
in mijn kamer ben om mijn spullen in te pakken, google ik haar naam. (Karin
Hilterman - Walk-in book site (weebly.com)). Zoals ze daarnet ook
zei, schreef ze een achttal verhalen over jongeren van allochtone afkomst. Ik
neem afscheid van Karin en van het huis dat me zoveel over haar verteld heeft.
Ik draag haar een warm hart toe. Ze is authentiek, geëngageerd en zorgt voor
een betere wereld. Ik trek de stad in die een heel ander verhaal vertelt. De
Aa, de Dieze, De Dommel, de Binnendieze, de Singelgracht, de Zuid-Willemsvaart,
..... ook in Den Bosch is er water, veel water en elk water heeft zijn eigen
naam. Aan de zuidkant van het stadscentrum ligt het natuurgebied het Bossche Broek, 220 ha! Ik kan mijn ogen
niet geloven, een natuurgebied pal naast het centrum. Hoe is dit gebied
ontsnapt aan bebouwing? In Nederland kan het! Een wandelaar in het prachtig
stuk natuur legt het me uit en ook Wikipedia bevestigt me achteraf de
geschiedenis van het Bossche Broek (Het Bossche
Broek - Wikipedia). Ik heb vooral in het natuurgebied gefietst en
heb van de stad zelf niet zo heel veel ontdekt. Misschien moet ik deze winter
nog eens terugkomen. Ik keer langs Treurenburg terug naar de Maasroute, over de
Oude Dieze en het Diezekanaal naar het dorpje Bokhoven. De wind komt nog steeds
uit noordelijke richtingen maar sinds Cuijk profiteer ik van de oostelijke krachtcomponent.
Het fietsen gaat door tot het vestingstadje Heusden, een net en keurig
kijkstadje met peperkoekenhuisjes waar het woord verloedering niet bestaat. Het
pareltje aan de Maas werd vanaf 1968 in oude stijl gerestaureerd en telt
vandaag 120 rijksmonumenten waaronder drie windmolens gebouwd op de noordelijke
vestingwallen. Het zestiende eeuwse binnenhaventje werd begin vorige eeuw
gedempt maar in de jaren zeventig, zo’n vijftig jaar geleden volledig in zijn
oorspronkelijke staat hersteld en heropgebouwd. Op een zonovergoten dag als
vandaag is het heerlijk fietsen door de kasseistraten van Heusden, voortdurend
om je heen kijkend, verbaasd over zoveel moois. Ik ben hier slechts een paar
uur toerist, maar wie hier woont, is prins van een paradijs. Ik fiets een paar
kilometer terug, neem het veerpont over de Maas naar Bern in Gelderland. Een
drietal kilometer noordwaarts neem ik opnieuw een veerpont en steek de
Afgedamde Maas over. De Afgedamde Maas is een dode riviertak van de Maas die
bij Well werd afgedamd en eindigt bij Woudrichem waar de Waal overgaat in de
Boven-Merwede. Kan je nog volgen? Zonder kaart krijg je geen inzicht in het
complex waterwegennetwerk. Ik blijf ten noorden van de Afgedamde Maas die de
grens met Noord-Brabant vormt. Rond Aalst duiken de eerste tuinbouwserres op.
Ik kom voorbij het Loevestein Slot in
de oksel van de Waal en de Afgedamde Maas. Bij het veer naar Woudrichem over de
Afgedamde Maas is het verdacht stil. Het pont ligt aan de overkant. Het is
moeilijk te zien of er een schipper is. Ik wacht tevergeefs tot ik de
uurregeling bemerk. De laatste overtocht was tien minuten geleden. Wat nu? Ik
moet aan de overkant in Rijswijk geraken waar mijn vrienden voor de komende
nacht wonen. Een voorbij fietsende vrouw biedt aan mij te vergezellen. Marion woont in een mobilhome en
vult de avond met een ritje zonder doel. Misschien ben ik wel haar doel. De hele omweg, waar ik tegen opzag, is
zo voorbij. Terug langs het Slot Loevestein, daarna over de Munnikenlandse
Maaskade en de brug over de Afgedamde Maas bij Poederoijense Hoek. Marion haar
kwebbel staat niet stil maar ik luister maar half. Toch ben ik haar eeuwig
dankbaar want ik zag er echt tegen op. Ik picknick langs de natuurlijke oever
van de Afgedamde Maas in ......., even nadenken: Noord-Brabant. Het water is
helder. Tot mijn verbazing zwemt iemand voorbij, doch het overhaalt me niet om
pootje te baden. Zoals afgesproken kom ik pas tegen de avond bij mijn
gastgezin. Twee dagen geleden had ik een Ilse aan de lijn en ook zij kon mij geen
slaapplaats aanbieden en sloot af met, “Nou, nog veel succes in je zoektocht.”
Op de valreep had ze mijn zucht nog gehoord en haakte niet in. “Tja, het wordt
moeilijk, ik heb al minstens tien adressen gebeld.” “Oh” en na een korte
stilte, “Goed, ik zal er met mijn man even over spreken. Over een half uur bel
ik je terug.” Wat later kreeg ik te horen dat ze een noodoplossing voor me
hadden bedacht en dat ik welkom was. Ik ben aangenaam verrast als de deur van
mijn logeerkamer openzwaait: een matras midden in een riante speelgoedkamer.
Mijn gastgezin heeft het druk met hun twee kleuters en avondactiviteiten. Toch
maken ze tijd voor een theemomentje met appeltaart en fietsverhalen. Jouko
heeft ooit een half jaar in Zuid-Azië gefietst. Ik trek me daarna terug in een
knus ingericht tuinhoekje en pas als het schemert en fris wordt, verdwijn ik in
de kinderwereld.
|
De Stationsweg over de Dommel gezien vanaf de kaai Buitenhaven in Den Bosch. |
|
De stadsmuur van Den Bosch gezien vanaf de Pettelaarseweg. |
|
Het heropgebouwde stadshaventje van Heusden. |
|
De stadspoort Wijkse Poort in Heusden. |
|
De Drietrompetterstraat aan de Vismarkt in Heusden. |
|
Het veerpont over de Maas van Herpt naar Bern. De Maas is hier de grens tussen Noord-Brabant en Gelderland. |
|
In de buurt van Poederoijen. |
|
Het Slot Loevestein aan de Waal bij de monding van de Afgedamde Maas. |
31/08/2022: Rijswijk – Woudrichem – Sleeuwijk –
Werkendam – (Pontje Steur) – Nationaal Park Biesbosch – (veerpont Kop van het
Land) – Dordrecht,
(totaal: 609 km). Wat een bizarre eerste gedachte als ik wakker
word in de speelgoedkamer. Ik denk aan de stierenkuil van drie dagen geleden en
hoor in mijn hoofd de stem van de man die de kleine microkosmos observeerde.
Het lijkt wel of hij de naam stierenkuil heeft bedacht want de eerste website
die ik vind onder de zoekterm ‘stierenkuil’ is een filmpje met de man vertellend
bij een stierenkuil. Het is bijna exact een kopie van wat ik life van hem heb gehoord.
(Stierenkuilen
| ARK Natuurontwikkeling). Jeroen Helmer is zijn naam en hij is
onderzoeker bij de Stichting ARK. In het huis is er al wat rumoer en als ik aan
de ontbijttafel verschijn, is Ilse vertrekkensklaar voor haar werk. Jouko
brengt straks met de bakfiets hun dochtertje naar school. De jongste kan niet
alleen thuis blijven en moet mee maar hij slaapt nog. Hij heeft vorige nacht
een paar uur iedereen wakker gehouden behalve mij. “Ik wil nog wel even blijven
terwijl jij haar naar school brengt.”, stel ik voor. Jouko vindt het prima dat
ik wil thuiswachten. Zo ben ik onverwacht kinderoppas. Ze zijn nog maar net de
deur uit of daar begint het gehuil op de eerste verdieping. Wat moet ik
beginnen als de kleine J. naar beneden komt en een vreemde ziet in plaats van
zijn moeder en vader naar wie hij onophoudelijk smeekt. Het duurt lang maar
uiteindelijk hoor ik hem de trap afkomen. Hij komt te voorschijn in de
leefruimte, gaat traag en snikkend naar zijn hoekje met speelgoed en het is
alsof hij me niet eens gezien heeft. Ik ben opgelucht als ik de bakfiets zie
verschijnen en mijn klein lijden ten einde is. Het huilen houdt op en zijn papa
is met weinig woorden in staat de kleuter aan het lachen te brengen. De kleine
J. wil absoluut mee naar buiten om me uit te zwaaien. Een paar keer stevig
trappen en ik fiets op de dijk richting Woudrichem. Het vestingstadje is me
niet onbekend. Vijf jaar geleden kwam ik hier begin augustus langs op weg naar
Muiderberg om de Zuiderzeeroute te fietsen. Ik bezocht toen ook Dordrecht en
nam de waterbus naar Kinderdijk. Woudrichem ligt in Noord-Brabant aan de
samenvloeiing van de Afgedamde Maas en de Waal die samen de Boven-Merwede
vormen. De Afgedamde Maas vormt hier de grens tussen Noord-Brabant en
Gelderland. De Boven-Merwede vormt de grens tussen Zuid-Holland en
Noord-Brabant. Verwarrend, maar Zuid-Holland ligt ten noorden van
Noord-Brabant. Ik fiets het hele stadje Woudrichem rond op de vestingmuren en
ben onder de indruk van de dominerende en buitenproportioneel grote
Sint-Martinuskerk met haar rijkversierde spitsloze toren die de bijnaam
Mosterdpot heeft. Voor mijn picknickboodschappen wacht ik tot in Sleeuwijk. Ik
herinner me dat er een Albert Heijn is in de wijk Nieuwe Es. In mijn
winkelmandje ligt onder andere Campina Vanille Vla. Elke dag koop ik een brik.
Ik ben er verzot op, maar enkel als ik in Nederland ben. Thuis ben ik
verlekkerd op zelfgemaakte vanillevla van geitenmelk. Na Sleeuwijk verlaat de
Maasroute de Boven-Merwede en buigt zuidwaarts af langs Werkendam en de kreek
Bakkerskil. Bij fietsknooppunt 14 gaat het langs de vaarweg Steurgat terug
noordwaarts. Halverwege brengt Pontje Steur me naar de overkant om zuidwaarts
het Nationaal Park de Biesbosch in te duiken. Na Werkendam fiets ik door het
boerenland van de Oostwaard. Samen met de Noordwaard vormt het een groot
landbouwgebied grenzend aan de Biesbosch. Het eentonige landschap van
uitgestrekte weiden en akkers met monoculturen staat in schril contrast met het
natuurgebied. Zowel de Noordwaard als de Oostwaard bieden door hun ligging
naast de Biesbosch een uitstekende opportuniteit om op termijn te evolueren
naar een gediversifieerde biolandbouw wat het gebied ecologisch gezonder en
toeristisch aantrekkelijker zou maken. Het mooiste stuk van de Biesbosch zoals te zien op foto’s of in documentaires
ligt vooral ten zuiden van de fietsroute en is enkel bereikbaar met de boot
vanaf onder andere het Biesbosch MuseumEiland. Het museum ligt op een klein
eilandje maar denk nu niet te romantisch. Het valt niet eens op dat het een
eilandje is en het is gemakkelijk bereikbaar met de auto. Hoe mooi zou het zijn
dat het enkel met een roeibootje te bereiken is. Ik moet mijn schoonzus Inneke
bijtreden toen ze zei ontgoocheld te zijn over de Biesbosch. Enkele weken
geleden fietsten zij en haar man Eric, mijn broer door de Biesbosch tijdens een
vierdaagse langs de Maas. Ik deel haar ontgoocheling. Foto’s en documentaires
tonen de mooiste stukjes en wie enkel dit ziet, denkt dat de hele Biesbosch er
net zo uit ziet tot je er door fietst en teleurgesteld naar de weiden en akkers
kijkt, het natuurgevoel mist op de brede asfaltwegen met auto’s om je heen in
plaats van het geknisper op smalle grindpaden. Ik wil niemand de goesting
ontnemen om door de Biesbosch te fietsen. Er is een heel rustgevend
uitzichtpunt waar je zeker moet langsgaan, en dat is de uitkijktoren Zalm Oost aan de Noordwaardweg. (Biesbosch
- De Zalm Oost - Uitkijktoren - Vogelkijkhut.nl). Uit
nieuwsgierigheid heb ik het museum bezocht en van het buitenterras genoten. De
Biesbosch grenst in het westen aan het water de Nieuwe Merwede. Een lange rij
auto’s, samen met voetgangers en fietsers onder wie ik schuiven aan voor het
veerpont Kop van het Land. Ik fiets
op de dijk langs de Wantij-waterweg naar Dordrecht. Ik herinner me nog de
imposante stellingmolen Kyck over den
Dyck tussen de huizen aan de Noordendijk en kom er nu ook langs. Iets
verderop in dezelfde straat kijk ik uit over het water van de Riedijkshaven als
een jonge man de trappen opkomt. Hij knikt goeiedag. Mathijs V. heeft kennelijk
tijd na zijn werkdag en zin in een babbel. Hij is ingenieur, veertig jaar, half
Indonesisch en schildert als hobby. Gaandeweg wordt duidelijk dat hij een
moeilijke jeugd heeft gehad maar het geluk heeft intelligent en veerkrachtig te
zijn en zichzelf heeft geleerd zich niet onderuit te laten halen. Een
inspirerend verhaal om blij van te worden. Gedwongen door de tijd nemen we
afscheid maar misschien had hij ook wel een hele avond willen babbelen. Ik heb
een afspraak in de Voorstraat bij Han die me meteen naar de logeerkamer brengt,
een smalle kamer onder een hoog scherp dak met twee raampjes in de puntgevel.
Han is geen babbelaar of heeft het druk, toch een bijzonder iemand. Hij is
enkele jaren geleden naar Santiago de Compostella gestapt. De fiets laat ik op
slot en trek te voet door de stad. Ik onthoud tijdens de wandeling enkele namen
om straks te noteren: Merwekade, Kuipershaven, Nieuwe Haven, Scheffertplein,
Groenmarkt,.... PS: dat het Nationaal Park Biesbosch en het Biesbosch MuseumEiland
een website en wikipediapagina hebben is vrij vanzelfsprekend maar het is
opmerkelijk dat waters zoals Bakkerskil, Steurgat, Wantij, Gat van de
Noorderklip, Oude Maasje, .... eveneens
een wikipediapagina hebben.
|
Een charmant huis langs de Maasdijk tussen Rijswijk en Woudrichem. |
|
De korenmolen Nooit Gedagt en de Sint-Martinuskerk van Woudrichem. |
|
De stadsomwalling aan de Schapendam. |
|
De Koepoortstraat aan de zuidkant van Woudrichem. |
|
De Gevangenenpoort in de Kerkstraat van Woudrichem. |
|
Een kanon op de vestingmuren van Woudrichem. |
|
Pontje Steur brengt je over de vaarweg Steurgat. |
|
Een prachtig stukje Biesbosch gezien vanop de uitkijktoren Zalm Oost. |
|
Het MuseumEiland van de Biesbosch. |
|
Wachten op het veer Kop van het Land om de Nieuwe Merwede over te steken. Het water vormt de grens tussen Noord-Brabant en Zuid-Holland. |
|
De stellingmolen Kyck over den Dyck in Dordrecht. |
01/09/2022: Dordrecht – (Kiltunnel) – (veerpont
Puttershoek-Zwijndrecht) – Brielle, (totaal: 683 km). De Voorstraat is met een lengte van 1,2
kilometer de langste winkelstraat van Nederland en telt 200 rijksmonumenten
waaronder het smalste huis van Dordrecht. Ik begin de dag met het volledig
doorfietsen van de Voorstraat, neem hier en daar foto’s in de stad en doe
boodschappen. Op de Grote Markt laat ik baard en haar knippen bij een
Syrisch-Koerdische kapper. Het is middag als ik Dordrecht verlaat. Het is de eerste
keer tijdens de Maasroute dat ik een tunnel neem. De Kiltunnel gaat onder het
Dordtse Kil, een waterweg tussen het Hollandsch Diep en de Oude Maas. Kil is
een toponiem die verwijst naar een watergeul. Het stamt af van kille wat kreek
betekent. Nog geen tien kilometer verder moet ik opnieuw over het water, dit
keer met een veerpont over de Oude Maas. Verder noordwaarts ligt de Nieuwe Maas
maar daar kom ik niet langs. Ik blijf langs de Oude Maas tot Hoogvliet en steek
via de Spijkenisserbrug over naar Spijkenisse. De brug heeft een eigen
wikipediapagina met haar geschiedenis en een unieke foto uit 1949 van de
toenmalige vakwerkbrug met stoomtram. Indrukwekkend! We fietsen al een tijdje
niet meer langs de Maas. Nog voor Heusden verdwijnt de naam Maas en komen namen
als Afgedamde Maas en Bergsche Maas. In het kluwen van waterwegen duiken ook de
namen Oude Maas en Nieuwe Maas op naast vele andere namen zoals het Scheur,
Nieuwe Waterweg, Boven-, Beneden- en Nieuwe-Merwede, Amer, .... Welke
waterwegen zijn natuurlijk? Welke zijn gegraven of gekanaliseerd? Waar ligt de
oorspronkelijke Maas of heeft zij zich in de loop der eeuwen verlegd? Ik ben
dus de Oude Maas overgestoken naar Spijkenisse en fiets vervolgens langs het
Scheepvaart- en Voedingskanaal dat de Oude Maas verbindt met het Brielse Meer.
Ik kom voorbij de dorpen Geervliet, Heenvliet en Zwartewaal en fiets een stukje
langs het Brielse Meer. Ik logeer deze vakantie voor de laatste keer bij Vrienden op de Fiets. Ze wonen ten
zuidwesten van het vestingstadje Brielle, net buiten haar vestingmuren. Het
wordt een gezellig onderonsje in de veranda met fietser Bob uit Den Haag, de
gastvrouw en haar man. Het is grappig om te horen dat ze al fietsers ontvingen
nog voor ze van Vrienden op de Fiets
gehoord hadden, maar hoe het precies in elkaar zat, ben ik vergeten. En op een
keer arriveerden twee Portugese fietsers die speciaal naar Spijkenisse kwamen
voor de Eurobruggen. Ik en Bob zijn
nieuwsgierig en dat waren Renée en haar man toentertijd ook. Op de achterkant
van de eurobiljetten staan afbeeldingen van fictieve bruggen. Fictief tot Robin
Stam enkele jaren geleden de Eurobruggen als kunstproject in Spijkenisse bouwde.
Daarvoor kwamen die twee Portugezen per fiets naar Spijkenisse. Maar wat jammer
dat ik dit niet eerder wist. (Spijkenisser
Eurobruggen - Wikipedia) (Nederlands
kunstenaar bouwt fictieve bruggen op eurobriefjes na | Kunst & Literatuur |
hln.be).
|
De Grote Kerk of Onze-Lieve-Vrouwekerk gezien vanaf de Roobrug aan de Nieuwe Haven. |
|
Grafsteen in de Grote Kerk van Dordrecht. Het graf van Willem De Veer, commandeur van de Rijnstroom, †22 october 1653, 75 jaar gehuwd met Maria Gernou, †26 februari 1676, 72 jaar. |
|
Een afgescheiden breed fietspad in de Kiltunnel onder het Dordtse Kil. |
Pauze aan het Brielse Meer.
02/09/2022: Brielle – (veerpont Hoeksveer Maasvlakte-Hoek
van Holland) – Den Haag,
(totaal: 741 km). Al zeven dagen lang word ik ’s morgens verwend
met een stevig Vrienden-op-de-fiets-ontbijt
en nooit moet ik zelf afruimen. Ik zal het missen. Zodra ik afscheid genomen
heb van Renée, haar man en hun honden fiets ik het stadje Brielle (Brielle
- Wikipedia) binnen via de voormalige zuidpoort, nu Pieter
van der Wallendam. Je kan het hele stadje rondfietsen op de vestingmuren wat ik
ook doe. Vier kilometer groene gordel rond de stad met negen bastions of
bolwerken met elk hun eigen naam, de windmolen ’t Vliegend Hert en twee stadspoorten: de Kaaipoort en de Langepoort.
Binnen de vestingmuren ben ik gecharmeerd door de tuin en de prettige
architectuur van het Asyl voor Oude en Gebrekkige
Zeelieden aan het Asylplein. De toren van de Sint-Catharijnekerk biedt
rondom een uitzicht over land en stad. Ik heb elk van de ongeveer driehonderd
treden van de wenteltrap naar boven genomen om dromerig uit te kijken over het
landschap. Ergens in de stad staat op een grasplein een kar waarvan ik denk dat
het een hondenkar is. Een bejaarde man die zijn stoep veegt, trekt zijn
schouders op en wijst naar zijn overbuurman. Daar word ik hartelijk onthaald en
hoor voor het eerst over bokkenkarren. Hij haalt een oude foto van zijn vader
als kind op een bokkenkar. Paarden, honden en zelfs geitenbokken werden voor de
kar gespannen. Jammer dat het niet meer bestaat. Het zou in de steeds groter
wordende verkeersvrije zones mogelijkheden bieden. Enerzijds laat het de
geschiedenis tot leven komen en anderzijds biedt het een vluchtmoment uit ons
jachtige leven. Het middaguur is voorbij als ik de stad verlaat en verder trek
naar het dorp Oostvoorne. Een fietspad over een twee kilometer lange landstrook
leidt naar de Maasvlakte. (Maasvlakte - Wikipedia). Duinen en hoge
begroeiing langs weerzijden van het fietspad onttrekken het Oostvoornse meer en
de Noordzee aan het zicht. Je waant je in een eindeloos natuurgebied. De
Maasvlakte is dan ook verrassend. Plots sta je oog in oog met een industrieel
landschap met vrij veel vrachtverkeer. Ik moet de hele Maasvlakte door tot het
veerpont bij fietsknooppunt 57 aan het Yangtze(haven)kanaal. Langs afgescheiden
fietspaden geniet ik veilig van de industriële architectuur. Tijd voor het
informatiecentrum Futureland (FutureLand
| Ontdek de haven van Rotterdam (portofrotterdam.com)) heb ik niet. Ik
neem om 14h het veerpont (6,80 euro) (Home | Hoeksveer) over het Breeddiep
naar Hoek van Holland. De overtocht duurt een uurtje met in het westen de
Noordzee. Het veerpont komt voorbij de kop van de Rozenburgse landtong die de
Nieuwe Waterweg scheidt van het Calandkanaal en meert aan in de Berghaven. Hier
eindigt de Maasroute die begon bij haar bronnen in het Franse
Pouilly-en-Bassigny. En hier begint het weekend en een bezoekje aan mijn broer Pascal
in Den Haag. Van Hoek van Holland tot Den Haag is het amper dertig kilometer.
Het traject maakt deel uit van de Noordzeeroute die ik eerder in de zomer van
2019 fietste.
|
De Kaaistraat in Brielle bij de vestingmuur. |
|
De korenmolen 't Vliegend Hert bij Bastion I, Molenbolwerk. |
|
Maarland in Brielle gezien vanaf de noordzijde. |
|
Wandelpad op de vestingen rond Brielle. |
|
De Kaaipoort. |
|
Interieur van de Sint-Catharijnekerk. |
|
Het Wellerondomplein in Brielle met zicht op de Sint-Catharijnekerk. |
|
De landstrook tussen het Oostvoornse Meer en de Noordzee. |
|
De Maasvlakte. |
|
Havenactiviteiten op de Maasvlakte. |
|
Het veerpont aan de Antarticaweg pendelt tussen de Maasvlakte en Hoek van Holland. |
|
Containerterminals op de Maasvlakte gezien van op het veerpont op weg naar Hoek van Holland. |
|
Containerterminals op de Maasvlakte gezien van op het veerpont op weg naar Hoek van Holland. |
|
Op weg naar Den Haag langs de Noordzee. |
|
Tuinbouwserres in s'Gravenzande. |
|
Op weg naar Den Haag langs de Noordzee. |
|
Op weg naar Den Haag langs de Noordzee. |
|
Op weg naar Den Haag langs de Noordzee. |
|
Den Haag gezien van op het appartement aan het Oostduinplein. |
|
Den Haag gezien van op het appartement aan het Oostduinplein. |
Hotels:21/06/2022: [Hotel Bristol, 7 Rue Lafayette, METZ: (75 euro).
Resto: l’Heure de la Paus, Rue des Roches 5 (22,5 euro)]
22/06/2022: [Resto: bistro Au Passe-Temps, Place Duroc,
PONT-A-Mousson (12 eur). Hotel Nancy Laxou Zenith, Rue du Saulnois, 54520
NANCY: (73 euro). Resto: Brend’Oliv,
Grande Rue 141 (29,5 euro)]
23/06/2022: [Resto: Le Coq en Fer, Rue de la Primatiale, NANCY
(21 euro). B&B L’Orée du bois, 24 Rue de Sadechamps, CREVECHAMPS: (.....
euro). Avondmaal B&B]
24/06/2022: [Hotel Atrium, 89 Rue de Lorraine, GOLBEY: (79 euro).
Resto: Le Virgile, Rue des Pompes 4, EPINAL (13,5 euro)]
25/06/2022: [B&B Chez Gaëlle Métris, 2 Faubourg Louis
Boulanger, CORRE: (50 euro, zonder ontbijt)]
26/06/2022: [Hotel l’Étoile d’Or, 55 Grande Rue,
BOURBONNE-LES-BAINS: (63,5 euro)]
27/06/2022: [Auberge du Cheval Blanc, 16 Route Jean Jaurès,
SAINT-THIEBAULT: (70 euro)]
28/06/2022: [Resto: l’Eden, Rue de la 1ère Armée Française,
NEUFCHATEAU (17,5 euro). B&B Le Clos, 30 Rue Principale, DOMRÉMY-LA-PUCELLE:
(76 euro)]
29/06/2022: [Hotel de la Madeleine, ZA de la Louvière, COMMERCY:
(86 euro). Resto: Le Bigouden, Avenue Stanislas 14 (12,5 euro)]
30/06/2022: [Hôtel Les Colombes, Avenue Garibaldi 9, VERDUN: (62,5
euro). Resto: Conter, Quai de Londres 29 (18 euro)]
01/07/2022: [B&B Maison les Beaux Arts, 3 Rue Saint-Pierre,
MOUZAY: (73 euro)]
02/07/2022: [Resto: taverne du musée, Rue de la Citadelle,
STENAY: (9,5 euro). Hotel Le Saint Michel, 3 Rue Saint-Michel, SEDAN: (82,5
euro). Resto: Le Grill de Lucifer, Place du Château 10 (22 euro)]
03/07/2022: [Hôtel de Paris, 24 Avenue Georges Corneau,
CHARLEVILLE-MEZIERES: (69 euro). Resto: La Locomotive, Avenue du Maréchal
Leclerc31 (16 euro)]
04/07/2022: [Hotel Robinson, 75 Rue Madame de Cormont, HAYBES: (60
euro). Avondmaal: (20,5 euro)]
22/08/2022: B&B Gery Art Gallery, Avenue Baron Louis Huart 29, Namen. (61 euro zonder ontbijt).
23/08/2022: Hotel Le Cygne d’Argent, Rue Beeckman 49, Luik. (68 euro).
24/08/2022: Boutique Hotel Grote Gracht, Grote Gracht 56, Maastricht, Limburg. (102 euro).
25/08/2022 tot 02/09/2022: logeren bij Vrienden op de Fiets. ( Vrienden op de Fiets homepage | Vrienden op de fiets)
Fotografie en verslaggeving: Johan Van Hecke.
Voor reacties mail naar: vanhecke1965@skynet.be
TER INFO:
Een vijfdelige TV-documentaire reeks over de Maas: Langs de Maas - MAX Vandaag
26/11/2021: Langs de Maas - De bron van de maas - MAX Vandaag
03/12/2021: Langs de Maas - Van donker tot licht - MAX Vandaag
10/12/2021: Langs de Maas - Van water tot vuur - MAX Vandaag
17/12/2021: Langs de Maas - Van geven tot nemen - MAX Vandaag
24/12/2021: Langs de Maas - Van zoet tot zout - MAX Vandaag
[ Voorwoord van het boek 'Fietsen langs rivieren', dec.2024 ]
Veel
gefietst, .... een wens en een droom.
|
Mijn verste herinnering is een foto. Luc, Johan, Eric circa 1973. |
Een loopfietsje heb ik vermoedelijk nooit gehad. In
mijn vroegste herinnering hadden ik en mijn broers fietsen met roestige kettingen.
Onze tweewielers waren
familieafdankertjes zonder verlichting en met een voetrem. Dat volstond. Als
kind fietsten we niet verder dan onze wijk Leeg-Bracht. Later kregen we twee oude herenfietsen van
onze verre buren, de broers Albert en Valère Meuleman en een tweedehands jongensfiets
van een andere buur, de eierhandelaar Michel De Visscher. Daarmee kon ik vanaf
het vijfde studiejaar op zaterdag naar het dorp fietsen voor de catechese. Pas na de winter van het zesde jaar mocht ik
dagelijks met de fiets naar de gemeentelijke jongensschool op de Rooigemdries
in Balegem. Op mijn twaalfde kreeg ik zoals velen voor mijn plechtige communie
een nieuwe fiets, met donkerpaars frame, handremmen, dynamoverlichting en een
naaf met drie versnellingen. Zes jaar lang fietste ik gezwind elke schooldag
naar het College Onze-Lieve-Vrouw van Deinsbeke in Zottegem, 14 kilometer, heen
en terug, en later voor mijn verdere studies naar het station van Balegem-Dorp.
Enkel wanneer het hard regende bracht mijn vader ons met de auto naar school.
Heel zelden dus! Al die tijd groeide mijn sympathie voor het fietsen. Jaren
later, toen ik in Gent woonde, en steeds minder en minder met de auto reed,
waagde ik me met mijn nieuwe trekkingfiets aan sportievere fietstochten.
In de zomer van 2000 ondernamen
Serge D.C en ik onze eerste lange fietsvakantie, een uitdagende rit door het
heuvelend oosten van Frankrijk tot de Middellandse Zee. De volgende jaren reisden
Boudewijn en ik naar Santiago de Compostela, reden de Limesroute van Leiden via
Wenen en Budapest naar het Hongaarse Giula en tenslotte de Hanzestedenroute van
Zaltbommel naar het Duitse Anklam. In 2004 vertrok ik alleen ‘langs oude wegen’ van Verviers naar
Oloron-Sainte-Marie in de Pyreneeën. Onderweg vergezelden mij tijdelijk de
Zwitser Etienne, de Limburger Werner en ook nog het Gentse koppel Tom en Ina.
Het jaar daarop ging het een tweede keer richting Budapest en startte het
avontuur in Koblenz samen met Dieter en Tine. De volgende zomer waren Tine en
ik opnieuw reisgenoten langs de ‘Groene
weg naar de Middellandse Zee’, de tocht die ik zes jaar eerder al reed. In
2007 stelde Serge P, een jongere collega biologie me voor tot Tarifa, het
uiterste zuiden van Spanje te fietsen. Ik hapte toe en hield het vol tot
Figueres. Terwijl Serge genadeloos doortrapte tot Tarifa, maakte ik
rechtsomkeer en reed aan een gezapig tempo noordwaarts tot Auxerre. Het was de
langste en voorlopig laatste fietsvakantie.
Het bleef enkele jaren stil
tot ik elf jaar geleden de traditie van meerdaagse fietsvakanties hernam met
een nieuwe fiets, een Koga met 30 versnellingen! Ik moest voortaan rekening
houden met mijn gezondheid, fietste trager en voornamelijk vlak. Zo ontdekte ik
de kastelen van de Loire, fietste naar Praag, leerde Nederland kennen langs de
Noordzeeroute, de Zuiderzeeroute, de Elfstedentocht en de Waddeneilanden. Twee
jaar geleden proefde ik de cultuurverschillen tussen Frankrijk, Wallonië,
Vlaanderen en Nederland langs de Maas van de bron tot de monding. Vorig jaar
verkende ik de Westhoek langs de IJzer, trok Frankrijk binnen langs de
frontlinie van de eerste wereldoorlog tot Péronne en verder langs de Somme tot
de Atlantische Oceaan. De voorbije zomer begaf ik mij op pad langs ‘La Voie Bleue’, een nagenoeg
verkeersvrije fietsroute langs rivieren en kanalen van Luxemburg naar Lyon.
Het alsmaar toenemende
autoverkeer dwingt me tot het zoeken naar veilige en ontspannende fietsroutes,
veelal langs jaagpaden. Toch wens ik dat het ooit weer overal veilig fietsen is
voor iedereen, voor jong en oud. Kinderen moeten met de fiets naar school
kunnen gaan! Ik droom van een wereld zoals in de 19de eeuw toen er
nog geen auto’s waren en de dertigjarige Thomas Stevens in 1884 op zijn penny-farthing bicycle de eerste
Transcontinental Bicycle Ride ondernam van San-Francisco tot Boston. Een half
jaar later trok hij op zijn hoge bi
door Europa en Azië en bundelde zijn avonturen tot 1.000 bladzijden in ‘Around the World on a Bicycle’, een boek
dat nog steeds gepubliceerd wordt en veruit spannender dan het fietsverslag dat
voor je ligt, J.
Johan
Geen opmerkingen:
Een reactie posten